Resultaten voor ‘Dichters’

Bekijk detail van "Gedenksteen uit 1936 van Jacobus Revius (Deventer, november 1586 - Leiden, 15 november 1658), Calvinistisch predikant, dichter, vertaler en (kerk)historicus. Burgemeesterszoon Jacobus Revius werd geboren als Jakob Reefsen. Hij groeide op in Amsterdam, studeerde theologie in Leiden en Franeker, waarna hij een studiereis in Frankrijk maakte. Van 1614 tot 1641 was hij predikant in Deventer. Hij werd in 1618 belast met de zorg voor de stadsbibliotheek, die onder zijn leiding uitgroeide tot een belangrijk centrum voor het wetenschappelijk onderwijs. Revius werkte verder mee aan de oprichting van het Athenaeum Illustre in 1630. Hij keerde zich fel tegen de katholieke Kerk en trok ten strijde tegen het humanistische karakter van het onderwijs aan de Latijnse school. In deze periode werkte hij mee aan de Statenvertaling en publiceerde hij zijn voornaamste gedichtenbundel, de 'Over-ysselsche Sangen en Dichten' (1630). Zijn bekendste gedicht is 'Hy droegh onse smerten', met als eerste regel: ''T' en sijn de Joden niet, Heer Jesu, die u cruysten'. In 1651, toen hij regent was van het Theologisch Statencollege in Leiden, volgde zijn 'Daventria Illustrata', over de geschiedenis van met name de stad Deventer.<br/>, 1936-00-00"

Gedenksteen uit 1936 van Jacobus Revius (Deventer, november 1586 - Leiden, 15 november 1658), Calvinistisch predikant, dichter, vertaler en (kerk)historicus. Burgemeesterszoon Jacobus Revius werd geboren als Jakob Reefsen. Hij groeide op in Amsterdam, studeerde theologie in Leiden en Franeker, waarna hij een studiereis in Frankrijk maakte. Van 1614 tot 1641 was hij predikant in Deventer. Hij werd in 1618 belast met de zorg voor de stadsbibliotheek, die onder zijn leiding uitgroeide tot een belangrijk centrum voor het wetenschappelijk onderwijs. Revius werkte verder mee aan de oprichting van het Athenaeum Illustre in 1630. Hij keerde zich fel tegen de katholieke Kerk en trok ten strijde tegen het humanistische karakter van het onderwijs aan de Latijnse school. In deze periode werkte hij mee aan de Statenvertaling en publiceerde hij zijn voornaamste gedichtenbundel, de 'Over-ysselsche Sangen en Dichten' (1630). Zijn bekendste gedicht is 'Hy droegh onse smerten', met als eerste regel: ''T' en sijn de Joden niet, Heer Jesu, die u cruysten'. In 1651, toen hij regent was van het Theologisch Statencollege in Leiden, volgde zijn 'Daventria Illustrata', over de geschiedenis van met name de stad Deventer.
, 1936-00-00