image/svg+xml

Dries Roelvink

Verhaal

Dries Roelvink

Plaatje bij verhaal: droelvink.jpg

Hebben dan werkelijk alle Amsterdamse volkszangers voorouders in Ommerschans? Na Johnny Jordaan, Willy Alberti, André Hazes, René Froger, Harry Slinger en Gordon Heuckeroth blijkt nu ook Dries Roelvink te wortelen in de bedelaarskoloniën. Zijn betovergrootvader was als kind met zijn ouders in de Schans en als oude man, na de sluiting van Ommerschans, werd hij vastgelegd op de gevoelige plaat in Veenhuizen.

kopfoto: Richard Broekhuijzen, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons


Op 7 februari 2024 was het 100 jaar geleden dat volkszanger Johannes Hendricus Musscher, alias Johnny Jordaan, ter wereld kwam in de Amsterdamse Jordaan. In zijn talkshow besteedde presentator Jeroen Pauw aandacht aan dit memorabele moment en daarbij had hij de zangers Dries Roelvink en Mart Hoogkamer aan tafel om over het leven van Johnny en over de Amsterdamse volkszangers in het algemeen te praten.

Dries vertelde dat zijn moeder, Alie Roelvink, net als generatiegenoot Johnny Jordaan, van kinds af aan op de tapkast had staan zingen. Deze hint was voor mij een aansporing om toch nog eens te kijken of er bij Dries een link met Ommerschans ligt.

Ik had namelijk al lang gezien dat er Roelvinkjes in de Ommerschans hebben verbleven. De Amsterdammer Jan Herman Roelvink (1795) verbleef vanaf 1841 met zijn zoon  in Ommerschans en later in Veenhuizen, waar hij in 1846 overleed. Zijn zoon trouwde in 1860 in Amsterdam, maar ik kon hem niet linken aan Dries.

Maar nu zocht ik op Alie Roelvink. Ik vond haar op nldiscografie.nl en daar stond de aanwijzing die ik zocht: Haar meisjesnaam is Beek en ze is geboren in 1923. Met deze informatie zocht ik op de geweldige website van het Stadsarchief Amsterdam. Daar hebben ze de geniale keus gemaakt om in de database personen consequent te koppelen aan een geboortedatum. Dus als je daar zoekt op achternaam: Beek, voornaam: a* (Alie is vrijwel zeker een roepnaam en dus gebruik ik de wildcard om meer kans te maken op succes) en periode: 1923-1923 dan maak ik goede kans haar te vinden. Tenminste, mits ze intussen is overleden. Op een andere site zag ik al dat ze in 2008 overleden is.

En zo had ik in een mum van tijd haar archiefkaart op het scherm.

Stadsarchief Amsterdam - archiefkaart Alida Catharina Beek


De informatie op de kaart is helder: haar volledige voornamen zijn Alida Catharina en ze was gehuwd met Andries Roelvink.

De namen van haar ouders, Cornelis Beek en Petronella Catharina Terstall, komen me bekend voor. Even checken... en jawel, die zaten al jaren in mijn bestand. Oma Beek-Terstall is een kleindochter van kolonist Willem Frederik van Wagtendonk. Over hem schreef ik jaren geleden een verhaal omdat zijn portret voorkomt in de beroemde verzameling signalementskaarten én omdat hij daarbij als 7-jarige jongen in 1842-1843 met zijn ouders, broers en zusters in de bedelaarskoloniën Ommerschans en Veenhuizen heeft verbleven.

Drents Archief - signalementskaart Veenhuizen W,F, van Wagtendonk

 

Als je in het Tweede Gesticht te Veenhuizen, het tegenwoordige gevangenismuseum, vanuit de receptie de grote binnenplaats op loopt, dan wordt je aangestaard door tientallen verpleegden van de voormalige Rijkswerkinrichting, op foto vastgelegd tussen 1896 en 1910.

 

signalementskaarten op de binnenplaats van het gevangenismuseum in Veenhuizen



Prominent vooraan kijkt Johannes Keijzer ons aan. Een volkomen verdiende ereplaats, want zijn achterkleindochter Suzanna Jansen heeft als geen ander de Maatschappij van Weldadigheid in ons collectieve geheugen terug gebracht. Ik weet niet of het portret van Willem Frederik Wagtendonk daar nu al tussen staat, maar misschien is het uit publicitair oogpunt wel een idee om 'm op deze wijze onder de aandacht van de bezoekers te brengen.

lees hier het verhaal over Willem Frederik Wagtendonk

Natuurlijk heb ik ook van de gelegenheid gebruik gemaakt of te bekijken of Dries Roelvink een bloedband heeft met de Roelvinkjes die in Ommerschans verbleven. Daartoe heb ik de stamboom van Dries uitgeplozen.

 

bonmama.nl - kwartierstaat Dries Roelvink. Klik op op de afbeelding om deze in een apart scherm te openen.

 

In oranje zien we betovergrootvader Willem Frederik van Wagtendonk. In de mannelijke lijn zien we dat Dries afstamt van Herman Roelvink, geboren in Amsterdam in 1801 als zoon van Koert Roelvink en Geertje Wildenberg. Ik heb nog geen bewijs kunnen vinden dat Koert hoort bij het omvangrijke geslacht Roelvink waarvan we een paar telgen in Ommerschans vinden.

Om er toch nog even wat gossip in te gooien: Bij Herman Roelvink en Pieternella Janz staat geen trouwdatum. Vrijwel zeker waren ze niet gehuwd. Herman, meestal te vinden als Harmen, "hokte" met de weduwe Petronella Janszen aan het Vuile Weespad in de Jordaan: bepaald geen A-locatie in de gezelligste buurt van Amsterdam. Zij kregen samen twee zoons, die beiden geregistreerd staan als Roelvink. Bij de geboorte-aangifte blufte Harmen gewoon dat Pieternel zijn vrouw was. Wist die ambtenaar veel... 

 

wikimedia.org - het Vuile Weespad in de Jordaan


Ommerschans en de Amsterdamse Volkszangers.

Waarom stammen zoveel erkende vertolkers van het Amsterdamse Levenslied van de Ommerschans? Stond het muziekonderwijs daar op een hoog peil? Deden ze daar zangzaad door het aardappelbrood?

Geloof het allemaal maar niet. Het is naar mijn mening een kwestie van statistiek. Demografen hebben becijferd dat ca 10% van de thans levende Nederlanders een voorouder hebben die in de Koloniën van Weldadigheid hebben verbleven. Maar bedenk daarbij dat die nakomelingen bepaald niet gelijkelijk geografisch gespreid werden over Nederland. Als er één stad in Nederland is waar een groot deel van de ontslagen kolonisten en/of hun eerste generatie nakomelingen terecht kwam, dan was het Amsterdam. En binnen Amsterdam kwamen zij vanzelfsprekend overwegend in de Jordaan terecht.

En dus kun je andersom zeggen: als een flink deel van jouw voorouders in de 19e eeuw in de Jordaan heeft gewoond, dan is de kans dat één van hen in de koloniën heeft verbleven heel veel groter dan 10%. Het zou mij niet verbazen als die kans boven de 50% blijkt te liggen.

Dat het Amsterdamse levenslied tegenwoordig nog steeds volop in de belangstelling staat, dat is geen vanzelfsprekendheid. Midden jaren '60 van de vorige eeuw ging de Jordaan op de schop en de in die tijd meest invloerijke vertegenwoordiger van de Jordaanse zangkunst: Carel Verbrugge, alias Willy Alberti, maakte zich grote zorgen over de toekomst van het genre. Hij ontplooide initiatieven om de ondergang van deze uiting van cultuur te voorkomen.

 

delpher.nl - dagblad Trouw 22 december 1966


Ten tijde van deze "happening" (een term die in de jaren '60 "hip" werd) was Dries Roelink een jochie van 7 jaar oud. Zijn moeder, "tante Alie Roelvink", zat volop in "het circuit". Dries kreeg de muziek dus letterlijk met de paplepel ingegoten. Bijna zestig jaar later kunnen we concluderen dat het genre volop in de belangstelling staat en dat Dries recht van spreken heeft!

 

 

lees ook:

 

 

 

Auteur:Helmuth Rijnhart
Personen:Dries Roelvink

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.