Tachtig jaar na het begin van de Tweede Wereldoorlog kun je je niet goed voorstellen, hoe Zwolle en zijn bevolking er destijds uitzagen. Je weet dat de stad ongeveer veertigduizend inwoners had en dat de Gemeente Zwollerkerspel er als een ring omheen lag. Die bracht ook nog eens zo’n twaalfduizend inwoners mee, zodat er in het toenmalige gebied van het huidige Zwolle nog lang niet de helft van de bevolking van nu leefde. En al die nieuwerwetse wijken waren er natuurlijk ook nog niet.
Inhoudsopgave:1281. Henk Goossensen: Vechterweerd, een plek op aarde1287. Hans de Boer: Ep Meesters, zijn schildersmuseum en het schildersbedrijf Bruggeman & Gorter1291. Henk van der Beeke: "Met vier knopen in de zakdoek"1291. Peter van Weenen: Het geheim van het Joodse kerkhof1292. Wim van Lenthe: Het Zielemans en het woelen der tijden1294. Geert Hetterscheid: ...4/2008NL-DsHKD_RD0061
Zwolle maakt terecht reclame voor verfraaiing door vergroening – een paradijsje voor wandelaars en fietsers. Daar moest hard voor gewerkt worden, honderd jaar geleden wist men nog van niets. Zolang de uitzonderingstoestand van de Grote Oorlog duurde, werd er over Zwolse infrastructuur nog niet te hard gemopperd, de mobilisatie eiste een hoge tol en daar was wel begrip voor. Maar nu is die oorlog over en prompt verschijnen in de "Zwolsche Courant" ingezonden brieven met klaagzangen van wandelaars en wielrijders. De klachten richten zich op de westkant van Zwolle, richting Katerveer en Engelse W...
Voor het vertrek van Lodewijk Napoleon wordt de erewacht geïnspecteerd en worden de officieren zilveren ringkragen beloofd. Op naar Deventer! Onderweg bezoekt de koning Windesheim, Wijhe en Olst.
3 maart is geheel gewijd aan Zwolle. Hier ontvangt Lodewijk Napoleon de Landdrost, de overige departementale bestuurders, Burgemeester en Wethouders, de Clerus, de Officieren, de departementale landbouwcommissie, de gezondheidscommissie, waarbij opgemerkt wordt dat er geen artsen en vroedvrouwen op het platteland zijn, de officieren van de Eregarde, de officieren van de jacht en de heren Feith en Semurier.
Dikke melk Wie vanuit Zwolle naar het zuiden wilde afreizen, volgde vanaf hier de Veerallee naar de IJssel. Met het Katerveer kon je daar de rivier oversteken. In 1819 werd langs deze laan de Willemsvaart gegraven. Daarmee was eindelijk Zwolle's oudste wens in vervulling gegaan: een directe verbinding met de IJssel. De veerpont maakte haar laatste oversteek nadat in 1930 een brug voor het wegvervoer was geopend. Tot die tijd was het ommetje naar de rivier, onder het bladerdak van de Veerallee, geliefd bij de Zwollenaar. Onderweg kon hij verpozen bij een uitspanning, zoals de theetuin Th...
Beelden van de oude IJsselbrug, de scheepvaart, de spoorbrug, de Peperbus, het Katerveer, de overstroomde zandoverslag aan de Geldersedijk en winterse tafrelen, o.a. in het Engelse Werk.1978{FA8819BA-7A3F-4889-92F1-B23FEA923785}
Sinds het begin van de twintigste eeuw heeft de padvinderij, in Zuid-Afrika uitgevonden door Sir Baden Powell, ook in Nederland een hoge vlucht genomen. Semi-militaire discipline was aanvankelijk nogal populair, later kon dat “semi” er af, in de tweede helft van die eeuw moest de padvindersbeweging zich vreedzaam opnieuw uitvinden. Maar nu zijn we nog in 1918, de Zwolse Padvinders vormen een flinke groep, die in de belangstelling komt te staan van de Hoge Beschermheer van de Nederlandse Padvinderij, Prins Hendrik.
Nee, dat varken wist natuurlijk niets van de erwtensoep. Het toeval heeft twee Zwolse gebeurtenissen dicht bij elkaar gebracht – in de krant. Het varkentje is een wild zwijn en de erwtensoep komt uit de Centrale keuken. Beide zitten in de problemen en verdienen honderd jaar later even aandacht. Eerst dan maar het varken.
Of je de IJssel nu met de stroom mee volgt of tegen de stroom in, ter hoogte van Zwolle stuit je op een drietal stoere overbruggingen. De noordelijkste is het minst spectaculair, een efficiënte doch gezichtloze voortzetting van de A28, voor het wegverkeer absoluut onmisbaar, maar helaas nogal onooglijk. De derde is nu de knalrode Hanzeboog, zeer eigentijds en voor het treinverkeer al even onmisbaar als die autobrug voor het wegtransport. Wat je er niet aan afziet, is de oorspronkelijke vorm van die spoorbrug, de gietijzeren degelijkheid van de negentiende eeuw. Tussen die twee bruggen ligt de ...
Op zaterdag 4 juni 1864 werd er feest gevierd aan de IJssel: de treinverbinding tussen Utrecht en Zwolle was voltooid. De spoorbrug over de rivier, waarvoor minister Thorbecke op 7 oktober 1862 de eerste steen had gelegd, was de eerste vaste oeververbinding op deze plek. Om 15.35 uur op die 4de juni in 1864 arriveerde, onder de tonen van het Stedelijk Muziekkorps, de eerste, feestelijk versierde, stoomtrein uit de richting Utrecht. De stad had er lang op moeten wachten, want al in 1845 werden de eerste plannen voor de Overijsselsche Spoorweg Maatschappij (OSM) gepresenteerd; maar die waren o...
Niet ver van de Katerveersluizen in Spoolde, tegen de voet van de IJsseldijk, stond al in het begin van de achttiende eeuw een spijker of buitenplaats, IJsselvliet genaamd. Het was één van de vele buitenplaatsen en havezaten die gelegen waren in het gebied rond Zwolle. Zij dienden als zomerverblijf voor personen die in de stad een belangrijke functie vervulden. Het was er heerlijk toeven. De rust en de landelijke omgeving droegen ertoe bij dat de bewoners zich ongestoord konden bezighouden met kunst en wetenschap. Het waren ideale plaatsen om gedachten in poëzie- of prozavorm aan het papier to...