AfbeeldingGroepsfoto ca 1876 van het muziekgezelschap 'Uni par les Sons de la Musique' in het atelier van FWH Deutmann aan de Kamperstraat 9, vijf heren en zeven dames. De namen van de aanwezigen stonden genoteerd op een papieromslag. Op de eerste rij van links naar rechts: Hilda Wispelweij (later mevrouw Coster), Marie Doyer-de Jongh, 'tante' Cato, Albertina M.J. Vernède-Maas (met muziekblad Stabat Mater in de hand) en Anna P. van Cleef. Op de tweede rij staande van links naar rechts met een viool André Riemsdijk, muziekonderwijzer, J.S. Piquet, leraar aan de Rijks HBS, 'tante' Saar, Jean Henri Vernède hoofdingenieur van de Centrale Werkplaats, Jan Doyer uit de Nieuwstraat (man van Marie), Riek Wispelweij en leunend op een stoelleuning, Gerrit J. Wispelweij, fabrikant en amateur-fotograaf. De Vernèdes vestigden zich in 1870 vanuit Den Haag in Zwolle, In 1877 verhuisden ze naar Rotterdam. Tante' Cato en 'tante' Saar zijn naar alle waarschijnlijkheid Sara Catharina Kantelaar (1836-1904) en Cornelia Catharina Aleijda Kantelaar (1838-1892), dochters van Nicolaas Jacobus Kantelaar (geb. Zwolle 29-11-1807, overl Dieren 7 april 1884), apotheker en steenfabrikant (1865) te Zwolle, steenbakker te Herculo 1871-1875, en Constantia Elisabeth van Deventer (geb. Zwolle 27-3-1813, overl. Dieren 20-12-1890, dr van Hendricus Arnoldus van Deventer koopman, likeurstoker (1834), oprichter en lid fa. Doyer en Van Deventer te Zwolle en Sara Catharina Doyer) beiden ongetrouwd en wat sociale herkomst betreft geheel aansluitend bij de andere dames. Van het gezin van negen kinderen, waaruit zij stamden, waren alleen twee zoons getrouwd, waarvan de ene alleen een zoon had die in het buitenland jong overleed en de andere alleen een dochter Constance, die zanglerares werd. Vermoedelijk is de foto uit de nalatenschap van Constance Kantelaar in de fotocollectie van het voormalige Gemeentearchief Zwolle terecht gekomen., 00-00-1876
Groepsfoto ca 1876 van het muziekgezelschap 'Uni par les Sons de la Musique' in het atelier van FWH Deutmann aan de Kamperstraat 9, vijf heren en zeven dames. De namen van de aanwezigen stonden genoteerd op een papieromslag. Op de eerste rij van links naar rechts: Hilda Wispelweij (later mevrouw Coster), Marie Doyer-de Jongh, 'tante' Cato, Albertina M.J. Vernède-Maas (met muziekblad Stabat Mater in de hand) en Anna P. van Cleef. Op de tweede rij staande van links naar rechts met een viool André Riemsdijk, muziekonderwijzer, J.S. Piquet, leraar aan de Rijks HBS, 'tante' Saar, Jean Henri Vernède hoofdingenieur van de Centrale Werkplaats, Jan Doyer uit de Nieuwstraat (man van Marie), Riek Wispelweij en leunend op een stoelleuning, Gerrit J. Wispelweij, fabrikant en amateur-fotograaf. De Vernèdes vestigden zich in 1870 vanuit Den Haag in Zwolle, In 1877 verhuisden ze naar Rotterdam. Tante' Cato en 'tante' Saar zijn naar alle waarschijnlijkheid Sara Catharina Kantelaar (1836-1904) en Cornelia Catharina Aleijda Kantelaar (1838-1892), dochters van Nicolaas Jacobus Kantelaar (geb. Zwolle 29-11-1807, overl Dieren 7 april 1884), apotheker en steenfabrikant (1865) te Zwolle, steenbakker te Herculo 1871-1875, en Constantia Elisabeth van Deventer (geb. Zwolle 27-3-1813, overl. Dieren 20-12-1890, dr van Hendricus Arnoldus van Deventer koopman, likeurstoker (1834), oprichter en lid fa. Doyer en Van Deventer te Zwolle en Sara Catharina Doyer) beiden ongetrouwd en wat sociale herkomst betreft geheel aansluitend bij de andere dames. Van het gezin van negen kinderen, waaruit zij stamden, waren alleen twee zoons getrouwd, waarvan de ene alleen een zoon had die in het buitenland jong overleed en de andere alleen een dochter Constance, die zanglerares werd. Vermoedelijk is de foto uit de nalatenschap van Constance Kantelaar in de fotocollectie van het voormalige Gemeentearchief Zwolle terecht gekomen.
1876, 1876
{D8224C34-81DF-4737-B9F1-FCBC09CD3A16}