'Na de oorlog had je de Marshallhulp. Toen heeft mijn vader een trekker gekocht. Hij ploegde er wel mee, maar met het zaaien mocht die zware trekker niet op het land. Dat werd nog met het paard gedaan. In 1960 heeft hij het laatste paard weggedaan. Langzamerhand gebeurde er steeds meer met de trekker. De gerst en rogge werd met een aflegapparaat gemaaid. Als je je voet er tegenaan zette, hoopte het graan zich op en kon je er een bos van maken. Later kwam er een zelfbinder die getrokken werd door de trekker. De bossen werden opgestapeld en later opgeslagen in een graanmijt. Een dorsbedrijf kw...
'In IJsselmuiden en omgeving had je vroeger drie standsorganisaties, de ABTB, de CBTB en de OLM. De CBTB in IJsselmuiden bestond voor 98 procent uit tuinders. Het veilingbestuur bestond uit leden van de veiling. Van elke standsorganisatie moesten er een paar afgevaardigden in het bestuur zitten. Dan was het eerlijk verdeeld. Mijn vader heeft ook jarenlang in het bestuur gezeten. Ik heb zelf vijf jaar in het hoofdbestuur gezeten van de CBTB in Overijssel. Ik was daar de enige tuinder, verder waren het allemaal melkveehouders. De voorzitter wist wel dat ik een vijand was van het melkquot...
' Voor mijzelf ging het werken steeds moeizamer. Al jaren heb ik last van de rug. Dat speelde al in de tijd dat ik in het samenwerkingsverband zat. Ik heb eigenlijk een totaal versleten rug. Dat komt met name door de werkzaamheden. Ik heb jarenlang op pijnstillers geleefd, vooral in het voorjaar als de gewassen in de grond moesten. Op een gegeven moment kreeg ik er zoveel problemen mee, dat ik bijna niets meer kon. Ik lag plat op bed. Toen was ik 28 jaar. De huisarts kwam langs. Op basis van foto’s uit het ziekenhuis zei hij: ‘Als je 30 bent, ben je boer af.’ Ik zou helemaal afgekeurd worden...
'De akkerbouw heeft vaak slechte perioden gekend, zodat het de vraag was of er nog wel toekomst in zat. Ik herinner mij nog vergaderingen van de Avebé waar bezorgde vragen werden gesteld over de toekomst van de akkerbouw. Iedereen zocht naar een alternatief voor de gangbare akkerbouw. Akkerbouwers zijn altijd op zoek geweest naar een vierde gewas, dat naast aardappelen, bieten en graan iets extra’s kon opbrengen. Ik heb wel doperwten geprobeerd. Samen met mijn oom hadden we acht hectare doperwten. Alles wat ik eraan over heb gehouden, is dat ik de diepvries vol met doperwten had. We hebben ook...
'In het begin hadden we een traditioneel akkerbouwbedrijf van bijna 30 hectare. De laatste koe heb ik direct weggedaan; een veehouder ben ik niet. We verbouwden fabrieksaardappelen, een beetje suikerbieten en voor de rest graan. De aardappelen waren de kurk waarop de veenkoloniën dreven. Daar moest je het eigenlijk van hebben. Je kunt niet elk jaar op hetzelfde perceel aardappelen verbouwen, dus je moet aan vruchtwisseling doen. Daarom wisselde je het af met graan en suikerbieten. Wij brachten onze aardappelen naar de coöperatieve aardappelmeelfabriek Onder Ons in de Krim, die is opgegaan in...
'Ik heb nooit druk ervaren om mijn vader op te volgen. Mijn moeder gaf juist de vrijheid om je eigen keuzes te maken. Mijn oudste broer voelde niet voor de boerderij. Hij is in Rotterdam gaan studeren. Ik had wel interesse. Na de lagere school ben ik eerst naar de Mulo in Hardenberg geweest. Mijn moeder zei altijd: ‘Zorg ervoor dat je een opleiding volgt en meer mogelijkheden hebt dan alleen boer te worden.’ Maar geleidelijk aan ontwikkelde zich bij mij het idee dat ik toch boer wilde worden. Achteraf vind ik het nog altijd fijn dat ik die mogelijkheid heb gehad, mede ook door de “gunfactor”va...
'Mijn vader en moeder hebben voor hun trouwen gezocht naar mogelijkheden om een eigen bedrijf te stichten. Zodoende zijn ze hier terecht gekomen. Dit gebied was een veenderij. De erven Van Roijen zat hier. De weg hiervoor was vroeger een hoofdwijk [veenkanaal], de Van Roijenswijk. Er was veel woeste grond die nog klaar gemaakt moest worden als landbouwgrond. Samen met een oom heeft mijn vader in 1936-’37 een stuk grond van bijna 60 hectare gekocht, dat ze hebben laten ontginnen in het kader van de werkverschaffing. De bovenlaag werd ontveend, de bolster [harde bovenlaag] vermengd met de onderl...
Jan: ‘Door het systeem van drijfmest kon je ook ligboxenstallen zetten. Je kon de mest zo uit de kelders pompen. Daardoor kwam de schaalvergroting in een stroomversnelling. Begin jaren ‘70 zijn de eerste ligboxenstallen gekomen. In 1976 hebben we de ligboxenstal gebouwd. Onze buurman had al 3 jaar eerder een ligboxenstal gebouwd. De oude stal was te klein. Het was er ook te warm en koeien hadden last van spenen trappen. Je moet met je tijd meegaan. De ontwikkelingen gaan heel snel. Je moet voorkomen dat je een achterstand krijgt. Je zat ’s zomers altijd buiten te melken, ook met onweer, regen ...
Jan: ‘Vroeger was hier allemaal heide. Mijn schoonmoeder wist nog dat het hier een grote vlakte was. Die bossen daarginds zijn door de textielfabrikanten aangeplant. Die heeft zij nog helpen poten. Daarginder was het veen. Dat was helemaal zwart. Nu is het begroeid met berken, vliegdennen en dergelijke, maar toen was het een zwarte vlakte. Er werd nog veel in gewerkt. Dan krijgen de berken geen kans. Er is hier veel turf weggehaald. Dat deden alle mensen in de buurt, totdat Staatsbosbeheer het in eigendom kreeg.’ Jo: ‘We hebben in de kamer nog een foto hangen van mijn overgrootvader met zijn...
'In 1948 ben ik hier in Enschede komen wonen. De boerderij van mijn schoonfamilie was niet meer in gebruik. Het bedrijfsgebouw dat er stond hoorde van oorsprong bij boerderij het Ribbelt. Ze hadden bij elkaar ongeveer veertig tot vijftig hectare grond. Deze lagen her en der verspreid. Sommige percelen waren verhuurd, andere stukken waren verwaarloosd. Tien, elf hectare bij de boerderij had mijn schoonvader in de oorlog verhuurd als volkstuinen. Ik heb er veel werk aan gehad om dat weer in orde te maken. Met geleend geld heb ik vee en machines aangekocht. Financieel gezien was het een moeilijk...
'Door de oorlogsjaren heb ik veel lessen op de lagere school gemist. In 1947 ben ik naar de Lagere Landbouwschool gegaan, eerst twee jaar in Oldenzaal en toen twee jaar in Denekamp. Daarna ben ik nog een jaar thuis geweest, voordat ik naar de Middelbare Landbouwschool in Oldenzaal ben gegaan. Daar zaten vooral jongens van grotere boerderijen. De buren snapten niet dat die oude Kaptein zijn jongen op de fiets naar Oldenzaal liet gaan. Hij had hem beter aan het werk kunnen helpen. Maar ik wilde graag verder. Mijn ouders steunden dat omdat er op de boerderij weinig toekomst voor mij was. Doorlere...
‘Ik kom uit Volthe, van een boerderij in de buurt van havezate Everloo. We hadden een eigen bedrijf, zowel met rundvee, varkens als kippen en wat akkerbouw. Het was vrij klein. We hadden acht hectare cultuurgrond en zes koeien. Veel meer kon je er in die jaren niet hebben, of je moest al een knecht of een meid hebben. Zes koeien was het maximale aantal dat je per persoon met de hand kon melken. Bij acht koeien hadden de boeren vaak al twee paarden, een knecht en een meid. In de herfst hadden we altijd wat aardappelen, kool en wortelen om uit te venten in de stad. Ik ben verschillende keren met...