image/svg+xml

Johannes Wardenier zelf net zo mystiek als zijn brandstofloze motor…

Verhaal

Johannes Wardenier zelf net zo mystiek als zijn brandstofloze motor…

  • Geplaatst door
Plaatje bij verhaal: img4839_2_aangepast.jpg

Johannes Wardenier spreekt nog steeds tot de verbeelding. Anno 2018 bij de scenarioschrijvers van de theaterproductie ‘Het mysterie Wardenier’ welke in mei 2019 als regiotheaterproductie in De Meenthe te Steenwijk op de planken zal worden gebracht. Natuurlijk draait het hierin om Wardeniers vermeende brandstofloze motor die hij in 1934 zou hebben geconstrueerd. Met dit nieuws werd het in november van dat jaar vooral een journalistieke hype van jewelste op wereldschaal. Er werden grootste plannen bekendgemaakt voor een fabriek in Wolvega waar wel 13.000 mensen emplooi zouden kunnen gaan vinden. Ook was daarvoor al een investeringsvermogen van 13 miljoen gulden beschikbaar. Het zouden twee gebakken-lucht-weken worden in Wolvega en decennialang bleef die geur nog hangen.

De brandstofloze motor zou een revolutie betekenen op het gebied van de toentertijd gangbare (en ook nu nog) mechanische voortbeweging. Dit -explosieve- nieuws liet de wetenschappelijke dogma’s even op hun grondvesten bewegen.  Alleen… niemand van de betrokkenen plannenmakers (op Wardenier na?) had toen deze motor ooit zien functioneren. En dat is ook nimmer gebeurd. En dat maakt het mysterieus. Twee weken lang hield de hype stand en verwerd daarna tot een mysterie met mythische componenten.

Was er nu wel of geen brandstofloze motor? En zo ja waar is die dan gebleven? Of was het de fantasie van Johannes die terecht kwam in een wens-is-de-vader-van-de-gedachte-voedingsbodem?  De vraagtekens stapelen zich in latere jaren alleen maar op door vreemde omstandigheden. Wat was Wardeniers rol in de Tweede Wereldoorlog en waarom redde Philips hem -meer dood dan levend- uit een Duits concentratiekamp? En hoe kon hij een goed bestaan leiden zonder te werken? Het zijn alle vaagheden die Johannes Wardenier zelf bij zijn leven tot een groot vraagteken maakten. Het overlijden in 1960 op 48-jarige leeftijd vergrootte zijn mysterie nog. Zijn laatste rustplaats is zelfs onbekend…

Met enige regelmaat werd door de media Johannes Wardenier en zijn motor weer voor het voetlicht gehaald. Op Delpher.nl zijn daarvan voorbeelden te vinden. Op 23 januari 1957 was hij ‘de gast van de week’ in het Steenwijker Dagblad. De Steenwijker journalist Henk Bruinenberg ging daartoe bij zijn stadgenoot Wardenier op bezoek. Ook hem lukte het niet om het mysterie te ontrafelen. Wardenier bleef in zijn rol als mede slachtoffer van de omstandigheden.

 “In 1934 sprak heel de wereld over de motor van Jo Wardenier.

Wolvega zag droombeeld van een enorme fabriek

In een gemakkelijke leunstoel, met een sigaret tussen de lippen, zat Johannes Wardenier bij de radio. Wij waren even bij hem binnengestapt. Onze komst was voor hem geen verrassing, want nog telkens komen verslaggevers hem opzoeken om nog eens te praten over de tijd van zo’n vijfentwintig jaar geleden, toen de wereld werd opgeschrikt door de uitvinding van een brandstofloze motor, die Wardenier zou hebben ontworpen. In deze tijd van benzineschaarste zou dat werkelijk een uitkomst zijn geweest en zou men geen moeilijkheden met een zondagsrijverbod gehad hebben. Wardenier immers wilde in 1934 al zonder benzine rijden, maar het is er niet van gekomen.

Jo Wardenier lachte een beetje, toen we met hem over dit gebeuren spraken. “Och”, zegt hij, “het is allemaal zo vreemd gegaan. Wat er in die tijd gezegd en geschreven is, is soms onbegrijpelijk en ik weet beslist niet waar het allemaal vandaan gekomen is”.

Als we dan de klok drieëntwintig jaar terugzetten, dan staan we in november 1934 in de kleine timmerwerkplaats van vader Wardenier in Witte Paarden, waar de 22-jarige zoon Johannes bezig is met het bouwen van een motor, die aangedreven wordt door lucht. Jo was vroeger (en is dat nog) een zeer bescheiden figuur en zegt niet te veel. Hij is kalm en bedaard, maar op zekere moment is het dan zover, dat er in de kranten berichten verschijnen, dat er in Steenwijkerwold een 22-jarige jongeman een brandstofloze motor heeft uitgevonden. Een motor, die draait op geperste lucht en die drie maanden achtereen kan doordraaien, zonder te ‘tanken’.

We leefden toen nog in de tijd, dat de motor en de auto nog niet zo populair waren als op de huidige dag en de uitvinding van Jo Wardenier kwam als een blikseminslag uit een heldere hemel. In twee dagen tijd sprak heel de wereld over dit grote gebeuren en inmiddels kwamen ingenieurs en technici naar Steenwijkerwold en bespraken alles met de jonge uitvinder.

Burgemeester Maas van Weststellingwerf zag er wel wat in en ook hij kwam in het complot. In Wolvega zouden de fabrieken verrijzen, waar ongeveer 13.000 mensen werk zouden vinden. Er waren twee baronnen als geldgevers en voor de bouw van  dit complex was reeds een bedrag van dertien miljoen gulden bijeen. Het nieuws over de uitvinding van de brandstofloze motor ging verder door de wereld, hoewel Wardenier zelf weinig wist van wat om hem heen gebeurde. Zo geheimzinnig als alles is gekomen, zo geheimzinnig is het ook weer verdwenen. Plotseling kwam het nieuws dat de brandstofloze motor niet bestond en Wardenier werd naar een zenuwinrichting in Groningen overgebracht.

Vader Wardenier maakte zich in die tijd niet druk over al die grote reclame, die er gemaakt werd. Hij had een timmerwerkplaats en een klein borenbedrijfje en ging gewoon door met zijn werk.

De brandstofloze motor verdween van het toneel en het vreemde van de hele geschiedenis is, dat Wardenier zelf niet weet waar nu eigenlijk dat motortje, dat hij destijds construeerde, is gebleven.

Hij is nu 44 jaar en wanneer hij nog eens nadenkt over die tijd, dan blijkt wel, dat alles vreemd is gebeurd. Enkele jaren geleden is bij Philips een motor geconstrueerd, die werd aangedreven door samengeperste hete lucht en die in het rampgebied werd gebruikt. Daarom zijn er nog velen, die in de mening verkeren, dat de uitvinding van Wardenier destijds niet zonder betekenis is geweest. Zelfs oliemagnaten uit Amerika kwamen naar Wolvega om te horen en te zien wat er aan de hand was.”

Hieronder is te lezen hoe de Opregte Steenwijker Courant wekelijks - op nuanceerde toon - verslag deed omtrent de zaak Wardenier en zijn motor.

Een opspraakmakende uitvinding

Sedert eenige dagen wordt hier met een zekere reserve gesproken over een zeer merkwaardige uitvinding op het gebied van motorische kracht. Een opzienbarende uitvinding, die zulke grootte perspectieven opent niet alleen, maar welker toepassing ook reeds zoo’n vergevorderd stadium heeft bereikt dat men, de handen in de lucht slaande, zich afvraagt of men hier nu inderdaad met de werkelijkheid te doen heeft of dat de fantasie hier haar ongebreidelde vlucht ontplooit.

Er zou een motor zijn uitgevonden, die al het bestaande overtreft in capaciteit, zuinigheid en uithoudingsvermogen: een instrument van zeer eenvoudige constructie, dat alles wat er ter wereld op dit gebied bestaat, verslaat en derhalve als bij tooverslag burgerrecht zal verkrijgen overal in Europa en in alle andere deelen van het wereldrond waar motorische kracht wordt aangewend – en waar geschiedt dat tegenwoordig niet.

De uitvinder, een bekende jongeling uit onze omgeving, is er reeds in geslaagd de gewenschte relaties te vinden voor de stichting van een enorme fabriek terwijl Nederlandsche kapitaal van zeer grooten omvang reeds is toegezegd voor de outillage en exploitatie.

Aldus werd fluisterend gesproken met vermelding van den naam en onder toevoeging van duizelingwekkende geldbedragen waarmee de onderneming op touw zal worden gezet. Maar – zoo liet men er op volgen – alles is nog een groot geheim, dat evenwel spoedige tot oplossing zal komen.

Als men zoo iets hoort, trekt men natuurlijk de schouders op en zegt dat er dan maar geduldig moet worden afgewacht tot het groote moment der openbaring zal komen of tot men, wachtensmoede, de overtuiging heeft gekregen dat de fabrieken en werkplaatsen luchtkastelen bleken en de duizenden arbeiders en het groot aantal ingenieurs, chefs en leiders figuren uit het rijk der verbeelding zijn…

Het is donderdagavond laat (de Opregte verscheen vrijdag). Daar bereikt ons een expresse tijding uit Wolvega, de woonplaats van den gewaanden uitvinder, waar blijkens ontvangen bericht heden een persconferentie heeft plaatsgehad waarbij o.a. ook aanwezig was de burgemeester van Weststellingwerf. Onze reporter werpt plotseling helder licht in de verwarrende onzekerheid en tovert ons Wolvega voor den geest als een toekomstige fabrieksplaats gelijkende op Eindhoven, waar Philips zijn duizenden werklieden tot zich wist te trekken. Is alles dan toch waar?

Wij zijn overtuigd van de geloofwaardigheid van den man, die zich tot ons richt met dit allerbelangwekkende nieuws, zonder zelf verantwoordelijk te kunnen zijn voor de welhaast ongelooflijke bijzonderheden, die hij ons meedeelt en laten hieronder volgen hetgeen hij als bezoeker van genoemde conferentie ons schrijft:

Wolvega, 1 november 1934

Door den heer J. Wardenier, geboren 20 september 1912, te Steenwijkerwold, en wonende te Wolvega, is en belangrijke uitvinding gedaan, welke een algeheele verandering op motorgebied tengevolge zal hebben.

De door hem uitgevonden motor zal geen benzine, geen water en geen afkoeling noodig hebben, terwijl de constructie ervan 90% eenvoudiger zal zijn dan van de tegenwoordige.  De motor zal uitsluitend smeerolie noodig hebben.

De heer Wardenier is met zijn uitvinding 6 jaar bezig geweest en na telkens weer verbeteringen te hebben aangebracht zag hij zijn proefnemingen +/- 6 maanden geleden met succes bekroond. Eenige maanden geleden heeft hij in de omgeving van Zwolle in bijzijn van een autofabrikant een proeftocht gemaakt, welke naar wensch is geslaagd en waarbij men tot de berekening is gekomen dat de exploitatiekosten dezer motor nog geen fl 25,- per jaar zullen bedragen.

De motor, welke 3 maanden achtereen kan loopen, zonder bijgevuld te worden, zal met medewerking van dezen autofabrikant, aan wien de noodige licenties zijn verleend, in den handel worden gebracht.

Op het oogenblik is er een motor klaar, waarmede in verschillende chassis proefnemingen zijn gehouden, en welke eveneens zeer geslaagd zijn. Thans is een carrosserie in aanbouw waarmee na de a.s. voorjaar te houden jaarbeurs een reclameoptocht door geheel Europa zal worden gehouden. Verder ligt het in de bedoeling enkele autobussen met de nieuwe vinding uit te rusten en eeige tijd beschikbaar te stellen aan enkele daartoe uitgenoodigde autobusmaatschappijen.

In verband met deze uitvinding bestaan er plannen tot stichting van 2 groote fabrieken, n.l. een fabriek voor automobielmotoren en een afzonderlijke voor stationaire motoren, waarvoor de plannen en tekeningen reeds zijn uitgewerkt, terwijl met den bouw er van vermoedelijk omstreeks januari a.s. zal worden begonnen.

Het ligt in de bedoeling de fabriek voor automotoren te Wolvega te stichten, waarvoor de benoodigde grond beschikbaar is en die voor de stationaire motoren, waaraan tevens een ijzergieterij zal worden verbonden in de omgeving van Amsterdam.

Naar schatting door de rijksingenieurs zal op iedere fabriek een aantal van 13.000 arbeiders kunnen worden tewerkgesteld, terwijl de stichtingskosten per fabriek fl. 13 millioen worden geraamd, waarvoor het benoodgde geld uit Nederlandsch kapitaal beschikbaar is gesteld.

De heer Wardenier is op het idee gekomen, doordat verschillende fabrieken in Holland en ook in Duitschland zich bezig hielden met proefnemingen, doch later hun onderzoekingen hebben stopgezet.

Een zeer groot voordeel van de nieuwe motor is dat de tegenwoordige  van dezelfde capaciteit en voor hetzelfde doel aangewend aanmerkelijk zwaarder in gewicht is. Het behoeft geen betoog,  welk ommekeer deze vinding met zich zal brengen: de gevolgen er van zijn dan ook nauwelijks te overzien.

Aldus dan het persbericht van dit alles van de correspondent die de persconferentie bijwoonde.”

 

De Opregte een week later met de nodige scepsis onder kop:

“De motor van Wardenier

Acht dagen zijn verloopen sedert wij hebben meegeholpen aan de vestiging van den wereldnaam Wardenier, als gevolg van de opzienbarende verklaring van dezen jongeman dat een bedrag van 13 millioen gulden ter beschikking is gesteld voor de toepassing eener uitvinding van zijn hand op het gebied der motorische kracht.

De invloed van de pers heeft in dit korte tijdsbestek zóó krachtig ontwikkeld, dat in binnen- en buitenland de naam Wardenier op ieders lippen zweeft. En geen wonder. Niet dat Wardenier zoo maar de man geworden is die alle andere mannen van het gebied der technische wetenschap verslagen heeft en in zijn eenvoud recht heeft om te lachen met axioma’s en bewijsgronden der wetenschap waarop tot nog toe de wereld heeft gebouwd  - dat alles zit nog en zal blijven zitten tot  op het ogenblik waarop zal blijken dat de geheime vinding inderdaad datgene is waarvoor zij zich heeft aangemeld. Toch bevreemdt het niet, dat na de publicatie in het eind der vorige week, die door talloze reporters en persfotografen is uitgebuit, men overal voor warm is geloopen. Dertien millioen gulden disponibel! Dát heeft beroering gebracht.

Wie kan plotseling zóóveel kapitaal bijeenbrengen? Dat kunnen alleen vertrouwenswaardige en als zeer bekwaam bekend staande technici, die kapitaalkrachtige personen of instellingen weten te winnen voor een uitvinding welke naar hun oordeel zonder mis slagen moet.

Eén van tweeën: de toezegging van die dertien millioen is een praatje, of de besliste toezegging van dit groote bedrag sluit in zich het bewijs dat de nieuwe motor naar het oordeel van beproefde en vertrouwenswaardige deskundigen geen hersenschim is. Waar geen van beide gevallen als werkelijk aanwezig kan worden vastgesteld (er mogen immers geen namen genoemd worden, zoodat geen oordeel kan worden gevormd) moet het groote vraagteeken betreffende de stichting van een fabriek van 13 millioen te Wolvega, werk bieden aan 13 duizend arbeiders, door ieder bezadigd mensch worden gehandhaafd.

Naast dat opgerezen vraagteeken dringt zich bij duizenden toch steeds maar weer de gedachte naar voren: er is al zóóveel uitgevonden in den laatsten tijd, waarom zou deze motor nu ook niet uitgevonden kunnen worden, hij heeft immers al proef gedraaid, volgens veler verklaring staat-ie ergens op ’n geheime plaats maar altijd rusteloos door te draaien; het komt vast voor mekaar, die motor zal bij honderdduizendtallen worden gefabriceerd en Wolvega krijgt z’n fabriek en z’n welvaart. De groote Edison is ook maar ’n eenvoudige kerel, waarom Wardenier niet!

Op dit willige stramien kan zóóveel worden doorgeborduurd dat het verstand er bij gaat stilstaan. En dat moet niet. Daarom: laat ieder zich vooralsnog houden aan de stelling die wij hierboven hebben aangeduid met “één van tweeën” en dan verder rustig afwachten of het aangekondigde oogenblik van de eeste-steen-legging inderdaad zal aanbreken.

Alle fantastische voorstellingen van wat wel de gevolgen zullen zijn als  de door de wetenschap onmogelijk verklaarde motor tóch verwezenlijkt wordt – zij vermogen niets anders te doen dan opwinding verwekken. Ieder die op hetgeen in de pers de ronde doet, stelling gaat nemen, plannen maakt en dezen zelfs gaat uitvoeren, stelt zich bloot aan groote teleurstelling. Laat men zich dit toch bewust zijn.

De opwindende lectuur in de bladen en de agitatie door speculeerende elementen verwekt, laten niet na hier en daar het gewenschte evenwicht te verstoren. Dat dit verschijnsel zich in de eerste plaats zou kunnen voordoen bij den heer Wardenier, die dagelijks bestormd wordt met allerlei vragen en aanbiedingen – het laat zich gemakkelijk begrijpen. Dat hij poogt, zich aan de kwade gevolgen daarvan te onttrekken, lijkt ons een verstandige maatregel. In dit verband zien wij zijn vertrek naar het academisch ziekenhuis te Groningen, waarheen hij zich Donderdag heeft begeven om onder behandeling van Prof. Van der Scheer zijn kalmte te herwinnen. Moge hem dit gelukken en hij verder behoed worden voor enerveerende invloeden van de jacht die op hem en zijn arbeid wordt gemaakt.”

En dan de slotconclusie van de Opregte, waarin ook de media een sneer krijgt (het zou zo op het heden kunnen slaan…)

“De motor (slot)

Ten opzichte van de geruchtmakende uitvinding van Wardenier is het leven sedert de laatste week weer tot zijn gewone verhoudingen teruggedrongen. Even na het verschijnen van ons vorig nummer, waarin wij reeds mededeelden dat de overspannen toestand van den heer Wardenier hem noodzaakte rust te zoeken in een zenuwinrichting te Groningen, kwamen berichten binnen die aantoonden dat de hooggespannen verwachtingen plotseling ineen was gezakt door de onthullingen  van den uitvinder. De motor, die de omverwerping van alle bestaande drijfkracht op z’n geweten had – de tooverkracht, die millioenen  uit den grond zou stampen maar eveneens andere millioenen van nog veel grooter aantal zou verwoesten, zij bleek nog te sluimeren in het rijk der hersenschimmen.De door sensatie meegesleepte menigte was den zoekenden motorconstructeur al ver vooruitgesneld en had door allerlei voorspiegelingen van argelooze menschen en speculanten tot feit verheven wat nog maar een gedachte, een wensch mocht zijn.

Zoo is dus alles als een kaartenhuis ineengestort: de enorme fabriek, de voorgespiegelde reusachtige uitwas van Wolvega, de verwachting van honderden jongemenschen in de omgeving  die zich al gingen voorbereiden op hun toekomstige positie in deze wereldindustrie, het geloof in een onbegrensde prijsstijging van landerijen en gebouwen in de gemeente, de perspectieven van toekomstige uitbreiding van spoor-, land- en waterwegen in het Zuidelijk deel van Friesland en wat al niet meer.

Men vraagt zich achteraf af, hoe het mogelijk is dat enkel op geruchten, dus zonder zichtbare en proefondervindelijke bewijzen, de verbeelding zóó krachtig kan werken dat de normale gang van zaken er als  ’t ware door in kluisters wordt gelegd. Het antwoord hierop kan alleen luiden: doordat concurrentie in de pers te ver gaat in haar streven om bij het publiek den indruk te wekken dat zij inderdaad is de Koning der Aarde. Wat een persoon hoort, wordt dikwijls weergegeven op een wijze die twijfel uitsluit, ook al zou het plicht zijn juist deze twijfel in de eerste plaats te belichten. Groote letters en portretten wekken suggestie: het publiek richt zich langzamerhand hiernaar: men kijkt slechts. Leest niet of weinig, geeft zich dikwijls gene rekenschap van wat wel of niet mogelijk kan zijn.

De spraakmakende gemeente doet verder het werk en dan belanden we met elkaar in die wondere stemming van onzekerheid, die telkens de hoop op vervulling van iets dat aangrijpt en schokt, doet oplaaien.

Onze uitvinder zelf – zoo stellen wij ons voor – is in deze opwinding meegesleurd. Hoewel in ’t geheel niet wetenschappelijk ontwikkeld is hij blijkbaar iemand die constructief is aangelegd. Van jongs af was het knutselen en samenstellen een hobby van hem. Hij liet er alles voor liggen en bereikte met z’n zoeken en toepassen soms resultaten die z’n zelfvertrouwen aankweekten en… overschatten. Waar een wetenschappelijk man zich zelf den weg naar mogelijkheden afsnijdt, daar belandde deze dilettant-ingenieur als het ware spelenderwijs op dit duister pad. Hij vond iets dat hem nieuwe openbaringen schonk – hij ging door en zag in zijn verbeelding reeds de verwerkelijking  van dat eene heel groote, dat alles zou overtreffen. Het eene ogenblik doordrongen van de noodzakelijkheid om toch alles geheim te houden totdat het groote moment der overwinning zou zijn aangebroken, heeft hij een anderen tijd den lust niet kunnen onderdrukken in kleinen kring iets los te laten van de ontdekking die in zijn oogen naar zijn beste weten een groote toekomst moest hebben.

Zoo is het geheimzinnige gemompel ontstaan, dat weken aaneen in onze environs een hooge spanning heeft veroorzaakt en 14 dagen geleden door de z.g. persconferentie is opgelost in een storm van grootsche verwachting. Nu kwamen de mannen der wetenschap uit den hoek. De onmogelijkheid van den gewaande brandstofloozen motor werd in de bladen gedemonstreerd, de jongeman werd ter verantwoording geroepen, ja en bleek, wat wij nu weten, dat hij nog niet helemaal was waar hij wezen wilde.

Wie lust gevoelt om uit te zoeken waar nu eigenlijk de man zit die de oorzaak was van al de sensationele opschudding welke geheel Nederland en ook andere deelen van de wereld heeft beroerd, hij leze alles nog eens aandachtig wat er in de pers gestaan heeft omtrent de Wolvegasche uitvinding… en dan blijft hij wellicht nòg onbevredigd. “

 

Bronnen:

1981. 30 oktober, 6 en 13 november. Opregte Steenwijker Courant ‘Uit Oude Jaargangen’ en de originele authentieke krantenartikelen uit november 1934.

1957. 23 januari.  Het Steenwijker Dagblad ‘de gast van de week (28)’.

Archief Henk Bruinenberg, Steenwijk.

Delpher.nl

Foto's zijn auteursrechtelijk beschermd

Voor hen die nog wat verder in het Mysterie Johannes Wardenier willen duiken:

https://www.wieiswieinoverijssel.nl/zoekresultaten/p1/453-johannes-warde...

https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=wardenier+wolvega&page=4&ma...

https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=wardenier+wolvega&page=4&ma...

https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=wardenier+1957&coll=ddd&max...

https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=wardenier+1957&page=1&maxpe...

 

Auteur:Teun Smit
Trefwoorden:Brandstofloze motor, Wolvega, Witte Paarden, Steenwijk, Steenwijkerwold, Opregte Steenwijker Courant, Het Steenwijker Dagblad, Delpher.nl, Mythe, Mysterie
Personen:Jo Wardenier, Johannes Wardenier
Periode:1934-1960
Locatie:Noord-west Overijssel