Andre Hazes
Op 6 mei 1835, een dag nadat hij is vrijgelaten op de Bedelaarskolonie Ommerschans, wordt Hendrik Hazes dood aangetroffen in de Kranenburger Aa bij Zwolle. Wat zullen zijn laatste gedachten geweest zijn? Zeker niet dat een nazaat van zijn jongste broertje Frans 150 jaar later zou uitgroeien tot de grootste volkszanger van Nederland.
titelfoto door Hans van Dijk / Anefo, CC0, via Wikimedia Commons
Bij André Hazes denken we automatisch aan Amsterdam. Daar is niets mis aan: zijn wieg stond daar en ook zijn beide ouders zijn er geboren. Maar grootvader Hazes is geboren in Hoorn en de drie generaties daarvoor komen uit de achter bakermat van Hazes: de stad Alkmaar. Daar trouwt op 13 mei 1792 "ter Camere van de Heeren Burgemeesteren" de jongman Pieter Hazis met de jongedochter Aaltje Lakeman, beiden afkomstig uit de kaasstad.
Pieter en Aaltje zijn katholiek. Zij krijgen samen 5 kinderen, die gedoopt worden in de St. Matthiasschuilkerk aan de Sint Jacobsstraat. Op 27 december 1797 wordt zoon Hendrik gedoopt.
Begin september 1803 overlijdt Aaltje Lakeman. Ze wordt op 9 september begraven.
Een maand later overlijdt ook Pieter's jongste dochter Sara. Eerder overleed al het eerstgeboren kind, ook een Sara. Zo blijft Pieter achter met drie jonge kinderen. Er is er hem veel aan gelegen om snel opnieuw te trouwen. En dat lukt! Al op 19 februari 1804 hertrouwt Pieter met Christina de Jager, geboren te Zwolle.
Pieter en Christina krijgen samen 8 kinderen waarvan er 7 volwassen worden en trouwen. Benjamin in het gezin is zoon Franciscus op 24 maart 1820. We zien dat Pieter dan het beroep van tapper uitoefent.
In 1823 koopt Pieter herberg de Eendracht, die gelegen is buiten de Kennemerpoort. Hij betaalt er 550 gulden voor, waarvan 100 gulden kontant en 450 op basis van een hypotheek tegen een rente van 5%.
Intussen zal Pieter's oudste zoon Hendrik het huis hebben verlaten. We vinden hem in 1825 in het inschrijvingsregister van Ommerschans onder hoofdelijk nummer 1279. Hij is opgezonden vanuit het bedelaarsgesticht in Hoorn en volgens de inschrijving was hij laatstelijk woonachtig te Rotterdam. Maar het is duidelijk dat we het over de zoon van tapper Pieter Hazes hebben: zijn naam staat duidelijk als vader. Als moeder staat daar: Chritina de Jager... Zij is Hendrik's stiefmoeder. Maar een kniesoor die daar op let... Hendrik is op 3 juni 1825 ingeschreven. Het gesticht staat er nu ruim 2 jaar en er wordt druk gwerkt om de landbouwkolonie te ontginnen en de werkplaatsen in het gesticht in te richten.
Om in aanmerking te komen voor ontslag, moet Hendrik aan de ontslagregels voldoen. Als hij werkt dan krijgt hij een loon. Een deel van het loon wordt ingehouden om de kosten van het gesticht te dekken. Een ander deel krijgt hij uitgekeerd in koloniale munt: kartonnen kaartjes met een bedrag erop, waarvoor hij in de gestichtswinkel eten kan kopen. Het resterende bedrag wordt genoteerd in zijn boekje. Dit is de oververdienste. Zodra hij 25 gulden aan oververdienste bij elkaar heeft gesprokkeld en minimaal een jaar in het gesticht zit, komt hij in aanmerking voor ontslag. Slechts bij uitzondering lukt het een kolonist om dat bedrag in een jaar te realiseren. Meestal kost het meer tijd, zoals de drie jaar die Hendrik er over doet.
De registers van Ommerschans worden regelmatig vernieuwd. Daarom zien we de uitschrijving van Pieter niet in bovenstaand register. Maar in een volgend register zien we dat hij op 13 juli 1828 ontslagen is.
In het register zien we dat het niet alle bedelaar-kolonisten even goed vergaat: Na Hendrik's vertrek wordt Anthonij van Gunst op 5 oktober 1828 ingeschreven onder nummer 1279: Hij overlijdt vijf weken later. Daarna gaat het nummer naar Salomon Verbaan. Die overlijdt negen maanden later...
Het doel van de Maatschappij van Weldadigheid is de bedelaar-kolonisten op te voeden opdat ze met het startkapitaal van 25 gulden als eerzame burger succesvol deelnemen aan de maatschappij. We praktijk is minder mooi: dikwijls komen kolonisten voor een tweede maal naar de Schans. En als ze tijd van leven hebben volgt daarna dikwijls een eindeloze reeks van inschrijvingen, met steeds kortere tussenpozen.
Het lijkt er op dat ook Hendrik dit pad gaat bewandelen. Op 14 mei 1831 wordt hij opnieuw ingeschreven te Ommerschans onder hoofdelijk nummer 975. Hij is opgezonden vanuit Utrecht.
Vermoedelijk heeft de rest van de familie Hazes geen weet van de nieuwe opzending van Hendrik. Vader Pieter Hazes zal zijn oudste zoon in elk geval niet terug zien. Hij overlijdt op 16 november 1834.
Vermoedelijk is Pieter het slachtoffer geworden van een epidemie in Alkmaar: In de laatste maanden van 1834 ligt de sterfte enorm hoog.
Vermoedelijk heeft zoon Hendrik in de Ommerschans geen bericht gekregen van het overlijden van zijn vader. Hij doet er deze keer bijna vier jaar over om zijn ontslag te bereiken.
Op dinsdag 5 mei 1835 stapt hij als vrij man de poort van Ommerschans uit, met ruim 25 gulden op zak. Hij wandelt richting Zwolle, waar hij de boot naar Amsterdam kan nemen. Het zal wel nooit duidelijk worden wat er niet goed is gegaan. Is de 36-jarige Hendrik onwel geworden? Het lijkt niet zo waarschijnlijk. De kans is groter dat hij een deel van zijn verdiende geld meteen heeft omgezet in een gevaarlijke hoeveelheid sterke drank. Drank die overal clandestien wordt gedestilleerd en verkocht en waar zo maar een dodelijke hoeveelheid metyl-alcohol in kan zitten. Of is hij te grazen genomen door een bende die weet dat een vers vrijgelaten kolonist geld op zak heeft? Hendrik wordt de volgende middag dood aangetroffen in de Kranenburger Aa, een stroompje tussen de rivier de Vecht en de Stad Zwolle nabij Berkum.
Het is niet zeker of het bericht van Hendrik's overlijden ooit is aangekomen in Alkmaar. Daar gaat het leven voor de familie Hazes verder met ups and downs.
Zoon Pieter (1808) is in 1828 getrouwd en heeft al 4 kinderen. Johanna Barbara (1806) is in 1829 gehuwd, maar zal in 1835 overlijden. Johanna (1804) trouwde in 1833 met Joseph Bruijn. Dit huwelijk zal kinderloos blijven. Johanna Maria (1810) trouwde in 1833 met Joannes Kortman. Zij zal ook in 1835 overlijden. De drie jongsten zijn nog ongehuwd. Maar zij zullen er in de komende decennia voor zorgen dat er veel nakomelingen met de naam Hazes komen.
Zo trouwt de jongste, Franciscus, in 1845 met Maartje Hemeijring. Zij krijgen negen kinderen, waarvan er één in Gorinchem wordt geboren en er twee jong overlijden in Maastricht. De reden dat het gezin ver van Alkmaar verblijft is dat Franciscus soldaat is, "fuselier" bij het 6e Regiment Infanterie. Aan het eind van de diensttijd woont het gezin weer in Alkmaar, aan de Nieuwlandersingel.
Zoon Franciscus (1858) trouwt in 1884 met Maria Johanna van Westerop uit Den Helder. Frans is aanvankelijk touwslager, later koopman. Zij vestigen zich in Hoorn, waar de eerste 9 van 14 kinderen worden geboren. Omstreeks 1897 vestigen zij zich weer in Alkmaar.
Zoon Johannes (1892) trouwt in 1920 in Amsterdam met Helena Gerretdina Jeanette van Westbroek uit Hellevoetsluis. Zij vestigen zich in Alkmaar, waar hun eerste kinderen worden geboren. In 1926 vertrekken ze naar Rotterdam, waar Johannes als stoker bij de Holland America Lijn werkt en dus regelmatig maanden lang van huis is. Vanaf 1931 woont het gezin weer in Amsterdam op diverse adressen in de Pijp. In 1960 wordt het huwelijk ontbonden door echtscheiding.
De oudste zoon, Franciscus Johannes (Joop) Hazes (1921) trouwt in 1942 met Johanna Wilhelmina Botschuijver. Haar stamboom is diepgeworteld in Amsterdam.
Joop Hazes en Johanna Wilhelmina Botschuijver zijn de ouders van zanger André Hazes. Als hij op 30 juni 1951 ter wereld komt, wonen zijn ouders aan de Gerard Doustraat. Negen jaar later heeft André zijn eerste optreden op de nationale televisie. Johnny Kraaykamp heeft het zangtalent van André ontdekt terwijl de jongen stond te zingen op de Albert Cuyp markt.
lees ook:
Auteur: | Helmuth Rijnhart |
Trefwoorden: | Ommerschans |
Personen: | André Hazes |