29 oktober 1837 - eigen kweek
Een bewijs dat het Johannes van den Bosch welgemeend was met het verheffen van de onderste laag van de bevolking, zie ik in het bestaan van het instituut Wateren, waar talentvolle jongens worden opgeleid voor leidinggevende functies binnen de Maatschappij van Weldadigheid. Hier geldt het "als je voor een dubbeltje geboren bent" ogenschijnlijk niet. Vandaag wordt Nicolaas Hofman, in 1824 als 17-jarige jongen te Wateren geplaatst en inmiddels gehuwd en boekhouder op de Ommerschans, voor de tweede maal vader. Eigen kweek werkt!
Nicolaas Hofman is in 1807 geboren in het Zeeuwse Tholen als zoon van de koopman Frederik Hofman en Sara van Doeselaar. Zijn vader overlijdt op 11 maart 1812 en zijn moeder op 30 maart van hetzelfde jaar. met zijn oudere broer Johannes en zijn zusje Sara wordt hij ondergebracht in het weeshuis van Tholen, waar Sara twee maanden later overlijdt.
In 1823 worden Johannes en Nicolaas met een aantal andere wezen uit Tholen overgebracht naar Frederiksoord, waar ze als inbestedeling worden ondergebracht bij de kolonisten. Nicolaas komt terecht bij de kolonist Frans Nak.
In 1824 wordt in Wateren, gemeente Diever, het opvoedingsinstituut voor de Maatschappij van Weldadigheid gebouwd. Een afbeelding van dit instituut vindt U boven aan dit artikel.
Uit de jongeren in de koloniën worden de "high potentials" geselecteerd om in Wateren een middelbare opleiding te volgen. Johannes en Nicolaas Hofman worden hiervoor ook geselecteerd en Johannes schrijft de volgende brief aan het thuisfront in Tholen.
Wateren den 12 december 1824
Zeer Geachte Heer!
Met een gevoel van dankbaarheid vinden wij ons ten hoogsten verpligt, om UEd onzen verschuldig eerbiet te betoonen de vurigste dankbaarheid doorstraalt onze harte, om dat wij vernemen dat UEd niet op houdt van ons weltedoen, wij habben gaare aan UEd verzoek voldaan met het brieven schijven; de tijd en gelegenheid heeft het ons niet togelaten, maar nu wij de gelegenheid hebben, zullen wij zoo vrij wezen, en schijven elk op zijn beurt, van de oudste tot de jongste toe eengen letteren, op dat UEd dan zien kan, of wij ook vordering en in het leeren en in het betragten voor onze pligt maken. Tot dus verre zijn wij, God zij dank, alle gezond geweest, bealve F. de Korte, heeft eenige tijd ziek geweest, maar is nu weder gezond ersteld.
Het is u mogelijk bekend, dat wij met ons in het Instuut van opvoeding zijn verplaast. Hier hebben wij het zeer goed. Wij krijgen goed eten en drinken, en hebben goede kleederen, bijzonder des zondags, dan hebben wij een lakenspak.
Wij zullen opgeleid worden tot dezen opzieners en wijkmeesters, en als wij dan verder goed op passen, komen wij nog hooger.
Daags werken wij alle op het land, en avons en 's morgens krijgen wij onderwijs, dat zeer goed is. In het voorjaar krijgt ieder een tuinje grond tot een tuinje, daar wij in pooten en planten kunnen wat wij willen, en dan krijgen wij ieder een paar appelboomen, en de vruten, die wij daar uit trekken voorde zelven.
Wat zijn wij blijde, dat wij UEd. zin gedaan hebben, en wij naar de Koloni gegaan, anders hadden wij dit geluk niet gehad. Geen een van ons spijt het meer dat wij uit Tholen zijn gegaan. Maar wij hebben ons geluk niet God, die alles bestuurt, aan UEd te danken, en wij danken UEd alle hartelijk. Mij broeder verzoekt vriendelijk of UEd den brief, dien hij onlans in UEd brief gedaan heeft, bezorgt heeft. Ik verzoek UEd zeer vriendelijk of mij mijn doozeegel over wil stuuren. Hiervoor niet twijffelende, noem ik mij
UEd gehoorzamen dankbaare
Johannis
De Maatschappij is maar wat blij met zulke positieve geluiden! In 1824 is er veel kritiek, met name omdat grote groepen weeskinderen naar de nieuwe gestichten in Veenhuizen worden gebracht, tegen de zin van de weeshuizen. Het is mooi dat de weeskinderen uit Tholen laten zien hoe goed het hen vergaat...
Dat Nicolaas Hofman het prima doet op het instituut te Wateren zien we in 1834, als instituteur Jan Hessels van Wolda een overzicht maakt van leerlingen die het instituut met goed gevolg hebben doorlopen. Daar prijkt Nicolaas trots bovenaan: hij heeft het geschopt tot boekhouder en onder-instituteur.
In 1832 is Nicolaas al aangesteld als boekhouder te Wateren voor het salaris van 52 gulden per jaar in zilver. En het jaar erop is hij benoemd als onderdirecteur, zoals we zien in zijn huwelijksacte van 29 december 1833.
We zien dat zijn bruid, Nienske Tijses, op dat moment dienstmeid te Ommerschans is. Zij komt terug naar Drenthe, bij haar echtgenoot te Wateren. Daar wordt in 1835 hun dochter Wilhelmina Frederika geboren.
Het jaar erop wordt Nicolaas aangesteld als boekhouder op de Ommerschans, de plaats waar zijn echtgenote drie jaar eerder al woonde. Nu heeft ze een andere stand, de vrouw van een ambtenaar.
Vandaag, 29 oktober 1837, is op de Ommerschans hun tweede dochter geboren. Ze krijgt de naam Catharina Sara, naar Nicolaas' moeder.
Nicolaas Hofman zal als boekhouder ongetwijfeld de nodige sporen op papier hebben nagelaten. Wellicht zien we zijn handschrift in de inschrijfregisters van Ommerschans, maar dat zullen we vermoedelijk nooit met zekerheid kunnen vaststellen.
In 1839 stuurt directeur Jan van Konijnenburg het verzoek aan de Permanente Commissie om het salaris van Hofman te verhogen. Hij verdient momenteel 6 gulden per week terwijl zijn collega's in de diverse koloniën minimaal 7 gulden verdienen.
De ambtenaren van de Ommerschans staan niet alleen registreerd in de administratie van de Maatschappij, ook de gemeente Stad Ommen inventariseert eind 1839 wie de vaste bewoners van de Schans zijn. Er wordt een soort volkstelling uitgevoerd en de gezinshoofden moeten de opgave van hun huishouden zelf ondertekenen.
We zien Hofman niet optreden als getuige bij de aangifte van geboortes of overlijden, anders dan bij de aangifte van geboorte van zijn eigen kinderen. Zo is hij in 1840 weer in Ommen vanwege de geboorte van zijn zoon Frederik Nicolaas.
Opvallend in deze aangifte is dat de eerste getuige, Joseph Lens, een kolonist van Ommerschans is. We zien niet vaak dat een kolonist mee mag naar Ommen, anders dan voor de aangifte van een eigen kind. De oud-militair Lens, geboren in het Beierse Eichstatt, is op 26 november 1839 vanuit zijn woonplaats Heusden naar de Schans gestuurd. Aan deze Lens is verder opvallend dat hij in 1844 een week verlof krijgt om naar Amsterdam te gaan. Hij komt daarna keurig naar de Schans terug en krijgt pas in 1851 ontslag.
In het najaar van 1840 vraagt het bestuur van Tholen hoe het met hun inwoners binnen de Maatschappij van Weldadigheid staat. Directeur van Konijnenburg doet uitvoerig verslag -Public Relations is van groot belang- en hoewel Nicolaas Hofman al zeven jaar geleden formeel is ontslagen wordt zijn succesverhaal wel degelijk meegenomen in het verslag.
Na de geboorte van Frederik Nicolaas wordt het gezin Hofman nog driemaal uitgebreid. En alle kinderen bereiken de volwassenheid, iets wat eerder uitzondering dan regel is in het midden van de 19e eeuw.
In 1860 vinden we het gezin Hofman in het bevolkingsregister van Stad Ommen op het adres wijk B nr 33. Van veel van de adressen in deze tijd weet ik nog niet wat de exacte locatie is, maar in het geval van het gezin Hofman is dat wel helder, omdat we van de buurman op nummer 34, predikant Andries Campagne, precies weten waar hij woont. Hetzelfde geldt voor huis nummers 30 (smidsbaas Jacobus Slot) en 31 (timmerbaas Andries Esveld).
HIeronder is op de kadasterkaart van 1860 in de rode circel aangegeven waar de woning stond, aan de noordzijde van het gesticht, aan de weg naar de Hervormde kerk.
hieronder dezelfde kaart, maar dan transparant gemaakt op de actuele satalietfoto in Google Earth. De Hervormde kerk en de pastorie van predikant Campagne staan er nog steeds.
Op 4 oktober 1861 overlijdt Nienske Tijssen, slechts 50 jaar oud. Buurman Andries Esveld en schoolmeester Haijo Hoogstra doen aangifte van haar overlijden.
Intussen is de oudste dochter het huis al uit. In 1865 vertrekken zoons Frederik Nicolaas en Tijs Alberts naar Dedemsvaart. Tijs komt eind 1866 terug, maar overlijdt op 30 september 1867. Tenslotte overlijdt boekhouder Nicolaas Hofman zelf op 16 juni 1868. Hij wordt op de begraafplaats van Ommerschans begraven bij zijn vrouw en zoon.
Frederik Nicolaas Hofman
Zoon Frederik Nicolaas vertrok in 1865, 25 jaar oud, naar Dedemsvaart. In 1870 woont hij daar samen met zijn zus Sara, totdat hij in 1871 naar Utrecht vertrekt. Begin 1872 komt hij terug uit Utrecht en niet lag daarna zal hij Diderica Stellingwerff hebben ontmoet, die dienstbode is in Dedemsvaart. Ze trouwen in Dedemsvaart op 25 maart 1874.
In hetzelfde jaar 1874 laat Hofman een nieuw woon/winkelhuid bouwen aan de Kalkwijk te Dedemsvaart. Op 27 november van dat jaar wordt het pand in gebruik genomen.
Mensen die een anonieme advertentie willen plaatsen, maken veel gebruik van het postadres van Hofman.
Ook voor geldleningen kun je bij Hofman terecht.
In 1881 start Hofman met een advertentieblad voor Dedemsvaart en Omstreken. Hiermee gaat hij de concurentie aan met G.J. Gelderman, die in 1877 in Meppel is gestart met een soortgelijk blad, en die onlangs zijn drukkerij naar Dedemsvaart heeft verplaatst.
Het is niet duidelijk of het blad de Heidebloem slechts kort is verschenen. In elk geval komt Hofman een jaar later met een nieuw initiatief.
Intussen gaan ook de anonieme advertenties gewoon door.
In 1884 komt er een einde aan de succesvolle onderneming van Hofman. Zijn vrouw overlijdt.
En op 11 januari 1855 overlijdt ook Frederik Nicolaas Hofman. Onmiddellijk wordt zijn zaak te koop gezet.

Het lijkt niet te vlotten met de verkoop. Wie heeft het lef om in Dedemsvaart een drukkerij voort te zetten naast de drukkerij van G.J. Gelderman, die intussen succesvol is met de Dedemsvaartsche Courant.
Uiteindelijk is het dan ook G.J. Gelderman zelf die de zaak van Hofman overneemt en op 12 september 1885 neemt het gezin Gelderman haar intrek in de woning. Enige jaren later laat Gelderman iets verderop op de Kalkwijk een nieuwe drukkerij bouwen, dat tot in de 21e eeuw het pand van de Dedemsvaartsche Courant is gebleven.
Voor het verhaal over de uitgeverij Gelderman, lees het verhaal krantenoorlog an de voart.
lees ook:
Auteur: | Helmuth Rijnhart |
Trefwoorden: | Ommerschans, Maatschappij van Weldadigheid, Dedemsvaartsche Courant, Dedemsvaartse Courant |
Periode: | 1837-1885 |
Locatie: | Overijssel |
Thema's: | Dagelijks nieuws van de Ommerschans, Verhalen |