image/svg+xml

11 november 1822 - Een tweeling

Verhaal

11 november 1822 - Een tweeling

Plaatje bij verhaal: wilhelminaoord_51_0.jpg

Het is onmogelijk over de bewoners van Ommerschans te schrijven en daarbij de andere Koloniën van Weldadigheid links te laten liggen. Er was dagelijks verkeer tussen de koloniën. Kolonisten en employees gingen voor korte of langere tijd van de ene kolonie naar de andere. Wat zou het toch mooi zijn als we uiteindelijk al die administraties op één hoop kunnen gooien.

 


Als we geboorteactes mogen geloven dan kwamen de twee meisjes in één laatste perswee de Ommerschans binnen.
De waarheid zal wel iets genuanceerder zijn, maar het staat er echt, beide geboren op 11 november 1834 des middags om een uur te Ommerschans.

www.bonmama.nl - www.familysearch.org - geboortes Stad Ommen 1834

 

 

www.bonmama.nl - www.familysearch.org - geboortes Stad Ommen 1834


Jan Abraham Delfos was nog niet lang in functie als zaalopziener op de Schans. Op 11 mei 1834 was hij in deze functie geplaatst. Een mooie promotie, maar wel een 24/7 baan. Het moet voor het gezin Delfos een fikse overgang zijn geweest, van de overzichtelijke hoeve No 51 in Wilhelminaoord naar het stampvolle Etablissement op de Ommerschans. In tegenstelling tot de gestichten in Veenhuizen, waar het personeel in woningen aan de buitenzijde van het gesticht wonen, zitten de zaalopzieners op Ommerschans tussen de zalen in. In hun woning zit ook de gaarkeuken waar -met behulp van kolonisten- voor 160 man gekookt wordt. Rust, Reinheid en Regelmaat zijn niet de steekwoorden in het huishouden van de zaalopziener.

Amsterdam


Jan Abraham Delfos wordt geboren te aan het Leidseplein te Amsterdam op 21 mei 1797. Zijn vader, Andries Delfos, is dan 47 jaar oud en al voor de derde maal gehuwd. Uit de eerste twee huwelijken heeft Andries geen kinderen. Uit het huwelijk met Sara Catharina Sluytman heeft hij al een dochter. Jan Abraham is zijn eerste zoon. In 1894 volgt nog een dochter.

Op 27 mei 1891 draagt hij Jan Abraham ten doop in de Westerkerk.

Stadsarchief Amsterdam - DTB 113 P187 (fol.99) - dopen Westerkerk 1791

 

Andries Delfos is overleden in 1811.

delpher.nl - Feuille politique du département du Zuiderzee 19-12-1811

 


Jan Abraham Delfos trouwt op 19 mei 1819 in Amsterdam met Jacoba Rica Gotz. Zij is in 1797 in Amsterdam geboren en in dezelfde Westerkerk gedoopt.

 

Stadsarchief Amsterdam - DTB 113 P412 (fol.206v) - dopen Westerkerk 1797

 


In de huwelijksacte lezen we dat Jan Abraham winkelier van beroep is. Het stel krijgt in Amsterdam zes kinderen, waarvan één doodgeboren en waarvan er één jong overlijdt.

Wilhelminaoord


Op 18 juli 1833 wordt het gezin op contract naar de gewone koloniën van weldadigheid gestuurd. Delfos wordt geplaatst op hoeve nr 51 in Wilhelminaoord. Via de website http://www.drentsarchief.nl/onderzoeken/koloniehuizen is deze hoeve snel gevonden, en wat zien we: het huis bestaat nog, op het huidige adres Oostvierdeparten No 47, Noordwolde.

http://www.drentsarchief.nl/onderzoeken/koloniehuizen - hoeve 51 Willemsoord (1833)

 


Het gezin heeft hier slechts 10 maanden gewoond, maar het is een vruchtbare periode geweest. Delfos moet zich prositief in de kijker hebben gespeeld, gelet op het feit dat hij al zo snel wordt voorgedragen voor de post van zaalopziener in de Ommerschans, waardoor hij van kolonist promoveert tot employee. En zeker ook vruchtbaar omdat zijn vrouw zwanger op de Schans aankomt en vandaag is bevallen van een tweeling.

Ommerschans


bewerkte kadasterkaart 1860 - gesticht Ommerschans



Op bovenstaande bewerkte kadasterkaart uit plm 1860 zijn de woningen van de zes zaalopzieners in blauw aangegeven. Bedenk daarbij dat het gebouw twee verdiepingen hoog was: Elke zaalopziener had daarmee het toezicht op 4 zalen a ca. 40 bedelaar-kolonisten.

Als ondersteunend bewijs laat ik graag weer eens zo'n prachtig management rapport zien, gemaakt na de grote telling in 1833, het jaar voordat Delfos op de Schans wordt geplaatst.

 

NL-AsnDA_0186_140_0442 Post van Weldadigheid 1833

 

We zien dat de zes zaalopzieners samen 999 kolonisten onder hun hoede hebben, waarvan 922 op zaal, 27 in het hospitaal, 20 in de zaal der scrabreuzen (schurftlijders), 2 gedetacheerden en 30 strafkolonisten voor wie geen plaats is in de strafkolonie (op de plattegrond rechtsonder) waar Haijo Hoogtra de scepter zwaait. Hoogstra is verantwoordelijk voor de 40 strafkolonisten en 16 personen in arbeidershuisgezinnen.

De bovenste zaalopziener, Hendrik Meewessen, is op 7 april 1834 overleden. Delfos wordt kandidaat gesteld als zijn opvolger op de Schans.

 

bonmama.nl - alledrenten.nl - post van weldadigheid 1834

 

En zo wordt het gezin Delfos op 11 mei 1834 ingeschreven te Ommerschans.

Op de genealogische kaart van Jan Abraham Delfos zien we dat hij -zoals alle zaalopzieners- regelmatig optreedt als aangever of getuige bij geboortes en overlijdens. Overigens zijn momenteel (2021) nog lang niet alle aangevers en getuigen uit de overlijdensactes van Ommerschans in de database gestopt. Als dat gereed is dan zal het aantal records voor Delfos en zijn collega's nog veel hoger uitvallen. Lijkt U dit een leuk klusje vanuit de luie stoel? Ik help U graag op weg!

www.bonmama.nl - genealogische kaart Jan Abraham Delfos HBSN 9798

 

We zien ook dat Delfos meteen na zijn installatie toetrad tot de Raad van Tucht te Ommerschans. Op 4 juni 1834 worden vijf kolonisten voor uiteenlopende vergrijpen gestraft.

Tweeling


Maar vandaag, 11 november 1834, eten we beschuit met muisjes, als tenminste de muisjes in het gesticht de beschuiten niet teveel hebben aangevreten. In de periode 1819-1890 tel ik 16 geboortes van tweelingen op de Ommerschans. Daarvan zijn er zes gegarandeerd 2-eiïg (jongen+meisje). Omdat 2-eiïge tweelingen net zo goed zusjes kunnen zijn, ligt het werkelijke aantal dus hoger. Het totaal aantal geboortes in deze periode bedraagt 1343. Ik lees in diverse publicaties dat 1:160 zwangerschappen een 1-eiïge tweeling betreft. Dat zouden er dan dus 8 moeten zijn op de Ommerschans. Conclusie: we kleuren netjes binnen de lijntjes!

Tegenover de vreugde over het jonge leven, staat de harde werkelijkheid van de enorme kindersterfte. T.z.t. zal ik hierover vergelijkende cijfers publiceren, maar Ommerschans stak zeker niet gunstig af tegen "normale" gemeenschappen. En met name de sterfte na 9 maanden -als het kind zo zoetjes aan van de borst wordt gehaald- lijkt heel groot te zijn. Ook het gezin Delfos ontsprong deze dans macabre niet: dochter Gesina Maria overlijdt op 11 december 1835, 1 jaar en 1 maand oud. 

www.bonmama.nl - www.familysearch.org - overlijdens Stad Ommen 1835

 

De aangifte is gedaan door collega zaalopziener Adolph Daniel Otterbein en geneesheer Samuel de Goede. De laatste was op 23 januari 1834 vader geworden van een twee-eiïge tweeling, die op 5 augustus 1834 en 29 september 1835. Bovendien is zijn vrouw overleden op 14 april 1835. Een dokter in huis is geen garantie van een lang leven.

In het voorjaar van 1840 stelt directeur der Koloniën Jan van Konijnenburg een onderzoek in tegen Delfos. Aanleiding is een klacht van de kolonist Gerrit van der Wal, die op 16 november 1839 door de Raad van Tucht is veroordeeld wegens dronkenschap. Van der Wal, die in een zaal van Delfos woont en die een tijd lang het privilege had om als kok in de keuken van Delfos te mogen werken, richt al zijn woede op Delfos in een kostelijk, maar moeilijk leesbaar klaagschrift.

 

bonmama.nl - alledrenten.nl - post van weldadigheid 1840



De Permanente Commissie gelast directeur Jan van Konijnenburg om persoonlijk een onderzoek naar deze klachten in te stellen. Het proces verbaal dat van Konijnenburg op 28 maart 1840 opstelt, geeft een inkijkje in het dagelijks leven op de Ommerschans.

 

bonmama.nl - alledrenten.nl - post van weldadigheid 1840

 

Ontwikkeling van en nader verhoor des Zaalopziener J:A: Delfos te Ommerschans door den Directeur in bijwezen van den Adjunct Directeur en den Onder Directeur van binnen, op den 12 Maart 1840, op de tegen dien Zaalopziener ingekomen klagten van den Kolonist G. van der Wal No 2203.
Aamleiding gaf de ondergane straf door Van der Wal ter zaken van een dronkenschap en voornemen tot verkoop van kleeding, volgens het slot zijns briefs.
Hij zegt zijns hemd niet te hebben willen verkoopen maar te wasschen geven aan zijne vrouw, in het waschhuis  en de drank zelf van de vaart te hebben bekomen, waarover hij zich niet verder wil uitlaten. Zijne vrouw is nu uit het waschhuis genomen.

1. Kokkeling en Van der Meijden zouden te borg verkoopen. Deze ontkennen zulks genoegzaam geheel. De zaalopziener Delfos zegt er niets van te weten. Andere kolonisten ontkennen het mede, of geven ontwijkende antwoorden.

2. De Kolonist H. van der Meijden heeft aan het huisgezin van Delfos geld geleend. De zaalopziener zegt dat zulks met zijne vrouw, buiten zijn weten, heeft plaats gehad en dat Van der Meijden niet eerder de terug gave gevorderd heeft. Van der Meijden, bij Delfos in gunst staande, ontkent zulks niet.

3. Van der Meijden heeft aan vrouw Delfos een paar schoenen gegeven, omdat hij kok geworden was. De zaalopziener zegt, dat zulks mede buiten zijn weten had plaats gehad en dat zijne vrouw er f 1,= voor betaald heeft, terwijl ze maar f 1,40 kosten en er dus niet meer dan 40 centen bij genoten zijn. Van der Meijden bevestgt zulks.
De Directeur heeft niet geweten dat er particulier schoenen gemaakt werden en heeft nu gestrenglijk verboden, om in de zalen iets te maken van zulke zelf aangekochte grondstoffen, als welke mede in de fabrijken verwerkt worden, om het gevaar voor ontvreemding, en ook omdat de tijd wel in dienst van de Maatschappij te besteden is.

4. Van der Meijden heeft gedurende hij kok was, zijn eten verkocht gehad. De zaalopziener zegt al wederom er niets van te hebben geweten en ook te gelooven, dat zulks in meer zalen plaats heeft. Ondertusschen is het slechts de zaalopziener die zulks kan en moet weten en behoort te keer te gaan.

5. De aanklager Van der Wal zegt menige flesch sterken drank door tusschenkomst van den Zaalopziener te hebben gekocht. Dit wordt door den Zaalopziener ontkend; althans zou zulks slechts vroeger met een enkelen borrel kunnen hebben plaats gehad. Onderscheidene kolonisten stemmen daarmede in, maar zoo als het schijnt alléén, om den Zaalopziener te sparen en hem niet te verraden, zoo als zij dit noemen. Zelfs Van der Wal kan of wil uit den laatsten tijd geen voorbeelden aanhalen.

6. Delfos heeft een paar schoenen van den kolonist P. Zwarts overgenomen. Hij ontkent dit niet, maar zegt, dat Zwarts vroeger met scheermessen is vertrokken, die tot het mobilair behoorden, waarvoor hij aansprakelijk was en die hij dan ook aan d Maatschappij heeft moeten vergoeden, welke schuld van Zwarts na diens wederkomst, op dusdanige wijze aan hem is gekweten.

7. De zaalopziener heeft een katoenen hemd geleend, tot voering van een kleedtje zijner dochter. Hij ontkent dit niet en zegt het naderhand terug te hebben gegeven en het leenen dus slechts voor korten tijd geweest is, daar zijne vrouw verlegen was.

8. De Zaalopziener zou ook klompen nemen, voor 10 centen van den Kolonist, welke dezelve op zijn schuldboekje neemt. Dit ontkent hij.

Frederiksoord den 28 Maart 1840
De Directeur der Koloniën
(get.) J. van Konijnenburg


Het gevolg van deze affaire is dat Delfos het veld moet ruimen.

Op 13 juni 1840 is het gezin Delfos vanuit de Ommerschans terug geplaatst naar Kolonie III, Willemsoord, in de gemeente Steenwijkerwold. Volgens de website Koloniehuizen heeft hij daar met zijn gezin op 4 adressen gewoond.

www.drentsarchief.nl/onderzoeken/koloniehuizen - J.A. Delfos

 


De volgorde en bijbehorende datums spatten nog niet van deze website af, maar via de website van de archieven van Steenwijkerland zie ik wel dat het laatste adres, waar zijn vrouw overlijdt op 7 maart 1863, wijk N1 nummer 74 is. Dat is het huidige adres Koningin Wilhelminalaan 28. Het koloniehuisje heeft daar inmiddels plaats gemaakt voor nieuwbouw.

In het bevolkingsregister zien we dat Jan Abraham Delfos een week na het overlijden van zijn vrouw is vertrokken naar Avereest. Daar wordt hij op 18 maart 1863 ingeschreven, samen met zijn ongehuwde dochter Jacoba Rica, op het adres wijk C nr 14. Daar hebben ze een onderkomen bij veldwachter Hendrik Tinholt aan de Kruizinga's Wijk, tegenwoordig Langewijk.

 

www.bonmama.nl - huisnummerkaart 1850-1870 - wijk C nr 14

 


Op 21 december 1866 zijn Jan Abraham Delfos en zijn dochter verhuisd naar Assen. Daar is Jacoba Rica op 31 mei 1867 gehuwd. Maar dat heeft vader Delfos niet meer meegemaakt. Hij overleed te Assen op 16 april van dat jaar, 75 jaar oud.

Wat Jan Abraham nog wel meemaakte, was het huwelijk van de helft van zijn tweeling, vandaag geboren. Alida Christina Delfos trouwde op 2 juni 1866 te Muntendam met gemeente-ontvanger Reint Atzema. Helaas kon vader Delfos niet bij de voltrekking van het huwelijk aanwezig zijn.

 

allegroningers.nl - huwelijken Muntendam 1866

 

allegroningers.nl - huwelijken Muntendam 1866

 

Reint Atzma en onze Alida Christina Delfos hebben in Muntendam twee zoons gekregen en daarna zijn de geëmigreerd naar het Verenigd Koninkrijk. Daar loopt voor mij momenteel het spoor dood. Wie helpt me om deze I een punt te geven?

 

lees ook:

Auteur:Helmuth Rijnhart
Trefwoorden:Ommerschans, Maatschappij van Weldadigheid, Tweeling, Wilhelminaoord
Personen:Delfos
Periode:1834-1868
Locatie:Overijssel
Thema's:Dagelijks nieuws van de Ommerschans, Verhalen

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.