image/svg+xml

Deel 20 - M`n leven gered, achterop brommerds naar bands en stille ook lichamelijke verliefdheden..

Verhaal

Deel 20 - M`n leven gered, achterop brommerds naar bands en stille ook lichamelijke verliefdheden..

Plaatje bij verhaal: Header3.jpg

In die band met Eduard, Jopie Munsterman, Hans Mooi en ik, die niet te lang duurde,(want zonder Hennie Visscher, die verkering had met Wiene Damwijk was het maar niets) noemde ik mezelf "vliegend basgitarist", wat betekende, dat ik soms van de bas was en soms slaggitaar speelde. Het was een uitdrukking door mezelf bedacht om aan te geven dat ik dan dit of dan dat zou kunnen spelen. Toen kwam de tijd dat Hennie Visscher, die verkering had met Wiene Damwijk, een keuze maakte voor het meisje. Net bij hem om de hoek introduceerde hij ons aan een andere drummer, wiens naam me werkelijk ontschoten is. Voor mezelf was echter de lol eraf. Het was heel anders. Hoe de anderen erover dachten weet ik niet, maar `k weet wel dat het heel snel afgelopen was.

We schrijven dan 1966. De september daarvoor was ik in het examenjaar van ULO 3 begonnen. We gingen bij goed weer op donderdag `s morgens voor ons uurtje gymnastiek naar het sportpark aan het Rechterslaantje naast het Wooldrikspark waar we honkbal hadden onder leiding van de heer Visscher. Wij hadden nogal veel lol met m`n moeder en wilden haar recht leren lopen en dan "marcheerden we wel eens door de keuken, (wat echter niet hard was), alhoewel met veel lol en gelach, maar niet echt luid. Toch stoorde onze onderbuurman zich daaraan. Hij bonkte wel eens met iets vanuit zijn huis tegen onder onze vloer en stond wel eens achterthuis in het donker naar boven te kijken. Ooit had ik uit "voorzorg" een behoorlijk groot stuk steen, bestaande uit meerdere stenen, wat ik ooit eens gevonden had op het platje gelegd in "het geval dat"...Nu, dat geval vond plaats op een zondagavond toen m`n buurman een tafel pakte, waarop hij een trap zette om naar boven te klimmen. M`n moeder, had het licht van de keuken uit gedaan en zat met Eduard in het donker. Toen ben ik heel snel op het platje gegaan, heb dat grote stuk steen in m`n handen genomen en op het moment, dat hij zich aan z`n handen aan het platje op wilde trekken, heb ik met al m`n kracht die ik had, die grote steen naar beneden gedonderd met het gevolg, dat hij met trap en al naar beneden donderde. Het was ineen keer donker. Het licht van het achterthuis, dat net beneden ons platje lag, was ook kapot en ik schrok me een hoedje, durfde niet meer te kijken, want ik vreesde het ergste, want ik had zo hard gegooid en ging stilletjes naar binnen. Wonder boven wonder gebeurde er niets totdat ik hem later in donker de scherven van de lichtbol bij elkaar hoorde en zag vegen. Hij heeft die avond de politie nooit gebeld.

De volgende morgen zat ik wonder boven wonder bij een toneeluitvoering ter ere van Sinterklaas met De Borren ULO en andere scholen in de Twentse Schouwburg, maar ik was er niet helemaal bij met m`n hoofd. Diezelfde man kwam `s morgens vroeg wel eens in z`n hemdsmouwen naar buiten, als wij de fiets voor het naar school gaan uit de schuur moesten halen en zei: "Als er weer concentratiekampen komen, zijn jullie de eersten die erin komen". In de lente, zo mei juni, behoorlijk kort voor de examens gingen we op de fiets met onze klassenleraar de heer ten Bosch, (die voetbalfan was, vooral van Beckenbauer van Bayern Munchen, die toen net nieuw was), op schoolreis naar de Braamhaar in Buurse, wat vlak bij de Duitse grensovergang Knalhutte lag, waar we van het midden van de week tot zaterdagmorgen verbleven. Het was een mooie tijd. Lange Jan Nijland had verkering met "Rita, die ook behoorlijk lang was. Ze hadden een geschil, wat gelukkig weer bijgelegd was.

Het was de tijd van de Beatles LP "Revolver" en The Rolling Stones LP ”Aftermath". Het muziekblad Kink, wat later Hitweek zou worden was er. Er was zoveel opwindends. Het was ook de tijd, dat ik zwemmen ging in het Diekman, m`n eerste lichamelijke liefdegevoelens kreeg voor een meisje met een mooi gezicht en een mooi lichaam, die ik niet verbergen kon terwijl ik in het water was of later op het grasveld ging liggen, maar dat deed ik ook niet want ik kon immers niet weglopen. Het was daar heel natuurlijk. Er ging wel een hele nieuwe wereld voor me open. Waauw, wat moest ik daar nou mee. Ik was wel opgewonden. Als de school vroeger uit was, ging ik voordat ik naar huis ging soms eventjes langs de platenafdeling bij VenD waar een mooie platenverkoopster was, dan luisterde ik naar een Beatles of Rolling Stones-plaat en genoot ondertussen van de schoonheid van haar charme en dat mooie beeld, die mooie visie nam ik dan met me mee en voelde me zo gelukkig.

Thuisgekomen ging ik ook geregeld een potje voetballen met de jongens rondom op het plantsoen. Het was een mooi grasveld om te spelen. Toen kwam de examentijd. Op de nachten voorafgaande aan de dag van de betreffende examens, lei ik het desbetreffende boek onder het kussen. (`k Had wel eens gehoord of gelezen dat dat bij sommige mensen zou kunnen hebben geholpen). Het was een goed examen met een 10 voor geschiedenis, een 9 voor Engels, een 8 voor Nederlands, een 8 voor Duits, (er was ook een leraar Boerrichter-hij woonde in Nordhorn) en een 7 voor Handelskennis. Op de dag dat we het wisten zijn we dezelfde vrijdagavond op fietsen en brommerds gezamenlijk langs de ouderlijke huizen van onszelf en alle medestudenten geweest. Bij Herman Buitenhuis, die in de verbindingsstraat tussen de Laaressingel en de Oldenzaalsestraat woonde, hoorde ik die avond Aftermath.`k had altijd veel bewondering voor Joke Schukkink die heel moeilijk liep maar meestal opgewekt was. Ze had speciale ondersteuning voor haar lichaam vanwege kinderpolio. De tijd was gekomen om voor een baan te zoeken.

Met m`n diploma zou ik een kantoorbaantje kunnen krijgen. Eens ging ik op de fiets naar de haven om bij een kantoor te solliciteren. Kom ik uit het kantoor, zie ik iemand juist m`n fiets weer neerzetten, na hem even "geleend" te hebben. Met het baantjes zoeken liep het op niets uit want niemand wou me hebben met m`n lange haar en ik was te stijfkoppig om het af te knippen. Omdat ik best wel gek op de zee was, heb ik eens gereageerd op een advertentie van de Koninklijke Marine, waarna ik bezoek kreeg van een man, die me uitnodigde voor een lichamelijke keuring. Vlak daarvoor besloot ik het niet te doen. De zee, ja, maar het idee met een geweer in m`n hand?

Het was in het volgende najaar dat ik op een zaterdag-namiddag in september, na een gevecht met m`n benedenbuurman Luchtemeier, nadat hij m`n broer Eduard wat wilde aandoen, ik hem wilde helpen en met onze eigen fietsenpomp op m`n hoofd werd geslagen en ik met hem aan het rollebollen kwam totdat m`n vriend Cies Baart, die om de hoek van het Abeelstraatje kwam rijden, van de brommerd sprong. Terwijl hij de brommerd in de heg gooide en in die sprong een zakmes, waarmee die buurman mij net op dat moment in m`n rug wou steken, uit diens hand trapte en zo m`n leven redde. Toen begon de "race", wie het eerst bij de politie zou zijn. We waren er tegelijkertijd bij het toen nog oude politiebureau aan de Haaksbergerstraat. Ook zijn we naar de polikliniek van het toen nog bestaande "Ziekenzorg" ziekenhuis geweest om een gat in m`n hoofd, dat was veroorzaakt tijdens het gevecht, met een kram te laten verzorgen. Diezelfde avond waren we alweer uit en stond ik van Q 65 in "The First Loose Club" van Juul Samson en Henk van Rees in Schouwburg Irene te genieten. Later zijn we ooit nog eens bij Luchtemeier uitgenodigd, voor een kop koffie, wat toch ook weer de goede kant van de mens liet zien. We zijn wel gegaan. Toch voelde ik me niet te lekker en toch is het goed het gedaan te hebben. Een mens wordt blootgesteld aan allerlei omstandigheden in de geest van "onderzoek alles en behoudt het goede". Weer later bekoelden de gevoelens van mijn kant, nadat ik wist dat hij z`n vrouw sloeg.

Het was het najaar van de eerste plaat van The Honest Men, "But tomorrow". Wij hadden een groepje vrienden en gingen dan meestal met brommerds naar o.a. The Honest Men in zaal Meiers in Neede, The Roamers in De Bron in Haaksbergen en The Buffoons in zaal Reinders in Enschede. Ik zat meestal achterop, vaak bij Cies. Andere vrienden waren Alex Blaauwbroek, Frans Schaddelee, Evert Ulrich, Klaas Dekker, Appie en Corrie Timmer en Gerrit Meierink. Met Karel Welmers ben ik ooit eens naar de Rowdys in zaal Timmers in Nordhorn geweest. We gingen eigenlijk overal wel naar toe. "Have you seen your mother baby standing in the shadow". Af en toe dansen en dan lekker dicht tegen elkaar bij de Refreshers in het gebouwtje bij het klooster. Het was de tijd van "I want to spend my life, With a girl like you, papapapapa papapapapa".Wat een gewaarwording. Bij een speeltuingebouwtje op Boswinkel een keertje even lekker gevrijd met Gerda, de zus van Frans Schaddelee. Het gebeurde allemaal gewoon. "Ben ik te min", van Armand, was de eerste song die me inspiratie gaf om zelf te gaan schrijven. Er zou nog zo veel gebeuren......."Last train to Clarksville" van the Monkees, "Too many people" van The Hollies, te veel om op te noemen. `k Kreeg werk in de kraskamer bij Oosterveld, maar wegens neusbloedingen door pluisjes kreeg ik na drie weken m`n ontslag. Nadat het nieuwe jaar 1967 begonnen was stelde m`n moeder voor dat ik het best een tijdje bij m`n vader zou kunnen gaan proberen.......

Terug naar INDEX

Herman Hanauer is geboren in Enschede en heeft z’n jeugd wisselend doorgebracht in Enschede, Lingen (Duitsland) en Delden. In de zestiger en zeventigerjaren maakt hij deel uit van diverse bands waaronder freesound group The Rabbits. Na vele omzwervingen, door heel Europa, vestigt hij zich, in 1996, in Australië.

 

 

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.