image/svg+xml

De Cripple Creek Club - Borne

Verhaal

De Cripple Creek Club - Borne

Plaatje bij verhaal: NL-EsOKTbordo00006.jpg

Vergeleken met het enorme aanbod van festivals, party’s en dancefestijnen in de huidige tijd, was het uitgaansleven in de jaren 50 van de vorige eeuw op z’n zachts gezegd nogal tam. Dat wil niet zeggen dat met name de jongeren zich niet vermaakten. Wel degelijk, want in die tijd keek men uit naar de wekelijkse dansavonden waar de quickstep, foxtrot, wals en Engelse wals favoriet waren. Een paar biertjes voor de jongens en een biersoes, een wijntje of een glaasje prik voor de meisjes maakten het feest compleet. De eerste verschuiving die door menig ouder als een schok ervaren werd, vond plaats met de opkomst van de Rock-‘n-Roll. De dansbands waagden zich aan de nieuwe muziekstijl met nummers van onder anderen Bill Haley, Elvis Presley en Little Richard. En niet onbelangrijk: de elektrische gitaar werd een onmisbaar instrument. Al twistend, swingend en rockend ging men over de drempel van de jaren 50 naar een volgend decennium waarin een nieuwe golf zich aandiende: de Beat. Ook Borne werd hierdoor getroffen.

De Ster en de Keizerskroon
Als we iets meer te weten willen komen over de toenmalige Bornse hotels De Ster en De Keizerskroon, dan zijn we bij Jan Immerman aan het juiste adres. Als dorpsgids kan hij enthousiast vertellen over  de geschiedenis van beide horecagelegenheden, maar hij brandt pas echt los als de jaren 60 van de vorige eeuw ter sprake komen. Terug naar de jonge jaren als hij samen met een groep vrienden het bestuur gaat vormen van een onvervalste beatclub die in beide etablissementen voor korte en langere tijd haar onderkomen zal vinden. Als in een gesprek met Jan ter sprake komt, dat er ooit een plakboek is aangelegd door Rinus Buijvoets, die inmiddels al 50 jaar niet meer in Borne woont, is een telefoontje naar Koog a/d Zaan snel gepleegd. Het plakboek wordt door zus Ans netjes in Borne bezorgd. Samen met een zevental gestencilde boekjes blijkt het album een bron van herinneringen die de basis vormen voor onderstaande tekst. Rinus besluit vanuit de Zaanstad naar Borne te komen en we treffen elkaar bij Jan thuis. Koffie en gebak zijn nog onaangeroerd als de anekdotes al over de tafel vliegen. Onderwerp van gesprek: The Cripple Creek Club.

De aanleiding: The Beat
Met de grote doorbraak van The Beatles en de daaropvolgende ‘British Invasion’, een vloedgolf van Britse bands die Amerika veroveren en de hitlijsten domineren, worden ook de Nederlandse jongeren aangestoken door de nieuwe muziekstijl die beatmuziek wordt genoemd. De naar dit fenomeen genoemde ‘beatclubs’ schieten in het midden van de jaren 60 als paddenstoelen uit de grond. Borne blijft hierin niet achter. Sterker nog, als het idee geboren wordt om de beat naar Borne te halen, hebben de jeugdige initiatiefnemers nog niet het flauwste vermoeden dat ze aan de wieg staan van een jongerenclub die in de relatief korte tijd van haar bestaan uit zal groeien tot een van de bekendste in de regio. En dat alles voortkomend uit wat gerust een nobel doel genoemd mag worden.

Het ontstaan
In Borne is advocaat procureur Mr. Demmer voorzitter van de Katholieke Jeugdraad. Onder zijn voorzitterschap wordt het plan opgevat om te zorgen voor een deugdelijk onderkomen voor de Bornse jeugd. Daarvoor is  de boerderij op ’t Wheele een optie, maar het pand verkeerd in behoorlijk slechte staat en met name het dak is aan vervanging toe. Kosten: Fl. 20.000, een fors bedrag.

Op een zondagochtend na de H.Mis in de Stephanuskerk, staat een groepje jonge scholieren bij elkaar op het kerkplein. Het zijn Willie Morsink, Harrie Muller, Wim Muller, Toon van Hal, Rinus Buyvoets, André Liedenbaum en Jan Immerman. De plannen van de jeugdraad komen ter sprake en de groep neemt het besluit dit initiatief te ondersteunen. Het doel is om op een aantrekkelijke manier geld in te zamelen voor het beoogde jeugdhonk. Omdat ook de Bornse jeugd zich aangetrokken voelt door de nieuwe muziekstroming, wordt besloten om regelmatig een discobal te organiseren. Met de Rootie Tootie in Hengelo als voorbeeld is men het al snel eens over de vorm waarin dit gegoten gaat worden: een beatclub. Op een zondagochtend na de H.Mis in de Stephanuskerk, staat een groepje jonge scholieren bij elkaar op het kerkplein. Het zijn Willie Morsink, Harrie Muller, Wim Muller, Toon van Hal, Rinus Buyvoets, André Liedenbaum en Jan Immerman.  

Het plakboek van Rinus

De plannen van de jeugdraad komen ter sprake en de groep neemt het besluit dit initiatief te ondersteunen. Het doel is om op een aantrekkelijke manier geld in te zamelen voor het beoogde jeugdhonk. Omdat ook de Bornse jeugd zich aangetrokken voelt door de nieuwe muziekstroming, wordt besloten om regelmatig een discobal te organiseren. Met de Rootie Tootie in Hengelo als voorbeeld is men het al snel eens over de vorm waarin dit gegoten gaat worden: een beatclub. Als later ook nog Jos Hek en Tonnie Withag zich bij de groep enthousiastelingen hebben gevoegd, krijgt het idee definitief gestalte. Willie Morsink, dan 17 jaar, wordt voorzitter en is de bedenker van een passende naam. Hij luistert graag naar Country- and Westernmuziek en een van zijn lievelingsplaten is Cripple Creek van The Banjo Kings, een nummer uit het genre van de Blue Grass muziek. De nieuwe Bornse beatclub gaat The Cripple Creek Club heten. Er moet nog een geschikte locatie gevonden worden en na overleg met zaalhouder Bertus Baartman valt de keus op hotel De Ster aan de Marktstraat.

Jan Buijvoets, de vader van Rinus, is directeur van de volkshogeschool en streekcentrum ‘Het Witte Huis’ en daar hebben ze een -wie kent ‘m nog?- stencilmachine. Samen met z’n vader gaat Rinus aan de slag om op vier verschillende kleuren papier folders af te drukken. Op koninginnedag, 30 april 1965, rijdt ’s middags in de optocht een versierde platte ‘praalwagen’ mee met daarop de enthousiaste Cripple-Creekers die folders uitdelend promotie maken voor het eerste discobal in de Ster. Het eerste van een reeks die om de twee weken plaats gaat vinden op de zaterdagavond.

Belangstellenden worden middels advertenties en persoonlijke benadering uitgenodigd om een lidmaatschap aan te vragen en daar wordt gretig gehoor aan gegeven. Het zijn niet alleen de Bornse jongeren die zich aanmelden als lid. De registratiekaarten laten zien dat ook jongelui uit Almelo, Enschede en vooral Hengelo tot de leden gaan behoren.  

Advertentie in de Bornse Courant

 

De gestencilde folder

  De Fanclub en een eigen blad
Al snel vormt zich een vaste kern van honderd personen die min of meer is geselecteerd door het bestuur. Dit is de officiële fanclub van de ‘Cripple Creek’. Voorzitter van de fanclub is de 19 jarige typograaf Harry Olde Olthof. Hij heeft er alle vertrouwen in dat de club een blijvertje is en dat rechtvaardigt het uitbrengen van een eigen blad, een maandelijks uit te geven orgaan met ‘gezellige krabbeltjes van de Fanclub’, dat ‘The Cripple Creeker’ gaat heten. Een proefnummer verschijnt in september 1965.  Het is een boekwerkje in half A4 formaat, met op een typemachine geschreven teksten en vermenigvuldigd middels een oude stencilmachine.

De lichtblauwe kaft is voorzien van handgeschreven tekst met de getekende kop van een jongeman met sprietige lange haren. De inhoud wordt bescheiden opgesierd met eenvoudige tekeningetjes. - Foto’s werden, waarschijnlijk vanwege de matige druktechniek, niet geplaatst -.

Het fanclubblad heeft de instemming van het bestuur blijkt uit een ingezonden stukje dat besloten wordt met: ‘wij wensen de CCC-fanclub in hun verder leven een enorm succes toe.’  Dat succes is er in ieder geval voor de korte termijn, want in oktober verschijnt het eerste officiële nummer van The Cripple Creeker.

 

     

Twee keer de cover van het The Cripple Creeker Links het proefnummer, rechts jaargang 1, nummer 1, oktober 1965

Hoofdredacteur is H. Olde Olthof. R. Olde Wolbers en E. Verharen vullen de redactie aan. De cover wordt vanaf dan gesierd met het lachende gezicht van Beatle George Harrison. De redactie schrijft over de activiteiten die binnen de club plaatsvinden, laat het bestuur aan het woord, kondigt de beatavonden met discobal en optredens van bands aan, doet verslag van die avonden en van de interviews die bij gelegenheid worden gegeven. Veel weetjes worden in het kort opgesomd in de rubriek ‘Wisten jullie…..’. Destijds een veel voorkomende en favoriete bladvulling in clubbladen en feestgidsen.

Als blijkt dat het blad goed wordt ontvangen door de fans, worden de zaken nog grootser aangepakt. De redactie kondigt in nummer 4, januari 1966, met trots aan dat de fanclub sinds kort  beschikt over een nieuw ‘kantoor’. Tijdens een gesprek met Frans Rientjes van de Meiershof, die eigenaar is van wat door de Bornsen het ‘Mezenhoes’ wordt genoemd, wordt de fanclub spontaan het gebruik van de oude boerderij van wijlen de heer Mees toegezegd. De boerenwoning, waarin ook al voor korte tijd de Black Corner Club was gevestigd, wordt officieel geopend op 30 januari. The Cripple Creeker kan vanaf dat moment worden gedrukt in het nostalgische onderkomen dat bekend komt te staan onder de naam ‘Fanhome’.

 

The Black Corner Club was een beatclub opgericht door Frans Nijkamp en Jan Pol. Leden van de CCC kwamen via de Koppelsbrink en Rientjesbos naar de club aan de Meijershof. Het was er vaak druk en gezellig met muziek van de Bornse band The Rangers (met André Dijkslag en Lou Groenhuijzen). Ook de boeren uit de omgeving waren er blij mee, want die kwamen door de week regelmatig langs voor een pilsje. De club bestond slechts een aantal maanden gedurende de zomer van 1965 en moest op last van de politie worden opgeheven omdat er totaal niet voldaan werd aan de eisen des tijds. Op de vraag van een agent waar de damestoiletten waren, kon geen antwoord worden gegeven, want er was maar één toilet en dan ook nog slechts afgescheiden met een simpel gordijn. De club veroorzaakte geen overlast en had de sympathie van omwonenden en zelfs van de politie. De sluiting was onvermijdelijk maar niet per direct, want de aanwezige voorraden mochten nog eerst worden opgemaakt.   Bron: Frans Nijkamp

 

 

Felicitaties zijn er van de heer Harbers van de Keizerskroon en van de heer Groothuis. De laatste is eigenaar van de IJssalon aan de Grotestraat, een gelegenheid waar de Bornse jeugd zich graag ophoudt en geniet van een ijsje of een milkshake.

Pijnigen van drumvellen
Na een aantal disco-avonden in De Ster, wordt duidelijk dat de opkomst zo groot is dat moet worden uitgezien naar een andere locatie. Bovendien moet de zaal regelmatig vrijgehouden worden voor bruiloften en partijen. Zo’n 250 mensen kunnen naar binnen, maar het ledental van de nieuwe club overstijgt al snel dat getal. Op naar een ander pand dus.

De vader van André Liedenbaum (van De Vijzel) kent de nieuwe eigenaar van Hotel de Keizerskroon aan het Dorsetplein, Frans Harbers. De nog jonge bestuursleden van de C.C.C. gaan in gesprek met Harbers en leggen hem hun plannen voor. De hotelier is wel in voor nieuw elan in de statige Keizerskroon die op dat moment nog een bioscoopzaal herbergt. De Bornse cinema doet geen dienst meer en het bestuur mag aan de slag. De bioscoop wordt ontmanteld en de vrijgekomen ruimte wordt opgeknapt en passend versierd. Bijkomend voordeel is dat zich in de zaal een podium bevindt. En dat zal al snel betreden worden door tal van bands en artiesten, waarvan een deel aan het begin staat van een professionele carrière.

Over de Keizerskroon als locatie voor een heuse beatclub wordt in de Tubantia van 18 december 1965 geschreven: 'Hotel De Keizerskroon aan het Dorsetplein in Borne heeft een café van de oude stempel. Grote leunstoelen, waarin de bezoeker behaaglijk weg kan kruipen, combineren wonderwel met de meterslange leestafel en de zware lucht van boenwas. Over het algemeen zijn de klanten van het rustige slag. Eenmaal per week is dat allemaal anders, dan kunnen de twee deuren, die naar de achterzaal leiden, een geluid van deze tijd niet meer tegenhouden. Een geluid, dat overal in Twente wordt gehoord en dat ook de stem is van de Bornse Cripple Creek Club. De zaterdagavond-klanten zijn er langzamerhand aan gewend. Zij kijken nauwelijks meer op, wanneer een laatste pijnigen van drumvellen wordt overstemd door het gejoel en gefluit van honderden tieners. Waar een strijkje niet misstaan zou hebben, vieren nu beatgroepjes hun luidruchtige successen.' -Het is duidelijk dat de overgang naar het nieuwe ‘uitgaan’ wel even moet wennen.-

Hysterie der jongeren
De nieuwe trends zijn regelmatig uitgangspunt voor pittige discussies in menig huisgezin en niet direct een goede basis om de generatiekloof tussen ouders en hun tieners te dichten. Voor veel Bornse ouderen is die nieuwe beatclub dan ook duidelijk wennen, maar er zijn er ook die de jongeren hun gang laten gaan en stiekem zelf al een voorkeur beginnen te krijgen voor bepaalde beatsongs. Degenen met een behouden of zelfs zeer conservatieve levenshouding proberen te redden wat er te redden valt en, naar zal blijken zonder succes, het tij te keren.

Een rubriek in de De Bornse Courant waarin H. van Wermeskerken zijn visie geeft op maatschappelijke gebeurtenissen, beschrijft duidelijk de weerstand die er bestaat tegen de snel groeiende beatcultuur. De titel spreekt boekdelen: ’Hysterie der jongeren’. Daarin geeft hij weer dat het gedrag van tieners, jongelui tussen de 12 en 20, voor ouderen een heel vreemd verschijnsel is. Zoals de massale hysterie die vooral de meisjes aan de dag leggen voor idolen als The Rolling Stones en The Beatles, waaruit wanstaltige tonelen ontstaan waar iets angstwekkends vanuit gaat. Want de ‘hordeuiting’ veroorzaakt lichamelijke ongelukken en psychisch gevaar. De jongeren bedwelmen zich aan het massale optreden, ze laten de remmen van hun eigenwaarde los en snuiven de massahysterie als een narcoticum in. De schrijver moedigt ouders en leerkrachten aan om bij de jeugd meer eigenwaarde aan te kweken.

In dezelfde editie van het Bornse weekblad, een paar pagina’s verder, staat een advertentie van de Cripple Creek Club met de aankondiging van een optreden van de Nederlandse band ‘HET’. Over hun optreden wordt later geschreven:’ De tieners en twens gilden, schreeuwden en stonden op stoelen en tafels. Het was enorm hoe al die jongelui in extase raakten’! De werkelijkheid komt dan dicht bij de constatering van de schrijver in de Bornse Courant, maar voor zover wij hebben kunnen nagaan heeft dit niet geleid tot lichamelijke ongelukken en loopt er in Borne geen enkele zeventiger rond met psychische schade, opgelopen in de Cripple Creek Club. Achteraf gezien hebben de meesten van hen zich uitstekend vermaakt in de tijd dat de club op volle toeren draaide.

 

Nederland maakte op 4 november 1965 voor het eerst kennis met Het. De groep kwam met een verrijdbaar bed deAmsterdamse, ging erop zitten en zwaaide naar het publiek. Na tien minuten maakte de politie een eind aan de vertoning. Kort daarna lagIk heb geen zin om op te staande platenwinkels. De plaat kwam op 18 december 1965 deNederlandse Top 40en bracht het tot de negende plaats. Op 6 februari 1966 stond de groep op het podium in de Keizerskroon.

 

Snotneuzen
Wat in de zestiger jaren nog gezien wordt als een typisch aspect van de hele ‘beat-business’ is de jonge leeftijd van de meeste clubbestuurders. Dat feit voedt mede het wantrouwen van de ouderen. Immers, de leeftijdsgrens van ‘meerderjarig’ zijn ligt dan nog op 21 jaar. Te bedenken dat voorzitter Morsink bij de oprichting nog maar 17 is en de leeftijd van de andere bestuursleden rond de 18 jaar ligt, is het niet verwonderlijk dat ouderen hen betitelen als snotneuzen. Bestuurslid van het eerste uur Jan Immerman beaamt dit en geeft een voorbeeld: “We hadden in korte tijd behoorlijk wat geld in kas en konden al snel FL.1000.- overmaken naar de jeugdraad. In die tijd was dat een fors bedrag. 

 

Bestuursleden van de CCC en personeel van de Keizerskroon: v.l.n.r. Toon Withag, Johan Simonetti (medewerker Keizerskroon), Frans Harbers (uitbater), Annetje Span (medewerkster Keizerskroon), Rinus Buijvoets, Jan Immerman, Jos Hek en Harrie Muller

We hadden nog geen benul van wat er op financieel gebied allemaal reilde en zeilde. Dat we op enig moment belasting moesten afdragen, kwam als een verrassing. We hadden er geen rekening mee gehouden. En zo waren er meer dingen.” De belasting moet onder andere worden afgedragen in de vorm van ‘Vermakelijkheidsbelasting’: voor elke avond dat er entree geheven wordt, moet vergunning worden aangevraagd. Entreekaartjes worden gehaald bij de gemeente en moeten aan de bezoekers worden verstrekt. Maar als de kaartjes op zijn, worden er nog doodleuk mensen binnengelaten die wél betalen, maar geen kaartje krijgen. Dit komt aan het licht tijdens een controle van de gemeente en wordt dan bestempeld als belastingontduiking. Het is een onbewuste actie die moet worden gecorrigeerd door de heer Walboomer, afdeling financiën. Jan en Rinus zijn het er samen over eens: “Deze meneer heeft ons zeer coulant behandeld.” Daar komen ze goed mee weg. Vanaf dat moment wordt er een volwassene, in de persoon van Harrie Meier, aangesteld om formeel toezicht te houden, met name op de kaartverkoop. Bovendien valt het besluit om een vertrouwd volwassen persoon als ‘schatbewaarder’ aan te stellen. Het is mevrouw Buyvoets, de moeder van Rinus, die deze functie op zich neemt.

Er zijn dus wel degelijk ouderen die de Beat niet bekritiseren, maar hooguit enigszins argwanend de boel in de gaten houden. Wie geen enkele moeite heeft met de nieuwe ontwikkelingen en de Bornse jeugd letterlijk en figuurlijk veel ruimte biedt, is de eigenaar van de Keizerskroon, de heer Harbers.

 

Landelijk Nieuws
Het weekblad Panorama publiceert een verhaal, waarin wordt beweerd, dat de bestuursleden van de CCC zich van de opbrengsten te buiten gingen aan drank. Na onderzoek blijkt dat een oudere inwoner van Bome een soortgelijk verhaal had verteld aan een publicist in Nijverdal, die op zijn beurt Panorama „inlichtte”. Ook al biedt de man in Nijverdal later zijn verontschuldigingen aan (hij wist niet dat alles op fantasie berustte) is het kwaad geschied. Over de medewerking van het Bornse gemeentebestuur en de politie heeft de club niet te klagen. Wel rijst het vermoeden dat burgemeester drs. J. W. J. M. van Bemmel niet bijster enthousiast is.

 
Frans Harbers
Als Harbers uitbater wordt van het hotel De Keizerskroon, heeft hij zijn sporen in de horeca al lang en breed verdiend, niet in de laatste plaats door een jarenlang dienstverband in het Amstel Hotel in Amsterdam. Hij kent dus zijn pappenheimers en ontpopt zich voor de jongelui als een kleurrijk man. Jan Immerman weet zich nog te herinneren dat Harbers zich inspande om zijn Hotel met verve te runnen, maar ook prijs stelde op de nodige vrije tijd. Het kon dus voorkomen dat als de clientèle zondags de Keizerskroon wilde bezoeken, de zaak gesloten was. Op de deur hing dan een bordje met de tekst: ’UIT GOED VOOR U! OOK VOOR ONS. DAAROM ZIJN WIJ GESLOTEN’.
 

 

Frans Harbers achter de tap

Met Harbers valt te overleggen en hij neemt het persoonlijk op voor de jongelui die hij waardeert vanwege de plezierige wijze waarop hij met hen samenwerkt. In januari 1966 gaat een journalist van dagblad Tubantia op pad en bezoekt de grootste en meest bekende beatclubs in Twente. Hij is vooral nieuwsgierig naar de meningen die onder de zaaleigenaren leven met betrekking tot de ‘beatverenigingen’ die ze onderdak verschaffen, uitgaande van de stelling: ’Een zekere groep mensen ziet kennelijk niets liever in deze jeugdclubs dan een verzameling langharige jongens en “echte” meisjes, die hun zaterdagavond woest dansend onder het genot van sterke drank doorbrengen’. Conclusie: uit de reacties blijkt overduidelijk dat het tegengestelde waar is. De zaaleigenaren laten zich, een enkele uitzondering daargelaten, zeer positief uit over de jongelui.

Als een van de eersten wordt de heer Harbers bezocht en die zet meteen de toon: ”Laat ik u zeggen dat de Cripple Creek Club niets dan plezier betekent en dat iedere zaalhouder in Twente ervoor zal waken dat er dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen. Dacht u nu dat wij als eigenaars een bepaalde naam willen hebben? Die zwamverhalen krijg ook ik wel eens te horen, maar ik denk altijd maar, de generatie van mijn leeftijd die betaalt nu de rente van de preutsheid die ze vroeger meekreeg.” Verder laat Harbers duidelijk weten dat hij de leiding houdt en erg plezierig met de jongens van de CCC werkt. Hij toont zich een warm voorstander van het idee dat ouders gevraagd worden eens langs te komen en laat weten dat bij de ingang ervoor gezorgd wordt dat de juiste mensen binnenkomen. Hij besluit zijn betoog met: ”Nee, meneer, niets dan lof en ik ben nog altijd de pastoor dankbaar die bij de start van deze club onmiddellijk zei: “Geef ze een kans.” Aan Harbers hebben de Cripple Creekers een goeie. Overigens wordt verderop in het artikel uit de mond van een andere zaaleigenaar opgetekend dat iedere ‘nozem’ buiten blijft. En dat blijkt niet altijd even makkelijk ……

1965
Na de start op 30 april, worden de avonden in het begin van de Bornse beatclub voornamelijk ingevuld door het houden van een discobal: plaatjes draaien met de nieuwste hits en dansen volgens de laatste trend. Als duidelijk wordt dat de inkomsten aardig beginnen op te lopen besluit het bestuur om over te schakelen op live muziek. Daarmee wordt het succes nog meer verstevigd, want de middelen zijn voldoende om regelmatig bands te contracteren die dan al landelijke bekendheid genieten. En dat niet alleen, er worden ook bands uit het buitenland naar Borne gehaald.

 

De affiches werden door de bestuursleden zelf verspreid en opgehangen in Borne en Hengelo

  Ook wordt besloten dat wordt afgestapt van de tweewekelijkse avonden, maar dat de Bornse jeugd met ingang van 1 januari 1966 zelfs wekelijks kan genieten van een onvervalste beatavond met een live band op het podium. De door Rinus Buijvoets op datum geordende lijst met acts die in de CCC hebben opgetreden, is indrukwekkend te noemen, zeker als in ogenschouw wordt genomen dat dit alles in relatief korte tijd  - nog geen anderhalf jaar- heeft plaatsgevonden. Zo wordt uit het beatmekka Liverpool de eerste echte Engelse meidenband aangetrokken. Het zijn The Liverbirds uit Liverpool, de bakermat van de beat, waar The Beatles vandaan komen en de meisjes worden beschouwd als hun vrouwelijke evenbeeld. Ze zijn op tournee in Nederland en hebben al opgetreden in de regio met overweldigend succes.  Ook al heeft plaatsgenoot en Beatle John Lennon de meisjesband, zij het schertsend, laten weten: “Girls don’t play guitars.”

De Liverbirds zullen uiteindelijk echt furore maken in Duitsland en treden veelvuldig op in de Star Club te Hamburg, waar The Beatles niet lang daarvoor een topattractie waren. Ze hebben niets te klagen over de reacties in Borne. Volgens The Cripple Creeker begonnen de dames hun optreden onder ‘oorverdovend lawaai en gejuich, brachten hun nummers met veel vaart en charme en ging de tijd helaas te snel, want er moest ook nog worden opgetreden in Hengelo’.

De kritieken in de dagbladen waren lovend

The Liverbirds op het podium in de Keizerskroon

Met het optreden van The Liverbirds op 11 december maakt het bestuur een grote klapper, iets wat eerder al gedaan was door het aantrekken van Pee White and the Magic Stangers in augustus. De band is dan al bekend van radio en televisie en heeft een platencontract bij CNR. “Pee White met bril en lange haren tot in de nek (!) gaf meteen een meesterlijke show ten beste. De gehele zaal deed meteen mee.

De rest van de band met suède schoenen en haren tot op de schouders (!), speelden tot de zweetdruppels door de zaal vlogen”, is het letterlijke commentaar in het blad van de fanclub. En vervolgens: “Sommigen waren zo in extase of deden alsof dat ze op de grond lagen te schreeuwen en weer anderen stonden doodgemoedereerd aan de kant het maar een beetje verbaasd aan te kijken naar hetgeen wat op de dansvloer gebeurde.” Het bestuur krijgt een groot compliment, want uit de reacties die in de zaal zijn opgevangen blijkt dat dit optreden als ‘enorm’ is ervaren. Peter de Wit mag weer terugkomen op 19 oktober.

 

Gesigneerde foto’s waren zeer gewild

Als de band tussentijds ook nog eens Delden aandoet voor een optreden, is de zaal van café Jeurlink voor de helft gevuld met jongeren die in een grote colonne vanuit Borne zijn komen fietsen, allemaal Cripple Creekers.

  In de Keizerskroon heeft inmiddels weer een buitenlandse band op het podium gestaan: The Vikings uit Berlijn die ook wel de Duitse Rolling Stones worden genoemd. Ze worden geafficheerd als een van Duitslands beste beatgroepen en hebben al een TV-optreden gehad in het programma ‘Musik aus studio B’ met de uit Engeland afkomstige zanger/presentator Chris Howland. Hun optreden wordt door ene H.K. in het fanblad als ‘wel aardig’ beschreven, maar de drummer overstemde de rest, dus “mooier werd het er niet op. Overigens was het die avond stampvol en de meeste bezoekers hebben dan ook wel een plezierige avond gehad”, is zijn eindconclusie. Voor het contracteren van The Vikings wordt het bestuur overigens wel aangemaand. Het is een buitenlandse band en het blijkt dat de heren geen werkvergunning hebben. Dan helpt een beetje bravoure, want de jonge bestuurders geven vol overtuiging aan dat dit de verantwoordelijkheid is van het management van de band.

Dan helpt een beetje bravoure, want de jonge bestuurders geven vol overtuiging aan dat dit de verantwoordelijkheid is van het management van de band. Weten zij veel maar het werkt, want er wordt verder niets meer over vernomen. In de programmering tot en met 26 december komen verder nog voor: ZZ en de Maskers, The Roamers, Terry Gordon and the Virtuals, The Ferrari’s, Les Doremi, The Jackals, The Cavaliers, The Bumble Bees en The Bintangs.

Een bijzonder succesvol jaar wordt afgesloten. Het bestuur wenst de fans en leden een ‘Happy New Year’. Dat zal het worden, maar slechts ten dele.

1966
Voor Rinus roept de dienstplicht en hij kan zich niet meer voor de volle honderd procent inzetten, maar hij is wel degelijk betrokken, want het plakboek wordt nog nauwgezet bijgehouden.

Het jaar begint goed met in januari optredens van The Poodles, The Ferrari’s, Les Doremi en twee keer over een discobal en de bezoekers van de CCC kunnen zich opmaken voor enkele verrassende optredens op korte termijn. Stilletjes wordt gehoopt op de dan al zeer gewilde Golden Earrings (nog met s), maar die blijken te duur te zijn. Het is de eerder genoemde groep ‘HET’ die Borne aandoet en haar opwachting zal maken in de Keizerskroon. De in The Cripple Creeker als heel sympathieke jongens omschreven Amsterdammers geven vooraf een interview. Als hen gevraagd wordt naar hun actie op de Dam en de grote verkeersopstopping die daarvan het gevolg was, is het antwoord: “Wij zijn net voor de edelachtbare geweest. Hij zei dat hij het zelf ook erg leuk had gevonden, maar moest ons toch een boete geven en zo kregen we ieder 2 gulden boete.” - En dat is geen geld voor de enorme reclame die met de actie gemaakt is. -

Het optreden is een daverend succes en het hoogtepunt de vertolking van hun hit ‘Ik heb geen zin om op te staan’. - 13 weken in de Nederlandse Top 40 - ‘Er werd helemaal niet gedanst, iedereen stond te staren naar het schouwspel wat zich daar afspeelde’, luidt het verslag in The Cripple Creeker. De agenda van februari is verder gevuld met Don Devil and the Drifters, The Rythm Sellers en twee keer The Moans, met toetsenist Herman Brood in de gelederen.  

Aankondigingen van HET

Aankondigingen van The Moans

Boudewijn de Groot
Dan wordt in februari het eerste album van Boudewijn de Groot uitgebracht met daarop ‘Een meisje van zestien’ dat al in oktober 1965 op single is verschenen en zijn eerste grote hit wordt. De jongens van de Cripple Creek hebben hem dan al gecontracteerd en de protestzanger komt op 13 maart naar Twente voor optredens in Borne, Enschede en Hengelo. Tubantia kopt een dag later over het bliksembezoek van de Groot aan Twente: ‘Boudewijn de Groot gaf er de brui aan.’  In Enschede worden zijn zang en gitaarspel regelmatig verstoord door een 'penetrant huisbelletje' en deugt de organisatie niet.

  In het Viosgebouw in Hengelo zingt zijn microfoon rond en wil het publiek niet echt luisteren. Hij besluit na de pauze niet meer op het podium te verschijnen waardoor hij wordt beschuldigd van contractbreuk. Daarvoor heeft hij die middag al een voorstelling in de Keizerskroon gegeven. In een kamer van het hotel geeft hij een interview. Jan weet zich nog te herinneren dat hij Boudewijn drie consumptiebonnen overhandigt (met als reactie: ”Wat moet ik ermee?”) en hem zijn gage uitbetaalt, zegge Fl.50. - Vijftig gulden!? kom er nu maar eens om. De gage is op dat moment na het verschijnen van zijn hit al fors hoger.- In het interview stelt de Groot: ”Ik ben erin getuind. Ik neem die lui van de Cripple Club niets kwalijk. De jongens en meisjes hebben de hele middag al op beatmuziek gedanst. Logisch dat ze niet meer in de stemming zijn om echt te luisteren.” Ja, de liedjes van de protestzanger zijn niet bepaald gemaakt om lekker op te dansen. ‘En luisteren moet je, als Boudewijn de Groot zingt’, noteert de uit Borne afkomstige journalist Marjan Morselt en besluit haar verslag met de positieve mededeling dat de stapel foto’s waarop hij zijn handtekening moet zetten blijft groeien.

The Cripple Creeker vermeldt in de rubriek ‘Wisten jullie…….…dat’: 'Hitweek schreef dat Boudewijn de Groot in de CCC een puinhoop was', om te vervolgen met ‘dat……wij dit echt niet met hen eens zijn’. De Bornse jongeren hebben het optreden van Boudewijn toch anders ervaren dan het Nederlandse jongerentijdschrift en de zanger zelf.

Het optreden van de Groot mag dan wel lang in de herinnering blijven hangen, maar het zijn de beatgroepen die zorgen voor de muzikale hoogtepunten die nog volgen: The Spectacles; The Phantoms, die in het televisieprogramma ‘Nieuwe Oogst’ landelijk zijn doorgebroken met de hit ‘I’ll go crazy’, veelvuldig in het buitenland optreden en in het voorprogramma staan van Adamo en Dave Berry.

In de CCC worden filmopnamen van hun optreden gemaakt; The Humbugs uit Almelo; Les Baroques, hit ‘Such A Cad’, met een zanger die echt goed in het Engels kan zingen in tegenstelling tot de meeste andere Nederlandse bands; Pee White, met nieuwe band The Northstars; The Guardians; The Incrowd; The Marquees; The Bumble Bees; The Virtuals; The Ferrari’s en The Renegades uit Birmingham, die bijzonder populair worden in Finland.

Fantastische tijd en moeilijkheden
Het is een greep uit een vol programma waarmee de Bornse jongeren worden verwend en ze kunnen uitzien naar nog meer hoogtepunten, want de advertenties kondigen aan: ‘Binnenkort Q65, The Outsiders, Motions en Hunters’.  Deze bands behoren tot de top van de Nederlandse Beatwereld, met tot de verbeelding sprekende muzikanten als Rudy Bennett, Wally Taks en Jan Akkerman.
Maar het blijft bij uitzien naar, tenminste onder het bestuur waarvan Jan en Rinus deel uitmaken. Bij de bestuursleden gaat de puf er zo langzamerhand uit.  Een krantenbericht maakt duidelijk met welk probleem de jongelui te maken krijgen dat, ondanks de inzet van de politie, niet echt naar tevredenheid kan worden opgelost.

 

Tubantia 22-08-1966: 'BORNE. - Dank zij de waakzaamheid van de Bornse en Hengelose politie, geassisteerd door de verkeerspolitie uit Almelo, is het zaterdagavond tussen de Bomse, Hengelose en Enschedese jeugd niet tot een vechtpartij gekomen. De jeugdige Hengeloërs en Enschedeërs waren gebelgd op de jongelui uit Bome, die hun vorige week zaterdag de toegang weigerden tot de Cripple Creek club in hotel Keizerskroon. De jongens hadden gezworen wraak te zullen nemen. Zij kwamen zaterdagavond in groten getale (ongeveer honderd) naar Borne. Op het rijwielpad naar Bome werden zij aangehouden door de Hengelose politie, die de jongens adviseerde terug te keren. De knapen kregen te horen, dat in Bome ook een politiemacht op de been was. Zij kozen dan ook eieren voor hun geld en keerden naar hun woonplaatsen terug'.

De Bornse Courant: ‘Bornse en Almelose politiemannen hielden ondertussen de zaak in het centrum van Borne nauwlettend in de gaten en er werd intensief gepatrouilleerd. Er deden zich geen wanordelijkheden voor en langzamerhand dropen de Bornse jongelui en nieuwsgierigen af. Tegen half tien bood Borne weer het traditionele beeld: vredig en rustig’.

Nee, het zijn niet de Bornse jongeren waarvan de agressie uitgaat. Die willen alleen maar genieten van de fijne sfeer en goede muziek in hun eigen Cripple Creek. Illustratief is het feit dat het bestuur een portier heeft aangesteld in de persoon van ‘Pinda’ Bos. Hij heeft een indrukwekkende gestalte en een baardje. Dat schrikt mogelijk af, maar de man zelf is zeker geen ‘uitsmijter’ en heeft dan ook beslist niet de ambitie om wie dan ook bij de lurven te grijpen. In feite hoeft hij nooit in actie te komen en Henk Bos besluit op enig moment ermee te stoppen. Zijn taak wordt overgenomen door Willem Stoelers. Die is voor de duvel niet bang en maakt korte metten met druktemakers wanneer dat uiteindelijk toch nodig blijkt te zijn.

Intussen wordt duidelijk dat er steeds weer grote aantallen ‘nozems’ uit Enschede, Hengelo en Almelo naar Borne komen om de boel op stelten te zetten. Tijd voor het gemeentebestuur om in te grijpen. Jan weet zich de dag in augustus nog te herinneren dat hij met andere bestuursleden op het matje wordt geroepen bij de burgemeester en de adjudant van politie. Hen wordt niets verweten maar er moet een besluit worden genomen en dat gebeurt in goed overleg: er worden tot aan de Bornse kermis geen dansavonden meer georganiseerd.

De Bornse Courant vermeldt dat de Cripple Creek Club part noch deel had aan de ontstane relletjes. Er is tot 11 oktober geen dansen meer en daarmee komt het optreden van The Outsiders, die op 10 september naar Borne zouden komen, te vervallen.  

Notitie onderaan de programmeringslijst  van  Rinus

De jongens van het eerste uur hebben er niet veel zin meer in en hun vuur dooft langzaam uit. “De schwung ging eruit en de klad kwam erin,” zegt Jan. Hoe het verder ging is hem vaag bijgebleven. De groep jongemannen met de nobele bedoelingen trekt zich terug. Ze hebben hoe dan ook heel wat te weeg gebracht in het rustige Borne en heel veel Bornse jongeren (nu de zeventig al een eindje gepasseerd) een fantastische tijd bezorgd.

Intussen is het blad van de fanclub al ter ziele gegaan. Harrie Olde Olthof is om onduidelijke redenen gestopt en Piet van Vledder en Hennie Rumpohl doen een poging om de redactie voort te zetten, maar het blijft bij slechts één uitgave. Het is Willem Stoelers die de draad weer oppakt en de Cripple Creek Club op een meer commerciële toer voortzet. The Outsiders komen dan alsnog naar Borne, evenals een aantal andere tot de verbeelding sprekende bands. De dan al zeer populaire Bornse popgroep ‘The Pops’ staat diverse keren op het podium en er is nog wel degelijk wat te beleven in de Keizerskroon. Maar het is voor relatief korte duur.

Tubantia laat op 25 mei 1967 weten dat de zaal van de Keizerskroon beschikbaar staat voor een nieuwe beatclub, The Double Trouble Club. ‘De Cripple Creek Club moest haar activiteiten staken, omdat deze niet langer rendabel bleken’. Maar ook de nieuwe club houdt het niet erg lang vol. Eind jaren zestig is de vloer van de voormalige bioscoopzaal leeg. Frans Harbers  gebruikt de zaal alleen nog voor opslag van ongebruikt meubilair, kratten met lege flesen en kistjes met aardappelen en groenten. Maar daar zit geen muziek in.

Anekdotes
- Het moeten The Vikings zijn geweest. De heren hebben zich omgekleed voor hun show. Voor aanvang ziet Jan ze op de rand van het podium zitten. Ze dragen keurige giletjes, maar daaronder geen shirt. Wat opvalt zijn hun volledig blote armen. Tijdens hun optreden zijn er meisjes in de zaal die werken bij de Katholieke Thuiszorg. Zij vertellen wat ze gezien hebben aan hun leidster juffrouw
Koeneman. Deze is volkomen van de kaart als ze dit hoort. Ze noemt het een grote schande, een Sodom en Gomorra! en maant ouders om onmiddellijk maatregelen te treffen.

- Als het financieel wat minder gaat met de club, moet er overleg plaatsvinden met de baas van het artiestenbureau, Jan Vis. Daarvoor gaat Jan Immerman onder mandaat van het bestuur naar ’s Hertogenbosch. Hij besluit te gaan liften. De automobilist die hem een lift aanbiedt vraagt belangstellend aan de in zijn ogen nog jonge snuiter waarom hij naar Den Bosch moet. Jan antwoord stoer: ”Ik ga voor zaken.”

- De entreegelden vloeien in de kas van het bestuur van de CCC, de opbrengsten uit de consumpties gaan naar Harbers en dat blijkt een constructie naar beider tevredenheid. Maar…..als er een gewilde band speelt waarvoor een hogere gage betaald moet worden, gaat de entreeprijs met wel een gulden omhoog. Frans Harbers moppert dan dat de bezoekers minder te besteden hebben aan biertjes en fris. En dat is natuurlijk in zijn nadeel.

- De nog maar net in Borne gearriveerde Turkse gastarbeiders ontdekken de Cripple Creek ook. Vooral de daar aanwezige meisjes hebben hun belangstelling. Het bestuur acht het verstandig om met de aan andere omgangsvormen gewende nieuwkomers enige afspraken te maken. En dat verloopt, ondanks de taalbarrière, naar ieders tevredenheid.

- Als The Humbugs uit Almelo komen optreden in de CCC, nemen ze een hele schare fans mee. Zo’n 50 opgetogen Almoërs vermaken zich tussen het vaste publiek in de Keizerskroon. Jan gelooft z’n ogen niet, als hij een van hen voor een weddenschap een flinke hap uit een bierglas ziet nemen om de niet ongevaarlijke snack vervolgens doodleuk fijn te kauwen.

Overigens, de fans van de Almelose band verenigen zich later in een officiële fanclub waarvan een groot deel in november ’66 nog eens naar Borne komt. Dat is meteen haar laatste activiteit, want in een persbericht laat een van de fans weten zeer geschrokken te zijn toen bekend werd dat een aantal van hen “zich dermate gedroegen (lees misdroegen), dat het in Borne, om het zo maar eens te zeggen, een rotzooitje werd. De fanclub werd opgeheven.”

Optocht in de stromende regen, met de Cripple Creekers

 

Optocht in de stromende regen, met The Pops

- Ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Beatrix en Claus von Amsberg op 10 maart 1966 wordt er een optocht gehouden. The Cripple Creekers zullen meerijden in de tocht en hebben de jongens van de sterk opkomende Bornse band ‘The Pops’ gevraagd om ook mee te rijden op een platte wagen. Om daar bekendheid aan te geven, schildert Rinus de dag ervoor met grote letters de naam ‘POPS’ op een schutting aan de Grotestraat in de buurt van slagerij Kamphof. Dat is verboden en een agent in burger neemt Rinus mee naar het politiebureau aan de Dunantstraat. Een paar andere Cripple Creekers moeten zich ook melden op het bureau, worden verhoord en gesommeerd te voet de pot verf op te halen. Die is niet te vinden. Dan moet Rinus zelf op zoek en mag bij uitzondering een dienstfiets gebruiken. Hij is nog maar net op pad of wordt door een andere waakzame agent aangehouden wegens diefstal van een overheidsvervoermiddel. Op het bureau wordt het misverstand uitgepraat, de schutting wordt schoon gemaakt en de volgende dag ziet de Bornse bevolking in de stromende regen de optocht voorbij trekken, mét de Cripple Creekers en ‘The Pops’.


Tot slot, gevraagd om een quote
Jan: ”In de Cripple Creek Club zijn nooit onregelmatigheden gebeurd. Flirten,verleiden en een drankje doen zijn toch van alle tijden?!”

Rinus (met een knipoog): "We zijn door de gemeente Borne nooit bedankt voor het feit dat we de Bornse jongeren van de straat hebben gehouden en ze een leuke tijd hebben bezorgd!"

Met veel dank aan Jan Immerman en Rinus Buijvoets!
Met bijdragen van:
Gerdy en Maria Leijdekkers die hun  ‘Cripple Creekers’ beschikbaar hebben gesteld

Frans Nijkamp en Piet van Vledder

Jos Leushuis en Ronny Cloesmeijer (The Pops), zie ook:

www.poparchieftwente.nl/bandspagina_borne/pops.htm

De Fanclubbladen en het album zijn aangeboden aan het HIP van de Heemkundevereniging Borne.






 

Auteur:Hans Nijhof

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.