image/svg+xml

WO2 Uitgelicht: Geloof boven Hitler

Verhaal

WO2 Uitgelicht: Geloof boven Hitler

Plaatje bij verhaal: herman_van_elburg.jpg

Het nationaalsocialisme en het christendom – dat had nog een mooi conflict kunnen worden, als het Duizendjarige Rijk ouder dan twaalf jaar was geworden. Want het nazidom was voor velen al lang zelf een geloof geworden, met een Nieuwe Godheid aan de top. Hitler zelf zag die rol wel zitten en was al druk bezig de passende gebouwen voor die nieuwe religie te bedenken; daar had hij tenslotte de ideale volgzame architect voor, Albert Speer, wiens ontwerpen later standaard de kwalificatie “megalomaan” kregen. Ja, die twee hadden elkaar gevonden. Er moest alleen nog wel even afgerekend worden met de bestaande reli-richtingen.

Voorzichtige aanpak was geboden, het protestantisme had verschillende richtingen, waarvan sommige (“Die bekennende Kirche”) knap lastig waren, met de rooms-katholieken had je veel minder moeite, die waren ook zo prettig hiërarchisch georganiseerd, daar was wel een concordaatje mee te sluiten. Kortom, met de grote kerkgenootschappen was de strijd nog in volle gang, zij het veelal als een soort guerilla.

Met de Jehova’s Getuigen gingen de nazi’s anders om. Deze “Bibelforscher”, zoals ze in Duitsland heetten, waren door hun beperkte aantal bij gelijktijdig onbeperkte halsstarrigheid makkelijk grijpbaar. Die halsstarrigheid kwam overigens voort uit een rotsvast geloof. Voor de Duitsers was dat Godsvertrouwen in dubbel opzicht doodzonde: het leidde tot strikt pacifisme, dus dienstweigering, en ten tweede tot afwijzing van de Duitse Groet (“Heil Hitler”). Beide opvattingen getuigen van scherp inzicht, zowel in het oorlogszuchtig  karakter van het nazidom als in de Führer-verafgoding. En dus werden de Jehova’s Getuigen in Duitsland al sinds 1933 vervolgd, en na de bezetting ook in Nederland.

In de Zwolse Azaleastraat woonde de familie Van Elburg (Bron: Herman Aarts/Paul Harmens, Zwolle 40-45, p.79). Zij kreeg huiszoekingen, inbeslagname van boeken, brochures en Wachttorens te verduren. Niettemin werden de evangelisatie-bijeenkomsten voortgezet, tot arrestatie van vader Van Elburg op 10 februari 1941 het resultaat was. Harde verhoren brachten hem niet tot afzwering van het geloof of verraad van geloofsgenoten. Geplaatst voor de keuze: Toegeven dat hij een dwaalleer aanhing of deportatie naar een concentratiekamp, weigerde hij standvastig het eerste. Hij belandde in Dachau, waar men voor de Jehova’s Getuigen speciaal een gevangenenjak met paarse driehoek bedacht had – op 17 februari 1943 stierf hij daar aan tyfus.

Een ander voorbeeld dat zich in de regio Zwolle afspeelde, betrof de Rotterdamse Jehova’s Getuige Jacob van Bennekom (Bron: Kees Ribbens, Bewogen jaren – Zwolle in de Tweede Wereldoorlog, pp. 172, 173 en 398). Net 21 jaar oud demonstreerde hij een al even onwaarschijnlijk grote karaktervastheid. Het is al augustus 1944, als hij na verhoor en martelingen in Amersfoort, in Zwollerkerspel belandt om graafwerkzaamheden voor de Duitsers te verrichten ten behoeve van de IJsselstelling. Weigering leidde tot zijn dood. Een Duitse officier liet hem zijn eigen graf graven en schoot toen zijn pistool leeg op de jongen. Dat was zelfs in de ogen van de bezetter moord, de betreffende Duitse officier werd nog in februari 1945 gevangen gezet. Hij pleegde zelfmoord.     

Auteur:Sjaak Onderdelinden
Trefwoorden:WO2 Uitgelicht, Vervolging, Jehovas getuigen
Thema's:WO2 Uitgelicht

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.