1837 - Opheffing van de marken De meeste markegenoten vrezen echter dat door het opsplitsen en ontginnen van het onland hun agrarische bedrijfsvoering in gevaar komt. Zij weigeren hieraan mee te werken. Een Koninklijk Besluit van 24 juni 1837, dat de mogelijkheid biedt van overheidswege pressie uit te oefenen om tot grondverdeling over te gaan, drukt het verzet de kop in. Het opheffen van het markestelsel raakt in een stroomversnelling. Een uitbreiding van de veehouderij, waardoor de boeren minder afhankelijk worden van plaggenbemesting, draagt ook hieraan bij. Tussen 1840 en 1860 verdwijnen 77 van de 112 Overijsselse marke...
|
1928 - Ontginningsmaatschappij Land van Vollenhove Het doel van de door het waterschap Vollenhove, de provincie en het Rijk opgerichte onderneming is het inpolderen en in cultuur brengen van het door een eeuwenlang verveningsproces ontstane water- en moerasland in Noordwest-Overijssel. Een ander belangrijk motief is werkverschaffing. Tijdens de crisisjaren worden hier duizenden werklozen uit het hele land tewerkgesteld. De karige beloning en slechte huisvesting veroorzaken veel onvrede. Aanvankelijk wil men vrijwel het hele Land van Vollenhove ontginnen. Uiteindelijk wordt alleen de noordelijke helft deels ingepolderd, mede omdat er na de oorl...
|
Arie Ooms: 'De Hollanders in het Notterveld waren min of meer immigranten' ‘Het Notterveld was ruim 100 jaar geleden woest en ledig. Het bestond uit veldgrond en veen. Veel bomen waren er nog niet. Industriëlen en niet-onbemiddelde burgers kochten indertijd onontgonnen gronden aan, als een soort belegging. Dit gebied was in handen van de directeur-geneesheer van het ziekenhuis in Almelo. De hogere percelen liet men met ossen ploegen. Voor die gronden zochten ze pachters. Het waren voor die tijd grote bedrijven, met 30 hectare grond, waarvoor je personeel moest hebben. Dat was men hier niet zo gewend. Daarom werden pachters uit Holland geworven. Onze boerderij is in...
|
Berend Jan Hunneman, pionier in landontginning. Overgenomen uit de krant van 1929: “Op dinsdag 2 april a.s. zal een der grootste figuren in de ontwikkeling van de landbouw in het Oosten des lands, Berend Jan Hunneman, thans wonende op zijn prachtige grote hoeve " De Wesenberg" in Wijhe, in de kerkelijke R.K. parochie Broekland, zijn 85e verjaardag vieren. Hunneman was in deze streken de eerste heide-ontginner die in het groot het zegenrijke werk van omleggen van heide in wei- en bouwland en dat nog wel onder voor hem bijzonder moeilijke financiële omstandigheden. Hij heeft bereikt, dat op grote uitgestrektheden van de Overijssels...
|
De heide op de schop. Een ontginner aan het woord ‘Mijn opa wilde geen rechte weg aanleggen’, vertelt eigenaar Joop Bosch. ‘Hij heeft echt zijn best gedaan om er iets moois van te maken. Toen hij honderd jaar geleden naar deze streek kwam, was alles nog heide.’ Nu herinnert alleen de uitgang -veld nog aan de oorsprong van dit gebied. Het Marleseveld vertelt het verhaal van de ontginning van de woeste gronden die tot diep in de 20ste eeuw grote delen van Oost-Nederland bedekten. Dankzij de introductie van kunstmest konden deze schrale gronden productief gemaakt worden om de groeiende bevolking van industrialiserend Europa te voeden. Deze spe...
|
Derk te Rietstap: 'Mijn ouders verrichtten echt pionierswerk' 'Mijn vader en moeder hebben voor hun trouwen gezocht naar mogelijkheden om een eigen bedrijf te stichten. Zodoende zijn ze hier terecht gekomen. Dit gebied was een veenderij. De erven Van Roijen zat hier. De weg hiervoor was vroeger een hoofdwijk [veenkanaal], de Van Roijenswijk. Er was veel woeste grond die nog klaar gemaakt moest worden als landbouwgrond. Samen met een oom heeft mijn vader in 1936-’37 een stuk grond van bijna 60 hectare gekocht, dat ze hebben laten ontginnen in het kader van de werkverschaffing. De bovenlaag werd ontveend, de bolster [harde bovenlaag] vermengd met de onderl...
|
Dieks Horsman: 'Mijn ouders moesten het bedrijf helemaal opbouwen' ‘Mijn ouders Albert Horsman (1886-1990) en Aaltje van Ulst (1891-1972) trouwden in 1916, tijdens de eerste wereldoorlog. Ik ben de zesde van zeven kinderen, de jongste van de drie zonen. Na mij kwam nog een zusje. Ik ben geboren op 31 maart 1930. Van mijn broers en zussen zijn er vier jong overleden. Eén broer kreeg toen hij tweeënhalf jaar oud was een slag in de darm. Binnen vierentwintig uur is hij daaraan overleden. Hoewel de dokter nog met de fiets is gehaald, was hij niet meer te redden. De boerderij waar mijn vrouw en ik wonen hebben mijn ouders in 1924 laten bouwen. Daarvoor hebben ze...
|
Echtpaar Vedders: 'Beetje bij beetje is het gebied in cultuur gebracht' Jan: ‘Vroeger was hier allemaal heide. Mijn schoonmoeder wist nog dat het hier een grote vlakte was. Die bossen daarginds zijn door de textielfabrikanten aangeplant. Die heeft zij nog helpen poten. Daarginder was het veen. Dat was helemaal zwart. Nu is het begroeid met berken, vliegdennen en dergelijke, maar toen was het een zwarte vlakte. Er werd nog veel in gewerkt. Dan krijgen de berken geen kans. Er is hier veel turf weggehaald. Dat deden alle mensen in de buurt, totdat Staatsbosbeheer het in eigendom kreeg.’ Jo: ‘We hebben in de kamer nog een foto hangen van mijn overgrootvader met zijn...
|
Fedde Zijlstra: 'Het Westerhuizingerveld is in de jaren dertig ontgonnen' 'Het gebied waarin wij wonen is in de jaren dertig ontgonnen. Vóór die tijd was het allemaal heideveld. De grond is bij de ontginning verkocht aan particulieren, veelal mensen uit Friesland, Groningen, Zeeland en de Haarlemmermeer. Mijn opa kwam uit Friesland en was aan het begin van de twintigste eeuw met twee broers naar Dedemsvaart gegaan om te werken op de dalgronden. In 1936 kocht hij grond voor zijn oudste zoon. Als je in die tijd boer was en je had twee zonen, dan zorgde je dat ze allebei boer konden worden. Twee jaar later bouwde hij op de grond een schuur. In de oorlog lag alles stil,...
|
Fedde Zijlstra: 'In de zomer hielpen woonwagenbewoners met de oogst' 'Mijn vader had twee personeelsleden in vaste dienst om te helpen met de ontginning van de grond. Ze woonden vlakbij en gingen tussen de middag altijd naar huis om te eten. ’s Ochtends en ’s middags voor de koffie en thee kwamen ze gewoon bij ons in huis. Mijn vader verbouwde graan en had een stuk of tien koeien. ’s Winters moest hij ook werk hebben, want hij wilde het personeel niet naar huis toe sturen. De melk gebruikten we zelf en de voederbieten werden deels aan de koeien opgevoerd. In zijn hart was m'n vader meer een akkerbouwer. Begin jaren zestig heeft hij de koeien verkocht. Het perso...
|
Frisgroen gerand zonder samenhang. De markenkaarten De eerste vermelding van een Overijsselse marke dateert uit 1207. Het verleden gaat ver terug, maar is wat onsamenhangend; er is niet veel over bekend. In de veertiende eeuw zijn er vermeldingen over marken langs de Overijsselse rivieren. In de daarop volgende eeuwen worden steeds meer marken opgericht. In de achttiende eeuw lijkt heel Overijssel vol met marken.
Een marke is groter dan een buurschap, maar het is geen kerspel, dat immers verbonden is aan een kerk of parochie. Een marke is meer. De leden bestonden uit bezitters (erfgenoten of goedsheren) en kotters (zij die niets bezaten). Of...
|
Jan Hoff: 'Hier kon je nieuw ontgonnen grond aan één stuk krijgen' ‘Na de oorlog had je een ruilverkaveling in Staphorst. Dat was heel wat. Er is een groep van vooraanstaande personen uit Vriezenveen naar Staphorst geweest om te kijken. Dat leek hen ook wel wat. Toen is er over gesproken om dat ook in Vriezenveen te doen, maar de meerderheid was tegen. Later heeft de overheid de knoop doorgehakt om een stemming over een ruilverkaveling te houden. In 1954 was de stemming. Er was al zoveel geld voor de verkaveling uitgetrokken dat het door moest gaan. Iedereen die niet kwam stemmen, werd gerekend als voorstemmer. Sommige mensen waren al 50 jaar dood. Die hadden...
|
Jan Maat: 'In het gebied is jarenlang een vreemde smaak blijven hangen' 'Mijn ouders, Hendrik Maat (1907) en Elske Nieuwland (1913), zijn in 1939 getrouwd en woonden toen in Giethoorn-Zuid. In januari 1940 ben ik geboren. We waren thuis met zes kinderen, drie jongens en drie meisjes. Ik was de oudste. Twee broers van mij zijn al overleden. Mijn ouders konden hier in 1940 een boerderij krijgen. In de crisisperiode in de jaren dertig heeft de overheid dit hele gebied ontgonnen. Dat gebeurde met D.U.W.-arbeiders. Dat waren mensen uit het westen van het land die hier op maandagochtend naar toe kwamen met de trein en op zaterdag weer terug gingen. Ze verbleven in werkk...
|
Jan Tepper: 'Er kwamen veel Groninger boeren in de veenkoloniën' '‘Mijn grootouders zijn hier in Vroomshoop gekomen vanuit Onstwedde in Groningen. Er kwam ook een vrijgezelle tante mee, tante Siene. Er was geen toekomst meer voor hen in Onstwedde. Hier was de turf net afgegraven en werd er landbouwgrond van gemaakt. Het was pionieren. De grond werd per 24 hectare uitgegeven. Er kwamen hier veel meer Groninger boeren. Zij kenden de grond in de veenkoloniën. Wolters was de eerste. Die heeft in 1900 hier aan de Tonnendijk een boerderij gezet, de Sallandia. Mijn grootouders hebben er in 1909 een boerderij gebouwd, de Kroezenhoek. Deze is voor een paar jaar...
|
Landbouwverslag Ambt Hardenberg 1850-1851 De ontginning van woeste gronden begon meer en meer veld te winnen doordat verdeling van diverse markegronden tot stand kwam. De uitgestrektheid der woeste gronden bedroeg ongeveer 3900 bunders. De veenderijen hadden een uitgestrektheid van ongeveer 2700 bunder en de verveende hoeveelheid bedroeg van de 2de soort der 1ste klasse, 156.800 ton en van de 2de soort der 3de klasse, 849.500 ton, de eigen consumptie daaronder begrepen. De afvoer van turf was vrij gunstig en voor de vet gemeste varkens en de verschillende voortbrengselen van de oogst werden middelmatige prijzen bedongen. Over het alge...
|
Van ribbe tot polderland, een monument Geen stukje grond is er te vinden waar mensen niet in hebben gewroet in het land van Vollenhove. Grote stukken veen werden afgegraven, dijken gelegd, grond verplaatst en greppels gegraven. Alles met het doel het gebied leefbaarder te maken voor de mensen die er woonden. Zo werd onze regio gevormd tot het gebied zoals we het nu kennen. Goed toegankelijk, met wegen, paden en huizen die nu droog blijven bij hoog water of aanlandige wind. Een gebied met een prachtige natuur van riet, ruigten en houtopslag. Een gebied, ideaal voor een vakantiebestemming en velen verkennen het gebied op de fiets of ...
|