'Eene zee van jammeren.' Oorzaken en gevolgen van de watersnoodramp van 1825 Wanneer je over de kronkelige dijk van Zwartsluis naar Kuinre rijdt, zie je af en toe aan beide kanten kolken liggen. Deze herinneren eraan dat de dijk in het verleden op die plaatsen is doorbroken. De kolken, al dan niet dichtgegroeid in de loop van der tijd, zijn de meest zichtbare overblijfselen van watersnoodrampen die Noordwest-Overijssel hebben geteisterd. Oorzaken van de overstroming van 1825 De grootste ramp vond plaats op 4 februari 1825. Een noodlottige samenloop van omstandigheden leidde ertoe dat de dijken op vele plaatsen het begaven. In hetzelfde jaar nog schreef Ter Pelkwi...
|
1775/1776 - Ontstaan van de Beulaker- en de Belterwijde In de herfst van zowel 1775 als 1776 wordt het Land van Vollenhove geteisterd door zware stormen. Op diverse plaatsen breken de zeedijken door en komen grote gebieden onder water te staan. Veel bewoners kunnen ternauwernood het vege lijf redden. Vooral het noodweer in de nacht van 21 op 22 november 1776 eist een zware tol. Uit Beulake wordt gemeld dat ‘door de storm alle huizen zijn weggeraakt, uitgezonderd twee of drie.’ Het dorp verdwijnt niet lang daarna voorgoed in het water. Als gevolg van grootschalige turfwinning met de baggerbeugel hebben zich overal lange plassen oftewel trekgaten g...
|
1847 - Dammen in de Regge In 1847 publiceren Willem Staring en T.J. Stieltjes, ‘Luitenants der Artillerie’, een plan om de scheepvaart in Salland en Twente te verbeteren. Hoe moeizaam het vervoer te water in droge tijden verloopt blijkt uit het voorbeeld van de Regge, de belangrijkste vaarverbinding met Twente. ’s Zomers moeten de schippers vaak urenlang zwoegen om een aarden dam in het riviertje op te werpen. Wanneer het water voldoende is opgestuwd, steken ze de dam door. Vervolgens sleurt de stroom een konvooi van zompen met zich mee, totdat het afdammen opnieuw kan beginnen. Deze werkwijze heeft wel een groot nad...
|
1922 - Het veer van Genemuiden vergaat Op woensdag 8 maart 1922, biddag voor gewas en arbeid, gebeurt er een gruwelijk ongeluk met de pont van Genemuiden. Tijdens een vliegende storm probeert de veerboot om halfzes ‘s middags het Zwartewater over te steken. Het vaartuig maakt water en slaat om. Elf van de veertien passagiers verdrinken in het woelige water. Tot de slachtoffers behoren de burgemeester van Genemuiden, H.J. Groote Balderaar ten Velde, en zijn vrouw. Ook de gemeenteopzichter, twee rijksveldwachters en de veerman en zijn zoon vinden de dood in de golven. Een journalist schrijft de volgende dag dat de ramp ‘nog niet te...
|
1926 - Dijkdoorbraak bij Zalk In de eerste dagen van 1926 staat het waterpeil in de Nederlandse rivieren extreem hoog. Op veel plaatsen kunnen de dijken het niet bolwerken. Ook in Overijssel veroorzaakt het hoge water veel overlast. Zo breekt bij Dalfsen de Vechtdijk door. Een uitgestrekt gebied langs de rivier komt onder water te staan. De grootste catastrofe doet zich in de vroege ochtend van 8 januari voor, wanneer de IJsseldijk bij Zalk het over een lengte van dertig meter begeeft. Het rivierwater perst zich met donderend geweld door het gat en overstroomt het achterliggende land. Menselijke slachtoffers vallen er ni...
|
1932 - Afsluiting van de Zuiderzee Het laatste gat in de Afsluitdijk wordt op 28 mei 1932 gedicht. De aanleg van de dijk komt voort uit de in 1918 aangenomen Zuiderzeewet, die een halt moet toeroepen aan het overstromingsgevaar. De wet voorziet ook in de inpoldering van een groot deel van de Zuiderzee. Het water moet plaatsmaken voor nieuwe landbouwgebieden. Zo wordt in januari 1936 begonnen met de constructie van een ringdijk rond de Noordoostpolder. Niet iedereen is blij dat de zoute Zuiderzee in het zoete IJsselmeer verandert. Duizenden vissers raken hun broodwinning kwijt. Op de dag dat de Zuiderzee wordt afgesloten hange...
|
1995 - Extreem hoogwater in de IJssel Eind januari 1995 zorgt het snel wassende water in de grote rivieren voor veel problemen. In het gebied tussen Maas en Waal moeten ongeveer 250.000 mensen worden geëvacueerd. Bij Kampen stijgt de IJssel tot een peil dat sinds mensenheugenis niet meer is bereikt. Er wordt gevreesd dat de dijken rondom de stad het niet zullen houden. Een legertje van zo'n tweehonderd militairen legt bij het zwakste punt in de waterkering over een afstand van een kilometer inderhaast een nooddijk aan. De hoogst verwachte waterstand van 2,49 meter boven NAP blijft evenwel uit, waarna de acute dreiging snel vermi...
|
Bertus Bril, sluiswachter bij de Haandrik “Mijn vader heeft mij hier verwekt, mijn moeder heeft mij hier gebaard en ik ga hier mijn hele leven niet meer weg. Ik heb hier 39 jaar als sluiswachter gewerkt. Het is een bijzondere plek: de Vecht kruist hier het kanaal. Vroeger kwamen hier nogal eens schepen in de problemen door de sterke stroming. De sluis lag toen dichter bij de kruising van de twee waterlopen. Dat betekende dat schepen moesten remmen voor de sluis, maar tegelijkertijd bij sterke stroming juist extra motorkracht nodig hadden om recht te blijven liggen. Dat ging wel eens mis. Dan gingen vrouwen en kinderen van boord en war...
|
Beurtveer Steenwijk - Amsterdam Het lezen van de notulen van de gemeenteraad levert soms verrassende zaken op die allerminst saai te noemen zijn. Een van die onderwerpen betreft het actualiseren van de vervoersvoorwaarden van de veerdienst tussen Steenwijk en Amsterdam. De aanvraag komt in 1860 in de raad van Steenwijk aan de orde. Twee ondernemers R. van der Leij en J. ten Heuvel zien er kennelijk brood in om tussen beide steden een geregelde dienst te blijven onderhouden. Het is op dat moment een van de zeer vele veerdiensten die vanuit vrijwel het hele land op Amsterdam worden gevaren. Het aanvragen van een vergunning ...
|
Bouw van de IJsselbrug bij Zwolle – 25 jaar strijd voor oeververbinding Sinds mensenheugenis wordt water gezien als een natuurlijke grens tussen verschillende gebieden. De rivier de IJssel kan als zo'n natuurlijke grens betiteld worden. Zowel te Kampen als te Deventer werden al in de Middeleeuwen bruggen gebouwd, die een regelmatig verkeer tussen beide gebieden konden garanderen. De plaatsen profiteerden van zo'n goede verbinding en groeiden uit tot steden van naam. Zwolle zou echter eeuwenlang verstoken blijven van een brugverbinding: pas in 1930 werd de IJsselbrug geopend. Tot dat moment was men genoodzaakt de oversteek van de IJssel te maken met een veerpont,...
|
De Dedemsvaart van begin tot eind In 1791 ontwierp mr. Gerrit Willem van Marle een plan voor de ontwikkeling van Noordoost-Overijssel. Deze vermogende en invloedrijke Zwollenaar had daar grote belangen. Hij bezat er namelijk uitgestrekte stukken hoogveen. Die vormden de basis voor de zeer rendabele turfwinning. Eerste plannen Van Marle vroeg adviezen van deskundigen en kocht alvast gronden aan. Voor de exploitatie van het hoogveen in Noordoost-Overijssel was allereerst een vaart nodig. Want langs die weg konden mensen en materialen worden aangevoerd en turf afgevoerd. Van Marle liet hierover rapporten schrijven. De vaar...
|
De IJssel in de winter van 1929 Twee foto’s die afkomstig zijn uit het fotoalbum van Johannes Martinus Maria Thoben, geboren op 22-8-1893 en overleden te Valkenswaard in 1969 en Johanna Maria van der Haagen. Het echtpaar is gehuwd voor de kerk op 15-6-1936. Johannes en Johanna hadden geen kinderen. Vermoedelijk verbleven Johannes en Johanna in de koude winter van 1929 bij familie in Windesheim. Op 5 februari 1929 is de IJssel nabij Windesheim dichtgevroren en hebben Johanna en Johannes zich te voet naar de overkant van de IJssel verplaatst. Twee dagen later was het ijs zo sterk dat het zelfs mogelijk was met auto’s en paard...
|
De verdronken kerk van Beulake Een NCRV-luisteraar schreef in een brief aan de redactie van Wie weet waar Willem Wever woont dat hij in Zwartsluis woonde, dus vlakbij bij de meren waar de Beulakerwiede er één van is. Verder vermeldde hij dat de oude Hervormde Kerk in Vollenhove was gerestaureerd en dat daarin de preekstoel van de vroegere kerk van het dorp Beulake stond. Dit dorp was in het jaar 1776 door een ramp in zijn geheel in het meer verzonken, zodat er niets meer van te vinden is. Hij stelde de vraag: hoe komt het toch dat wij zo weinig van die ramp weten, dat zo'n dorp in zijn geheel kon verzinken en dat die preeks...
|
De watersnood van 1825, verslag van ooggetuige Klaas Mastenbroek uit Blokzijl 'De Hooge Watervloed van 4 en 5 February 1825 wekte mij op om zo veel in mijn vermogen was, het merkwaardige mij bekend, zo binnen Blokzijl als in het naburig Blankenham, Nederland en Muggenbeet voorgevallen te doen aantekenen'. Deze woorden schreef ooggetuige Klaas Mastenbroek over de stormvloed van 1825 die grote delen van Overijssel onder water zette. Blokzijl was net als het naburige Blankenham één van de zwaarst getroffen plaatsen. Tijdens de avonduren van donderdag 3 februari steeg het water een voet, dit is ongeveer dertig centimeter, per uur. Toch waren de weersomstandigheden o...
|
De westgrens van Overijssel Als je een willekeurige landgenoot vraagt hoe de grens tussen Gelderland en Overijssel loopt dan zal hij zeggen: door de IJssel. Maar dit antwoord is nog niet voor de helft goed, want alle Overijsselse gemeenten langs de IJssel – op twee na – liggen aan beide zijden van de rivieren en één daarvan, Zwolle, lag vroeger ook ter weerszijden van de IJssel. Van De Worp bij Deventer tot de Vossewaard bij Kampen ligt meer dan de helft van de linker IJsseloever op Overijssels grondgebied. Met dit laatste had staatssecretaris van Binnenlandse Zaken in 1991, mevr. D.Y.W. de Graaff – Nauta, wat moeite. ...
|
Dries Eker: 'Ze laten het waterpeil speciaal zakken voor de rietsnijders' 'Je hebt hier overal water. Ik vis achter de boerderij weleens op paling. Dan zet ik van die fuiken in het water en daar zwemmen ze dan in. Maar op het ogenblik zijn ze er behoorlijk fel op. Eerder deed ik het veel meer. Je had hier altijd zo’n kerel van Natuurmonumenten. Dat was echt zo’n rakker die de boel streng controleerde. Maar je kon genoeg in het geheim doen hoor. Je moest er voor zorgen dat de stokken van die fuik niet boven het water uitstaken, dan zag je er niks van. Nadeel was dan wel dat als er iemand aan kwam varen, hij zo met de schroef van de buitenboordmotor in de fuiken vast ...
|
Drinkwater halen uit het Belterwiede Je kunt je niet meer voorstellen dat er vroeger geen waterleiding was. je gebruikt het water vaak zonder erbij na te denken voor de was, autowassen, tuinsproeien en om onszelf te wassen. Wij weten niet beter of het water komt uit de kraan en het hoort erbij. Maar toen er nog geen waterleiding was, moest het water toch ergens vandaan komen. Je mocht blij zijn als jezelf een regenput had die het hemelwater opving of een pomp of een wel. In de steden moest het water soms gekocht worden in een water- en vuurwinkel. In Zwartsluis had men dan wel een gezamenlijke regenbak of pomp. In een droge per...
|
Een vroegere rivierloop van de Vecht De Overijsselse Vecht komt ons land binnen bij de Haandrik (gemeente Gramsbergen) en mondt uit in het Zwarte Water bij Genne (gemeente Zwolle). De rivier wordt aan beide zijden begeleid door hoge zandruggen of zandkoppen waarop men soms essen aantreft. Dat zijn deels dekzandruggen, deels rivierduinen, voor een deel komen ook stuifzandruggen voor. De Vecht blijkt in zijn dal niet steeds dezelfde weg gevolgd te hebben, door het meanderen is de loop vaak veranderd. In het landschap zijn op veel plaatsen van die oude beddingen herkenbaar. Niet alleen in de vorm van dode rivierarmen doch ook door...
|
Gevaren van de Zuiderzee Een donkerblauwe jas, een zwart vest met tinnen knoopjes, een wollen trui, een gestreepte broek, riem met koperen gesp en leren pantoffels. Wat hebben deze kledingstukken met elkaar gemeen? Ze waren allemaal eigendom van mannen van wie de identiteit onbekend was en zijn verdronken in de Zuiderzee. Overijssel lag tot de drooglegging van de Noordoostpolder aan de Zuiderzee. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het beroep van visser of schipper veel in de akten van burgerlijke stand voorkomt. Plaatsen als Kampen, Vollenhove en Zwartsluis waren namelijk belangrijke plekken voor visserij en hande...
|
Hoe kom je in 1914 over de IJssel? Al sinds vijftig jaar is Zwolle via de spoorbrug bereikbaar – tenminste voor treinreizigers. Het wegverkeer heeft nog steeds te maken met het Katerveer, en dat kon voor aanzienlijk oponthoud zorgen. Dat werd nog maar weer eens erg duidelijk, toen de deelnemers aan een betrouwbaarheidsrit van de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club Overijssel probeerden te bereiken. Zij kwamen over de dijk vanwege het fraaie weer letterlijk aangestoven (omwonenden was weliswaar verzocht, wat emmers water over de stoffige weg te gooien, maar daar was weinig gevolg aan gegeven. Integendeel, in Nunspeet h...
|
Over watersnood en ijsgang op de IJssel, 1820 De winter 1819/1820 was streng geweest. In februari 1820 hoopten de Wijhenaren dat eindelijk deze strenge winter op zijn eind zou lopen, toen plotseling het water in de rivieren sterk steeg ten gevolge van de invallende dooi in Zwitserland en Duitsland. Tot overmaat van ramp stuwde een harde Noordwester storm het water de rivieren op. Het gevolg daarvan was dat op verschillende plaatsen in West Europa watersnood ontstond. Dijkbreuken waren aan de orde van de dag en zeer veel mensen verloren daarbij het leven. Als dat alles nog niet genoeg was begon het wederom hard te vriezen. Toen de dooi o...
|
Schipbruggen en HEEMAF De met zware lichamelijke arbeid bediende schipbruggen over de grote rivieren werden omstreeks 1925 door de Heemaf (Hengelosche Electrische en Mechanische Apparaten Fabriek) elektrisch beweegbaar en bedienbaar gemaakt. HEEMAF apparatuur is natuurlijk een thema van de indertijd door de HEEMAF gemaakte foto’s. Voor dit verhaal is belangrijk dat de fotograaf een goed oog had voor de vaak eeuwenoude schipbruggen, hun gebruik en hun omgeving. Wat was een schipbrug ? Een schipbrug (ook pontonbrug of scheepjesbrug genoemd) bestond uit een rij van verankerde schepen (brugschepen of drijvers gen...
|
Van de (waters)nood een deugd maken Omdat het de hele maand januari 1916 steeds maar blijft stormen, komt er geen eind aan de wateroverlast. Grote delen van het land rond de Zuiderzee staan nog onder water, telkens bezwijken weer andere dijken, de derde week van januari begint er mee, dat ook Nijkerk rampgebied wordt. Geen wonder dat een aloud plan uit de kast getrokken wordt: afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee. Nu was er al in de negentiende eeuw een Zuiderzee-Vereniging opgericht die de inpoldering al vele jaren propageert. Deze club krijgt nu de wind in de rug. Letterlijk èn figuurlijk. Om de plannen te propag...
|
‘De Beltiger is in velerlei opzicht 'n eigenaardig mensch.’ Oproer in Belt-Schutsloot, 1904. ‘De ‘Beltiger boer’ nu is in velerlei opzicht ’n eigenaardig mensch. Hij is gehecht aan z’n grond, of liever aan z’n water, want de Belt is ’n echt waterland.’ Zo karakteriseerde een anonieme schrijver in 1904 in de Meppeler Courant de bewoners van Belt-Schutsloot. Tot dat jaar was het waterdorp alleen met de boot te bereiken en kon de bevolking zich uitsluitend over water of het ijs bewegen. De aanleg van een voetpad in 1904 had nogal wat voeten in de aarde. Vóór 1850 had slechts een deel van Belt-Schutsloot een pad met vonders dat door de eigenaren op zodanige hoogte gehouden moest w...
|