1814 - De vesting Deventer bevrijd Tijdens de winter van 1813-1814 wordt Deventer als één van de laatste plaatsen in Nederland nog altijd door de Fransen bezet. Zo’n 1.600 soldaten hebben zich in de vestingstad verschansd en weigeren zich over te geven. Nederlandse troepen leggen een blokkade rond de stad. Een poging om Deventer gewapenderhand in te nemen blijft achterwege, omdat de legerleiding ervan uitgaat dat de Fransen het niet lang zullen volhouden. Bovendien is de gedachte een Nederlandse stad door Nederlands geschut te laten beschieten weinig aanlokkelijk. De bezettingsmacht is echter taaier dan verwacht. Pas na een b...
|
1814 - Weinig zeggenschap voor de provincie In het Koninkrijk der Nederlanden wordt de tijdens de Bataafs-Franse tijd teloorgegane gewestelijke soevereiniteit niet in ere hersteld. De eenheidsstaat van Willem I rekent definitief af met het federalisme uit het verleden. Een soeverein besluit van 26 augustus 1814 regelt het bestuur van de provincie Overijssel. De Provinciale Staten kennen opnieuw een indeling naar stand, waarbij naast afgezanten van de Ridderschap en de drie oude hoofdsteden vertegenwoordigers van de kleine steden en het platteland als derde groepering optreden. De zeggenschap van het gewestelijk bestuur is in vergelijk...
|
1818 - Grootschalige gemeentelijke herindeling In 1818 vindt in Overijssel een grootschalige gemeentelijke herindeling plaats. De overheid vindt het onrechtvaardig dat in de omtrek woonachtige edellieden en plattelanders moeten meebetalen aan de veel duurdere voorzieningen in de steden. Vandaar dat de oude grenzen van vóór de Bataafs-Franse tijd, die bij de vorming van de gemeenten in 1811 vaak zijn verdwenen, deels in ere worden hersteld. De opsplitsing van diverse gemeenten in stads- en plattelandsgebieden zorgt voor problemen bij de naamgeving van de nieuwe bestuurlijke eenheden. Dit wordt opgelost door voortaan te spreken van Stad en...
|
1819 - Een bedelaarskolonie in de Ommerschans De Ommerschans is in de vroege 17de eeuw aangelegd ter bescherming van de noordelijke provincies. In 1819 draagt de overheid het vervallen verdedigingswerk over aan de Maatschappij van Weldadigheid, die een jaar eerder door de sociaal bewogen Johannes van den Bosch is opgericht. Deze instelling stelt zich tot doel uit het hele land afkomstige armoedzaaiers in landbouwkolonies in Zuidwest-Drenthe en Noordwest-Overijssel tot nuttige burgers om te vormen. De Ommerschans is door zijn geïsoleerde ligging bijzonder geschikt om als ‘dwangkolonie’ te dienen, waar veroordeelde landlopers en bedelaars...
|
1821 - Verbetering van het wegennet De ‘koning-koopman’ Willem I gaat ervan uit dat geen land ter wereld rijk genoeg is om zich de weelde van slechte wegen te kunnen veroorloven. In 1821 dringt hij er dan ook bij het provinciaal bestuur van Overijssel op aan snel werk te maken van de verharding van het zanderige en vaak onbruikbare wegennet. In de daaropvolgende decennia worden de belangrijkste doorgaande verbindingen met straatklinkers bestraat. Andere zandwegen krijgen een zogenoemd macadamdek van twee lagen steenslag op een onderlaag van leem of keien. Minder belangrijke wegen moeten het alleen doen met een grindlaag. In 18...
|
1830 - Een stoomspinnerij in Almelo De eerste stoommachine van Twente wordt in 1830 geplaatst in de spinnerij van de firma Hofkes te Almelo. Dit nieuwerwetse apparaat, hét symbool van de industriële revolutie, is de eerste stap op weg naar het moderniseren van de traditionele huisindustrie. De grote stoomspinnerij is opgezet om de groeiende vraag naar garens voor de calicotweverij op te vangen. De fabriek van Hofkes komt door allerhande tegenslagen nooit goed van de grond. Zo maken veel van de ingehuurde Vlaamse arbeiders, die in tegenstelling tot hun Twentse collega’s wél ervaring hebben met machinaal spinnen, zich schuldig a...
|
1832 - De blauwe dood De uit Azië overgewaaide cholera of Aziatische braakloop duikt in 1832 voor het eerst in Nederland op. De zeer besmettelijke ziekte wordt ook wel betiteld als de blauwe dood, een naam die is ontleend aan de gelaatskleur van de onder heftige krampen en in een shocktoestand creperende patiënten. Tussen augustus en november sterven in Overijssel honderden mensen aan de cholera. Met name in de dichtbevolkte grote steden vallen veel slachtoffers. In 1849, 1855 en 1866 breken opnieuw grootschalige epidemieën uit. Een doeltreffende bestrijding is er niet. De oorzaak van de angstaanjagende ziekte zo...
|
1833 - Een weefschool in Goor De Afscheiding van België geeft aan de Twentse textielnijverheid een enorme impuls. Nu ons land voor de lucratieve export van katoenen stoffen naar Indië niet meer kan terugvallen op de Belgische industrie, gaat de door Willem I opgerichte Nederlandse Handelsmaatschappij op zoek naar een ander productiegebied. Gezien de relatief lage lonen, het ruime arbeidspotentieel en de aanwezige textielervaring valt de keus op Twente. Om de productiviteit te verhogen is wel een nieuwe weeftechniek nodig, waarbij de wever werkt met een mechanische snelspoel. De Engelse ondernemer Thomas Ainsworth sticht ...
|
1836 - Arrestatie van een afgescheiden predikant De orthodoxe dominee Hendrik de Cock uit het Groningse Ulrum keert in oktober 1834 samen met zijn gemeente de in hun ogen veel te vrijzinnige Hervormde Kerk officieel de rug toe. Dit voorbeeld wordt door velen gevolgd. De Afscheiding, waaruit verschillende gereformeerde kerkgenootschappen zullen ontspruiten, is een feit. De autoriteiten pakken de separatisten hard aan. In Overijssel werpt predikant Albertus van Raalte zich op als leider van de afgescheidenen. Wanneer er na een door hem geleide bijeenkomst in Ommen relletjes uitbreken, wordt Van Raalte op 19 november 1836 tijdens een kerkdien...
|
1837 - De laatste executie Op 7 juli 1837 voltrekt een beul het laatste doodvonnis in Overijssel. De 38-jarige Albert Wetterman uit Wijhe wordt om twaalf uur ’s middags onder grote publieke belangstelling op de Grote Markt in Zwolle opgehangen. De dagloner heeft zijn ziekelijke echtgenote Gerritdina Lansink met rattenkruit vergiftigd. Het voornaamste motief is zijn verhouding met de door de diakonie aangestelde dienstmeid, die kort daarvoor van een kind van hem is bevallen. Uit angst voor een lijkschouwing steekt Wetterman zijn huis, waar Gerritdina ligt opgebaard, in brand. De kist met het lichaam wordt echter net op...
|
1837 - Opheffing van de marken De meeste markegenoten vrezen echter dat door het opsplitsen en ontginnen van het onland hun agrarische bedrijfsvoering in gevaar komt. Zij weigeren hieraan mee te werken. Een Koninklijk Besluit van 24 juni 1837, dat de mogelijkheid biedt van overheidswege pressie uit te oefenen om tot grondverdeling over te gaan, drukt het verzet de kop in. Het opheffen van het markestelsel raakt in een stroomversnelling. Een uitbreiding van de veehouderij, waardoor de boeren minder afhankelijk worden van plaggenbemesting, draagt ook hieraan bij. Tussen 1840 en 1860 verdwijnen 77 van de 112 Overijsselse marke...
|
1847 - Dammen in de Regge In 1847 publiceren Willem Staring en T.J. Stieltjes, ‘Luitenants der Artillerie’, een plan om de scheepvaart in Salland en Twente te verbeteren. Hoe moeizaam het vervoer te water in droge tijden verloopt blijkt uit het voorbeeld van de Regge, de belangrijkste vaarverbinding met Twente. ’s Zomers moeten de schippers vaak urenlang zwoegen om een aarden dam in het riviertje op te werpen. Wanneer het water voldoende is opgestuwd, steken ze de dam door. Vervolgens sleurt de stroom een konvooi van zompen met zich mee, totdat het afdammen opnieuw kan beginnen. Deze werkwijze heeft wel een groot nad...
|
1847 - Een gasfabriek in Zwolle In de zomer van 1847 neemt Zwolle de eerste gasfabriek van Overijssel in gebruik. Het bedrijf is met opzet aan de rand van de stad gebouwd, omdat het winnen van gas uit steenkool stank-overlast en een verhoogd brandgevaar met zich meebrengt. Het gas wordt aanvankelijk vooral gebruikt voor het verbeteren van de straatverlichting. Flakkerende olielampen maken plaats voor helder stralende gaslantaarns. Zwolle behoort tot de eerste tien steden in Nederland met ‘loopend gaz’. Na verloop van tijd verrijzen overal in Overijssel gasfabrieken. Steeds meer particulieren maken gebruik van gas voor huis...
|
1854 - Een theologische hogeschool in Kampen Na een moeilijke beginperiode vol agressie en vervolging is de Afscheiding in 1839 officieel door de overheid erkend als de Christelijk Gereformeerde Kerk. Om in de behoefte aan geschoolde voorgangers te voorzien, wordt een eigen predikantenopleiding opgezet. Aanvankelijk zijn er meerdere scholen, maar dat komt de eenheid onder de gereformeerden niet ten goede. Op 15 juni 1854 besluit de synode te Zwolle om een centrale theologische school te stichten. Na een lange discussie over de beste vestigingsplaats krijgt Kampen de meeste stemmen. De belangrijkste redenen zijn de goede bereikbaarheid ...
|
1859 - De eerste niet-blanke burgemeester van Nederland De kleurling Adolf Willem Storm van ’s Gravesande wordt met ingang van 15 april 1859 burgemeester van de uitgestrekte plattelandsgemeente Lonneker. De eerste niet-blanke burgervader van ons land is in 1817 geboren in de voormalige Nederlandse kolonie Demerara, die vandaag de dag in Guyana ligt. Zijn vader, de plantagehouder Cornelis Gerard Storm van ’s Gravesande, leeft hier samen met een inheemse vrouw. Na de dood van zijn vader haalt een tante Adolf Willem op negenjarige leeftijd samen met twee oudere broers naar Nederland. Hij groeit op in de omgeving van Deventer. Later vestigt hij zich ...
|
1859 - Schokland ontruimd Het eiland Schokland dreigt langzaam maar zeker te verdwijnen in de Zuiderzee. Gezien het grote overstromingsgevaar en de armoedige levensomstandigheden besluit de regering het eiland te ontruimen. De gemeente Schokland wordt met ingang van 10 juli 1859 opgeheven. Het grondgebied hoort voortaan bij de gemeente Kampen. De ongeveer 650 bewoners krijgen in het voorjaar van 1859 te horen dat ze vier maanden de tijd hebben om hun biezen te pakken en hun geboortegrond te verlaten. Verzet tegen de massale evacuatie is ondenkbaar. De meeste Schokkers verhuizen naar Kampen en Vollenhove, waar ze net ...
|
1859 - Van Heek & Co te Enschede Op 1 januari 1859 richten de broers Hendrik Jan, Herman en Gerrit Jan van Heek, leden van een bekende textielfamilie, in Enschede de firma Van Heek & Co op. Deze vennootschap gaat zich onder meer richten op het fabriceren van katoenen of andere stoffen. Van Heek & Co groeit door een innovatief beleid uit tot één van de grootste ondernemingen in de Nederlandse textielindustrie. Het bedrijf produceert vooral voor de koloniale markt. De arbeiders worden met ijzeren hand geregeerd en maken onvoorstelbaar lange werkdagen. De patriarchale leiding van het bedrijf heeft echter ook oog voor s...
|
1862 - De grote brand van Enschede In Enschede breekt op 7 mei 1862 vroeg in de middag brand uit in een arbeiderswoning aan de Kalanderstraat. Door de langdurige droogte en sterke wind verspreidt het vuur zich razendsnel. De nog niet weggehaalde erebogen en guirlandes, een herinnering aan het recente bezoek van koning Willem III, wakkeren de vlammenzee verder aan. Het raadhuis, kerken, fabrieken, scholen en de huizen van 650 gezinnen gaan in rook op. Het hele stadscentrum ligt in de as. Eerst is de wanhoop groot, maar op de lange termijn blijkt de ramp het wrange begin van een nieuw tijdperk voor Enschede te zijn. De totale v...
|
1869 - Rookverbod in Genemuiden Het gemeentebestuur van Genemuiden vaardigt in 1869 een rookverbod uit aan de Achterweg. De opmerkelijke maatregel is een rechtstreeks gevolg van een catastrofale brand op 11 maart 1868, die een groot deel van het stadje volledig verwoest. Het vuur verteert 105 woningen, 39 hooibergen, scholen, pakhuizen, schuren én het raadhuis met de oude archieven. Om het brandgevaar terug te dringen wordt het daarna verboden om in het centrum olie voor huis- en straatverlichting op te slaan. Even buiten de bebouwde kom verrijzen centrale brandstofkelders. Ook is het niet langer toegestaan om hooibergen b...
|
1871 - De Twentsche Landbouw Maatschappij In 1871 wordt in Enschede de Twentsche Landbouw Maatschappij (TLM) opgericht, die zich de ‘bevordering van landbouw, veeteelt, landontginning en landhuishoudelijke Nijverheid’ ten doel stelt. De vereniging houdt zich onder andere bezig met het keuren van vee en gewassen, het organiseren van tentoonstellingen en het verspreiden van kennis over de nieuwste landbouwtechnieken. De meeste aandacht gaat uit naar de veehouderij, zoals uit het jaarverslag van 1875 blijkt: ‘Niet onvermeld mag blijven, dat de Twentsche Landbouwer leert inzien, dat veel van het oude stelsel niet meer deugt, in de eerst...
|
1874 - Deventer vestingstad af Op 18 april 1874 wordt in Nederland een nieuwe Vestingwet van kracht. De landsverdediging zal voortaan vrijwel uitsluitend worden geconcentreerd op het westen van het land en de Vesting Holland. Een enkele jaren eerder uitgebroken oorlog tussen Duitsland en Frankrijk heeft onomstotelijk aangetoond dat in de moderne oorlogsvoering een lange verdedigingslinie met versterkte steden nutteloos is. Alle verdedigingswerken in het oosten van het land verliezen hun defensieve functie. Ook de enige nog resterende Overijsselse vestingstad, het dichtbevolkte en in zichzelf opgesloten Deventer, kan einde...
|
1884 - Enschede krijgt telefoon Op 23 december 1884 doet de telefoon zijn intrede in Overijssel. Acht jaar nadat de Amerikaan Alexander Graham Bell octrooi op de nieuwe uitvinding heeft aangevraagd, is Enschede de eerste stad in de provincie waar mensen via een draad gesprekken over grote afstand kunnen voeren. De wonderbaarlijke ontdekking wordt geëxploiteerd door particuliere telefoonbedrijven. De Enschedesche Telefoon-Maatschappij krijgt de beschikking over een kamertje boven in het stadhuis, waar de telefoondraden uit alle delen van de stad samenkomen. De aansluitingen worden met de hand tot stand gebracht door telefon...
|
1894 - SDAP in Zwolle opgericht De vraag op welke wijze de gewenste sociale ommekeer moet worden bewerkstelligd, leidt binnen de Sociaal Democratische Bond tot een scheiding der geesten. Gefrusteerd door het uitblijven van hervormingen schuiven Domela Nieuwenhuis en zijn volgelingen steeds verder op naar het anarchisme. Hun besluit tot een principieel anti-parlementaire houding heeft het uittreden van een aantal leden tot gevolg, onder wie de Friese advocaat Pieter Jelles Troelstra. Het centraal in het land gelegen Zwolle wordt uitgekozen als stichtingsplaats van een nieuwe, meer gematigde linkse partij. Op 26 augustus 189...
|
1897 - De Vecht verliest zijn meanders De Overijsselse Vecht, die ten zuiden van de Baumbergen nabij Horstmar in Westfalen ontspringt, kronkelt zich al eeuwenlang een weg door het noorden van de provincie naar zee. Als gevolg van de vele meanders wordt de natuurlijke afwatering ernstig belemmerd en is er geregeld sprake van wateroverlast. In 1897 geeft de overheid het startsein voor ingrijpende maatregelen om de afvoercapaciteit te verbeteren. Tot 1912 worden maar liefst 69 bochten afgesneden, waardoor de lengte van de rivier met ongeveer de helft vermindert. Aangezien op verschillende plaatsen stuwen worden gebouwd, verliest de ...
|