Bij Mussert op schoot. De lotgevallen van een NSB-kind Ons gezin bestond uit mijn vader (tweeënveertig, tekenleraar, kunstschilder en NSB-er uit idealisme), mijn moeder (negenendertig, tot mijn geboorte wijkverpleegster; zij was het niet eens met het NSB-lidmaatschap van mijn vader), ikzelf (negen), mijn broertjes Fred (zeven) en Wimmy (drie maanden) en mijn zusje Ellen (vijf). Wij woonden in Hilversum en mijn ouders waren menslievende mensen. De armoede en werkeloosheid van de crisistijd, de toenemende alcoholverslaving en verloedering grepen hen zeer aan. Vader dacht dat een nationaal-socialisme verbetering kon brengen voor de minderbedeelden....
|
Steenwijker Jan Hagels onder de knoet van De Noo Hetgeen hierin staat beschreven speelde zich af in het Zwolse Kringhuis van de NSB, Bloemendaalstraat nummer 11. Dat diende vooral later in de oorlog als hoofdvestiging van de Zwolse Landwacht. Baas De Noo en zijn ondergeschikte Eijkelkamp waren hier binnen de muren meedogenloze figuren die een gruwelijk schrikbewind uitvoerden. Ze hielden zichzelf aan hun eigen lijfspreuk die aan een wand hing: Weest hard . Dat ze niet alleen hard waren ten opzichte van arrestanten maar ook naar de ondergeschikten, daarvan getuigt onderstaande kameraadschappelijke brief gericht aan NSB-kringleider Pit in Ste...
|