image/svg+xml

19. Gerard Potcamp-----Apostolisch vicaris van de Republiek (1643-1705)

Verhaal

19. Gerard Potcamp-----Apostolisch vicaris van de Republiek (1643-1705)

Plaatje bij verhaal: 19.1.png

19. Gerard Potcamp-----Apostolisch vicaris van de Republiek (1643-1705)

In 1705 benoemde de paus een onbekende pastoor uit Lingen, die in schamele omstandigheden in een exclave van de Verenigde Provinciën woonde, tot apostolisch vicaris van de katholieke Kerk in de Republiek. Het betrof Gerard Potcamp (1643-1705) uit Borne. De term apostolisch vicaris betekent ‘pauselijk plaatsvervanger’. De functie was vergelijkbaar met die van aartsbisschop van Utrecht.

Priester uit Borne
Gerard Potcamp is in 1643 geboren in Borne als zoon van de smid Lambertus Potcamp en Geesken Beer. Na zijn priesterwijding in 1668 in Keulen vestigde hij zich in zijn ouderlijk huis op de Potkamp bij de Oude Kerk in Borne. Potcamp zette zich samen met zijn collega’s van Delden en Rijssen in voor de zielzorg in de wijde omgeving. Zij hielden erediensten in afgelegen schuurkerken. Dat moest heimelijk gebeuren, omdat de gereformeerde overheid de openlijke katholieke erediensten verbood. Tijdens de bezettingsjaren 1672-1674 door de bisschop van Munster kregen de katholieken meer vrijheid, maar na de aftocht van de troepen begonnen de pesterijen door de overheid weer. Potcamp en zijn collega’s moesten in 1674 het land ontvluchten. Ze zetten de zielzorg voor Twente voort vanaf het boerenerf Orthaus bij Alstätte in het katholieke Munsterland.

Pastoor en aartspriester
In 1680 werd Potcamp benoemd tot pastoor van Lingen. Het gelijknamige graafschap behoorde in die tijd bij de Republiek. Ook hier maakte de gereformeerde overheid de katholieken het leven zuur. Weer moest Potcamp uitwijken naar Munsters gebied. Hij woonde in de buurschap Darme, dicht bij de stad Lingen, met zijn moeder, zijn zuster en zijn twee kapelaans. Laatstgenoemden waren zijn broer Johan en zijn neef Egbertus Groothuis uit Hertme. De schuur op het boerenerf  Möddel, die er nog steeds is, diende als noodkerk voor de katholieken van Lingen. In 1697 werd Gerard Potcamp tevens benoemd tot aartspriester (deken) van alle veertien parochies van het graafschap.

Apostolisch vicaris Codde afgezet
In 1640 was er een boek verschenen van Cornelius Jansenius over de genadeleer volgens de kerkvader Augustinus. Omdat Jansenius’ interpretatie – ‘jansenisme’ genoemd – naar de mening van Rome te veel leek op de calvinistische predestinatieleer, werd ze fel bestreden als ketterij. De toenmalige apostolisch vicaris Petrus Codde werd hiervan het slachtoffer. Hij werd in 1702 door de paus uit zijn functie gezet en voorlopig vervangen door Theodorus de Cock.

Conflicten met buitenlandse mogendheden
Juist in die tijd raakte de Republiek met haar bondgenoot Engeland betrokken bij de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) tegen de katholieke mogendheden Frankrijk en Spanje. De Staten van Holland keerden zich nu krachtig tegen de bemoeienis van Rome met de katholieken in hun gewest. Zij eisten eerherstel van Codde, wat door Rome werd geweigerd. Door Codde’s afzetting waren de verhoudingen tussen Holland en Rome in de jaren 1702-1705 ronduit slecht. Drie jaar lang werd er gebakkeleid over de opvolging van Codde. Meer dan twintig kandidaten werden voorgedragen en afgewezen, nu eens door de Staten, dan weer door de paus. Er moesten buitenlandse diplomaten aan te pas komen om te bemiddelen.

Potcamp in beeld
In 1705 werden alle partijen het eens over de benoeming van de 62-jarige pastoor en aartspriester Gerard Potcamp in het verre Lingen. Hij was sober en zedig genoeg voor de strenge ‘jansenisten’ en bovendien trouw genoeg aan Rome. Ook had hij bewezen onder moeilijke omstandigheden zijn geloofsgemeenschap te kunnen besturen. Potcamp had bovendien toegang tot voldoende financiële middelen om de staat van apostolisch vicaris te voeren. Zijn vader was niet onbemiddeld en zijn Zwolse familie was steenrijk geworden in de lakenhandel en het onroerend goed.

19.2.png
Bisschopswapen van
Gerard Potcamp

 

Eén maand
Gerard Potcamp liet zich slechts na zware morele druk overhalen het hoge ambt te aanvaarden, waarvoor hij zichzelf ongeschikt achtte. Maar hij overleed al een maand na zijn benoeming op 16 december 1705 in Leiden. Behalve aan ernstige jicht leed hij vermoedelijk al enkele jaren aan tuberculose. Hij werd begraven in Warmond, waar nog altijd een grafmonument uit 1895 te bewonderen valt.

19.3.png
Grafmonument in Warmond op de graf-
kelder, waarin Gerard Potcamp is bijgezet

 

Aartsbisschop van Thebe
Een week vóór zijn dood benoemde de paus hem nog tot titulair aartsbisschop van Thebe. De benoeming heeft hem niet op tijd bereikt. Na zijn overlijden is hij wel beschuldigd van jansenisme, maar in een brief aan zijn superieuren schreef Potcamp dat hij zich bewust buiten dit theologisch dispuut heeft gehouden.

Auteur:Hans Gloerich
Trefwoorden:1600-1700 Gouden Eeuw, Apostolisch vicaris van de Republiek (1643-1705), Canon van Borne
Personen:Potcamp,Gerard , Potcamp,Lambertus, Beer,Geesken, Groothuis,Johan, Groothuis,Egbertus , Jansenius,Cornelius, Augustinus, Codde,Petrus , Cock,de Theodorus
Thema's:Canon van Borne

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.