0. Tijdlijn + Overzicht van de vensters in de Canon van Borne Sinds de geschiedenis van Nederland extra aandacht heeft gekregen binnen het Nederlandse onderwijsveld, is het gebruikelijk dat iedere provincie, zelfs iedere stad en ieder dorp, een eigen Canon maakt. Ook in de provincie Overijssel is met dit doel een project opgezet, ondersteund door de besturen van provincie en gemeenten. Wat verstaan we in dit verband onder een Canon? Het is “een chronologische presentatie van essentiële onderdelen van de cultuur en de geschiedenis in maximaal vijftig zogenaamde vensters, die via een concrete persoon, gebeurtenis of kunstuiting uitzicht bieden o...
|
01. Boris van Borne-----Vondst van een wolharige mammoet (ca. 34.000 jaar geleden) Wolharige mammoet De gevonden botten werden meegenomen naar het kantoor van het Waterschap te Almelo en daar werden de deskundigen van het Natuurmuseum in Enschede te hulp geroepen. Het bleek te gaan om een scheenbeen, een opperarmbeen en enkele wervels van een wolharige mammoet van circa 34.000 jaar oud. Koolstofdatering C 14 wees dit uit. De mammoet bleek een jonge mammoet, 10 tot 20 jaar oud met een schofthoogte van 250 tot 275 cm. Een nadere inspectie van de vind-plaats leverde nog eens zeven halswervels, een borstwervel en een voetwortelbeen op. De wervels bleken nauwkeurig op elkaar aa...
|
02. Urnen onder de es ----- Een begraafplaats uit de bronstijd (ca. 1000-800 v.C.) De Veldkamp Als tegenwoordig nieuwbouw wordt gepleegd, is de bouwer veelal verplicht archeologisch onderzoek te doen. Van De Veldkamp was bekend dat op deze zandrug in voorheen erg drassig gebied al eeuwen bebouwing was. Er bevonden zich oude boerenerven als ‘t Schilt en erve De Weele. Deze bewoners moesten op de arme grond van de zandrug boeren. Ze maakten de grond vruchtbaar met behulp van (heide)plaggen en mest uit de potstallen van hun dieren. Zo ontstond in de loop van de eeuwen de bolle vorm van de esgronden. Maar of deze boeren wisten dat zij op een eeuwen oude begraa...
|
03. Boerderijen in de Bornsche Maten-----Sporen uit de ijzertijd (ca. 400 v.C. - 70 n.C.) Boerennederzetting De Bornsche Maten liggen in het zogeheten Bekken van Hengelo , tussen de hoge stuwwal van Oldenzaal en de lage stuwwal van Borne. Het gebied kent diverse beken als de Slangenbeek, Deurningerbeek, Bornse Beek, kleinere beken en daar tussenin lagen de zandruggen. Op een terrein van ca. 7 hectare vonden de archeologen hier sporen van acht boerderijen tot wel 26 meter lang en ongeveer honderd bijgebouwen, zoals spiekers voor opslag van koren en hooimijten. De boerderijen bestonden uit twee tot vierbeukige gebouwen, dat wil zeggen dat er drie tot vijf rijen palen waren gebruikt ...
|
04. Een lavezbeker-----Romeinse invloeden (0-300 n.C.) De lavezbeker In 1984 vindt Hans Leuverink bij graafwerkzaamheden op zijn grond op de Aakamp (van de familie Leuverink-Mulders) bij de Bornse beek een zogeheten lavezbeker. Het bekertje is 7 cm hoog en heeft een diameter van 9 cm bij de rand en 6 cm bij de bodem. Een deel van de rand is verdwenen. Het is versierd door middel van twee groeven en is glanzend gepolijst. Het bleek al snel om een zeldzame vondst te gaan. Het voorwerp is gemaakt van lavez, een speksteensoort uit het Alpengebied van Zwitserland en Noord-Italië. De ouderdom van de beker is moeilijker te bepalen. Het zou gaan om e...
|
05. De Hondeborg-----Borgen in Borne (ca.400) Borgende te Zenderen en de Hondeborg De buurschap Zenderen wordt voor het eerst genoemd in een goederenregister van het klooster Werden uit ca. 850. Het dorp Borne is gelegen in de buurschap Zenderen en komt voor het eerst voor in een geschreven bron uit het jaar 1206. De oudste naam van Borne is ‘Borgende’, dat wil zeggen aan het eind van Zenderen, waar een borg lag. De borg of versterking omvatte de huidige Horststraat en Abraham ten Catestraat, met de huizen en tuinen aan weerszijden daarvan. Zowel Zenderen als de borg van Borne zijn aanmerkelijk ouder dan de eerste schrifteli...
|
06. Een Karolingische ruiter-----Bondgenoot van Karel de Grote (ca. 800) Het graf Duidelijk is dat hier een belangrijk persoon was begraven. Overblijfselen van een mens zijn niet aangetroffen, maar wel zijn grafgiften: een onversierd, tweezijdig snijdend zwaard (een spatha), gestoken in een schede van berkenhout en bekleed met leer, waarop textielresten zijn gevonden. Onder het zwaard lag een roestklomp, waarschijnlijk van een gesp of beurs. De klomp bevatte onder meer 16 zilveren dinariën met een beeltenis van Karel de Grote, ijzeren ruitersporen en een ijzeren vleugellanspunt. De uitrusting is de standaarduitrusting van een Frankische krijger. Het penningenk...
|
07. Essen en woeste gronden----- Het oude Twentse boerenbedrijf (ca. 1000) Het esstelsel In de omgeving van Borne zijn de essen waar de eerste boeren zich permanent vestigden te herkennen aan hun hoge ligging en de bolle vorm. Ze vormen het restant van een landbouwsysteem dat zich vanaf de 11de tot ver in de 19de eeuw in Twente gehandhaafd heeft. Dit systeem van akkerbouw met plaggenbemesting,ook wel esstelsel genoemd, omvatte zowel akkerbouw als veeteelt. De veeteelt was daarbij ondergeschikt aan de akkerbouw.In de 17de eeuw was slechts 8 procent van al het land in Twente ontgonnen. De boerenbedrijven waren meestal klein. In 1600 had een ‘grote’ boer g...
|
08. Landweren-----Tegen invallers en weglopers Verdediging Landweren waren bedoeld om vijanden buiten te houden. Ze bestonden uit wallen die een bepaalde breedte moesten hebben, waarop struiken als sleedoorn, braam en hulst en bomen werden geplant. Het was voor dorpelingen ten strengste verboden om gebruikshout van deze landweren te kappen. Er stonden zware boetes op. Aan beide zijden van de wal bevonden zich vaak diepe greppels. Bestaande beken vormden vaak het uitgangspunt van een dergelijk verdedigingslinie. Landweren liepen ook niet recht; zij werden voorzien van S-bochten. Voor doorgaand verkeer waren openingen in de landweren aanwezi...
|
09. De Meijershof-----Heren, hofmeiers en horigen (1385) Het hofrecht De horigheid die met dit hofstelsel is verbonden, is een opvallend facet in de geschiedenis van Twente. Langer dan waar ook in Nederland bleef in Twente en Oost-Gelderland de horigheid in stand: tot in de 19de eeuw. De rechten en plichten van heer en horige werden bepaald door een systeem van zeer oude wetten, waarvan de naleving nauwkeurig werd gecontroleerd door de hofmeiers. Toen keizer Karel V in 1528 landsheer van Overijssel werd, moesten de hofmeiers voortaan rekening en verantwoording afleggen aan ‘de heren van rekening in Holland’. Die konden niet goed uit de v...
|
10. Weleveld-----Een Twentse havezate (1300) De heren Van Ruinen In de oudst bewaarde leenakte van 1353 bevestigt Johan (I) van Weleveld door zijn heer Johan (III) van Ruinen te zijn beleend met de Hof to Welvelde en zes andere goederen in Sindron (Zenderen), namelijk Luttik Hulscher, Storksel, Bekman, De Haar, Bartelink en Veldhuis. Hoe de heren van het Drentse Ruinen in het bezit van deze Twentse goederen kwamen, is niet met zekerheid bekend. De heren Van Weleveld Godefridus de Welefelde, genoemd in 1244, is de eerste bekende bezitter van Weleveld. Misschien was zijn dochter getrouwd met Mewekien (Bartholomeus) van Ruinen. Rond 130...
|
11. Hoenders voor de Hofmeijer-----Pacht en belasting (1385) Hoender-uitgangen Toen in de 14de eeuw in de nabijheid van de Hof het dorp Borne ontstond, werd een bijzondere vorm van belasting in natura, de zogenaamde hoender-uitgangen, geïntroduceerd. De nieuwe woningen en hun tuinen lagen op grondgebied van de Hof. Hierdoor kreeg de hofheer minder inkomsten uit de landerijen. De nieuwe percelen werden daarom belast met uitgangen. Een uitgang is een grondrente in geld of natura die door de gebruiker van de grond jaarlijks op een vaste tijd en plaats moest worden geleverd. In Borne bestond die levering uit hoenders, die jaarlijks op St. Lamberti (1...
|
12. De Oude Kerk-----Een eenvoudige hemel op boerenaarde (1420) Beschrijving De kerk bestaat uit drie delen: aan de oostzijde het eenbeukige koor van twee traveeën (‘gebinten’ zou men zeggen bij een Twentse boerderij) met een driezijdige koorsluiting, het tweebeukige schip van drie traveeën, en aan de westzijde de toren van drie geledingen en met een hoge naaldspits. Koor en schip worden overdekt door een dak met de noklijn op één hoogte. Deze vormen één ruimte, afgescheiden door een triomfboog. De twee zuilen in het midden van het schip zijn van Bentheimer zandsteen. Het gebouw is 35 meter lang; de toren (...
|
13. Welevelder windmolens-----Molens van Borne (1582) Welevelder molens Havezate Weleveld in Zenderen had twee watermolens, één voor koren en één voor olie, gelegen aan twee kolken waarvan er nu nog één aanwezig is. Van de beide muldershuizen is er ook nog één over. Daarnaast was er de Welevelder windmolen op het Bornse veld. In 1582 werd bij de vernielingen van het huis Weleveld door oorlogshandelingen melding gemaakt dat “die moele geheel gelempt ende van vloegelen ende wintbalken ontstelt” was. Dit is de eerste vermelding van deze windmolen. In 1684 verhuurden Judith Vrouwe ...
|
14. De Reformatie-----De doopsgezinde gemeente (1598) Honderd jaar later (1698) stond de overheid toe dat ook de rooms-katholieken, naast de doopsgezinden, hun godsdienstoefeningen in boerderijen en in daarvoor gebouwde kerkhuizen hielden, maar deze kerkgebouwen mochten niet vanaf de straat zichtbaar zijn. Schuurkerken werden gebouwd. Weer honderd jaar later, na de Franse revolutie en de omwenteling in de Nederlanden, werd de Kerk losgekoppeld van de Staat. De Gereformeerde Kerk werd een kerkgenootschap als alle andere dus geen Staatskerk meer. Verschillende godsdienstige richtingen vonden toen hun plek weer in Borne. De doopsgezinde gemeente ...
|
15. Een zandstenen kansel-----Het interieur van de Oude Kerk (1482) Twee pilaren Wanneer men de Oude Kerk binnenkomt door de rijk gedetailleerde nis in de robuuste toren, zijn de twee forse pilaren in het midden van het schip het eerste wat opvalt. Hierdoor krijgt het schip een (zeldzame) verdeling in zes vierkanten. De steile gewelven lijken koepelvormig. In het torenportaal is dit mannenkopje te zien als kraagsteen Schilderingen Op één van de gewelfvlakken staat het jaartal 1482, vermoedelijk het jaar van de inwijding. De meeste gelovigen konden niet lezen. Daarom waren de muren beschilderd met kleurrijke afbeeldingen van heili...
|
16. Kleigaten in het landschap-----De steenfabrieken (1646) Zeeklei Voor het bakken van stenen werd klei gebruikt, die in onze streek ooit in de bodem is achtergelaten door de zee, en door de gletsjers achtergelaten keileem. De kust lag toen tot ver in Duitsland. De keileem was eenvoudig te vinden. Als er sneeuw was gevallen, bleef dat het langst liggen waar klei zat. Boeren met klei in de grond hadden vaak een veldoven, waarmee ze in de wintertijd stenen bakten. Na 1800 nam de vraag naar bakstenen toe door opkomst van de industrie. In 1858 werd de ringoven uitgevonden, waarmee de productiecapaciteit kon worden opgevoerd van 10.000 stenen per jaar naar...
|
17. De Klopjeswoningen-----Kloppen in Borne (ca. 1650) ‘Geestelijke maagden’ Kloppen kwamen vanaf 1581 in heel Nederland voor. Kloppen leefden niet volgens de regels van kloosters en begijnen, maar waren wel dienstbaar aan de katholieke Kerk. Een groot voordeel voor hen was dat zij geen verantwoording aan een man (echtgenoot, vader of broer) hoefden af te leggen. Een soort vroege voorloper van de vrouwenemancipatie zou je kunnen zeggen. Kloosterlingen waren wel verantwoording schuldig aan een bisschop. Een leven als klop werd met een intrede gevierd: ze meldde haar voornemen te leven als ‘geestelijke maagd’ aan de plaatseli...
|
18. Huiswevers en fabrikeurs-----Vroege textielnijverheid (ca. 1675) Tachtigjarige Oorlog Twente heeft zwaar te lijden gehad van de Tachtigjarige Oorlog. De troepen opereerden vanuit Oldenzaal, dat in de periode 15681626 afwisselend door de strijdende partijen was bezet, totdat de Spanjaarden in 1626 definitief werden verdreven. De Spaanse – en ook de Nederlandse soldaten – kregen hun soldij vaak niet op tijd. Ze plunderden dan de wijde omgeving rond Oldenzaal, op zoek naar eten. Ze roofden het vee. staken boerderijen in brand en namen de boeren gevangen. De gegijzelden kwamen pas weer vrij als er hoge losprijs was betaald, die vaak door de hele buu...
|
19. Gerard Potcamp-----Apostolisch vicaris van de Republiek (1643-1705) Priester uit Borne Gerard Potcamp is in 1643 geboren in Borne als zoon van de smid Lambertus Potcamp en Geesken Beer. Na zijn priesterwijding in 1668 in Keulen vestigde hij zich in zijn ouderlijk huis op de Potkamp bij de Oude Kerk in Borne. Potcamp zette zich samen met zijn collega’s van Delden en Rijssen in voor de zielzorg in de wijde omgeving. Zij hielden erediensten in afgelegen schuurkerken. Dat moest heimelijk gebeuren, omdat de gereformeerde overheid de openlijke katholieke erediensten verbood. Tijdens de bezettingsjaren 1672-1674 door de bisschop van Munster kregen de katholieke...
|
20. Markeschool-----Het onderwijs (1722) School te Borne De eerst bekende schoolmeester van Borne was Johan Bispinck. Het hervormd kerkarchief meldt in 1646: “kerkenhuis en gaarden aan de pepperstege waarin die tegenwoordige Johan Bispinck woont en daarover aan de gereformeerde kerk 2 daler moet betalen. Voor zijn bediening krijgt hij een stuk land van 2 schepel uit de lage achterkamp in de Oude Esch en voor de scoeledienst hooiland in het Hertmerbroek, de Scoolmeestermate.” De heer van Weleveld had het recht tot benoeming van de schoolmeesters. In de Franse tijd verviel de verplichting voor onderwijzers om gereformeerd t...
|
21. Grutterij Erve Ten Cate-----Bornse Melbuuln (1744-1967) Boekweitpannenkoeken De fabriek van Ten Cate was een grutterij: daar worden grutten gemaakt. Grutten zijn boekweitzaadjes die in stukjes zijn gebroken. De zaadjes lijken op kleine beukennootjes en zijn zes millimeter lang. Boekweit was vroeger een populair gewas, omdat het kan worden verbouwd op onvruchtbare grond zonder bemesting. De roze bloemen van de plant waren van belang voor de honingproductie. Vroeger at men grutten met melk gekookt tot een dikke brij, of gesneden in plakken met stroop en boter. Bekend en heel lekker is ook de grote dikke boekweitpannenkoek. Het assortiment van Ten Cat...
|
22. Heisa rond de zusjes Hesselink-----Religieuze onverdraagzaamheid (1774-1778) Uithuisplaatsing In die tijd woonde in een boerderij aan het eind van de huidige Prins Bernhardlaan in Borne het gezin van Jan Hesselink en Aleida Elhorst. Het was een ‘gemengd’ huwelijk: Jan was hervormd, Aleida katholiek. Hun drie dochters werden hervormd opgevoed. Dat ging goed tot hun vader in 1774 overleed. De zusjes besloten toen het geloof van hun moeder aan te nemen. De drost Heiden Hompesch wond zich hier zo over op, dat hij de meisjes onder curatele stelde bij twee protestantse pleeggezinnen in Borne en Delden. Boerderij Hesselink of Hesseld aan het eind van ...
|
23. Het Bussemakerhuis-----Een voorname bedrijfswoning (1779) Voorgangster Op deze plaats stond voordien al een vermoedelijk dubbele woning met één woonlaag uit 1655. Uit bouwhistorisch onderzoek is gebleken dat de gevel in 1779 opnieuw is opgetrokken, maar de kapconstructie vertoont kenmerken van hergebruik. Fabrikeur Jan Bussemaker en zijn vrouw Trijntje Hulshoff Het huis is genoemd naar de doopsgezinde linnenhandelaar Jan Bussemaker (1730-1796) die in 1763 trouwde met Trijntje Hulshoff (1727-1799). Hun namen staan voluit gebeiteld binnen de lauwerkrans op een grote zandstenen gevelplaat. Op de hoeken van de steen staan de initialen ...
|