image/svg+xml

Een herinnering in de centrale hal van het treinstation in Enschede

Verhaal

Een herinnering in de centrale hal van het treinstation in Enschede

Plaatje bij verhaal: familie-moerkotte.jpg

In de centrale hal van het NS-station van Enschede hangt een plaquette met vier namen van NS-medewerkers die tijdens de Tweede Wereldoorlog omkwamen. De plaquette in Enschede is een van de 110 plaquettes die in de periode 1947/1948 op initiatief van de directie van de Nederlandse Spoorwegen in stations, werkplaatsen en dienstgebouwen van de NS verspreid over Nederland zijn onthuld. Het ontwerp voor de plaquettes werd gemaakt door NS-architect H.G.J. Schelling. Ze werden vervolgens vervaardigd door H.Th. Boermeester van de NV Ateliers voor Kunstnijverheid Winkelman te Amsterdam. Op deze plaquettes worden bijna vijfhonderd NS-medewerkers herdacht. Al hun namen staan ook vermeld op het centrale monument in het Moreelsepark in Utrecht dat op 4 mei 1981 werd onthuld.

De plaquette in Enschede werd onthuld op 8 januari 1948 op het perron van het toenmalige station Staatsspoor dat in die tijd schuin tegenover het Volkspark lag. In 1950 werd het huidige stationsgebouw geopend en werd de plaquette daar naartoe verhuisd. Ieder jaar op 4 mei wordt er een krans bij de plaquette opgehangen. De tekst op de plaquettes is op alle stations vrijwel identiek: ‘Ter gedachtenis aan hen die vielen 1940 – 1945’. De namen op de plaquette in Enschede zijn: J.A. Ekelhof, Aafke J. Krol, G.H. Moerkotte en J.L.M. Panders. Wie waren zij?

Johannes Antonius Ekelhof

Johannes Ekelhof wordt op 30 januari 1890 in Oldenzaal geboren. Hij gaat op 27 jarige leeftijd als arbeider op proef voor de Nederlandse spoorwegen werken in Enschede Noord. Een maand later wordt hij benoemd tot arbeider. Niet veel later wordt hij arbeider- wisselwachter en later arbeiderrangeerder. Hij vervult in de loop der jaren diverse functies in Enschede Noord, Boekelo en Broekheurne en vanaf 1928 in Enschede Zuid, waar hij op 9 februari 1941 wordt benoemd tot lijnassisent. Johannes is getrouwd met Geertruida Maria Johanna Wilhelmina Huijskes. Ze wonen op de Hogelandsingel 94. Beiden komen om bij het bombardement op 10 oktober 1943. Johannes is dan 53 jaar. Op 13 oktober wordt hij samen met zijn vrouw begraven op de Rooms Katholieke begraafplaats aan de Gronausestraat. De Heilige Hart parochie op het Hogeland waar Ekelhof en zijn vrouw beide lid van zijn, wordt die dag bijzonder hard getroffen. De parochie verliest twintig van haar leden door het bombardement. In totaal komen er in Enschede die dag 151 mensen om bij dit bombardement.

Aafke Johanna Krol

Aafke Johanna Krol werkt als kantoorbediende bij de Nederlandse Spoorwegen in Enschede. Ze komt op 22 maart 1945, vlak voor de bevrijding, om bij een bombardement. Ze is dan 19 jaar. Zes Amerikaanse bommenwerpers werpen die middag 36 brisantbommen en 30 splinterbommen af boven Enschede. Aafke Krol is een van de 65 burgers die bij dit bombardement het leven laten. De Boulevard 1945 wordt na de oorlog aangelegd in het gedeelte van de stad dat door dit bombardement is verwoest. Voor de metaalwerker Geert Krol en zijn vrouw Hendrika is het overlijden van Aafke Johanna het tweede leed dat hun gezin treft. In 1935 is hun tweede dochter Johanna overleden, slechts negen maanden oud.

Gerhardus Henrius Moerkotte

Gerard Moerkotte, echtgenoot van Angela Olde Wieverink werkt voor en tijdens de oorlog bij de Nederlandse Spoorwegen in Enschede. Hij is rangeerder en studeert voor seinwacht. Op 17 september 1944 beginnen de geallieerden een grootscheepse luchtlandingsoperatie in het zuiden van Nederland, waarbij ze via Eindhoven en Nijmegen de brug bij Arnhem proberen te veroveren om van daaruit op te kunnen rukken naar het industriële hart van Duitsland. De Nederlandse regering – die zich in Londen in ballingschap bevindt – roept dan op tot een algehele spoorwegstaking ter ondersteuning van het geallieerde offensief. De gedachte daarbij is dat het door die staking lastiger is voor de Duitse troepen om zich naar het front te verplaatsen. Gerard Moerkotte geeft net als vrijwel al het NS-personeel gehoor aan de oproep van de regering.

Dochter Lize herinnert zich dat ze uit school kwam op de dag dat ze weg moesten. Ze hoorde van haar ouders dat haar vader moest staken en dat ze er niet over mocht praten. “Ze zeiden dat ik niet meer hoefde te leren.” Ik zei toen “Maar ik heb nog een heleboel huiswerk.” Het hele gezin duikt onder en komt uiteindelijk in Hengevelde terecht. Gerard en zijn vrouw worden gezamenlijk ondergebracht bij moeder en zoon Wolbers. Hun dochters Miny en Lize worden op andere adressen ondergebracht. Hun huis aan de Daalweg wordt intussen gevorderd door Duitse soldaten, die de meubels van de familie Moerkotte opslaan in een van de kamers in het huis. Hoewel het gezin is ondergedoken genieten ze toch een zekere vrijheid. De meiden zitten beide bij een andere bakker ondergedoken. Daar moeten ze hard werken, maar zoals de dochters zelf zeggen: “Tijdens de hongerwinter hebben we het goed gehad”. Op zondag komt het gezin bij elkaar in de kerk en na de dienst in het café. Lize zit op korfbal en bij een toneelclubje.

Het gezin blijft goed op de hoogte van de geallieerde opmars en ze weten dat de bevrijding nadert. Een week voor Pasen zegt Gerard tegen zijn vrouw: “Volgende week ga ik naar huis”. Hij is gek op zijn tuin en kan niet wachten om terug te gaan. Miny vertelt: “Twee dagen voor Pasen hadden de Duitsers wel in de gaten dat ze verloren hadden. Ze gingen langs alle boeren om materiaal mee te nemen wat ze nog konden pakken. Platte wagens hadden ze. Ze eisten spullen. Bij Wolbers – waar vader en moeder ondergedoken waren – zaten ook Duitsers ingekwartierd, in de schuur achter de boerderij. Vader dacht dat ze aan zijn neus konden zien dat hij onderduiker was. Hij was erg bang. Ook bij Wolbers werden spullen meegenomen.

Op zondag 1 april, Eerste Paasdag zaten we ’s ochtends met het hele gezin in de kerk. Toen moeder ’s middags ging rusten is vader samen met Hendrik, de boerenzoon, eens gaan kijken of ze de weggeroofde spullen terug konden vinden. Het was toen nog erg gevaarlijk, ze vochten nog bij de brug bij Goor.” Hendrik keert alleen terug. Het wordt de familie Moerkotte duidelijk dat er iets verschrikkelijks is gebeurd. Omdat het gebied nog onveilig is door de gevechten, duurt het een aantal dagen voordat de mannen van de Binnenlandse Strijdkrachten naar Gerard op zoek kunnen gaan. Hoe het is gebeurd is niet precies bekend, maar Gerard Moerkotte, 46 jaar, blijkt dodelijk getroffen door een kogel. Hij werd op 11 april 1945 na een mis in de Heilige Hartkerk op de Rooms Katholieke begraafplaats begraven.

Johannes Lambertus Maria Panders

Johannes Panders is, net als zijn vader, werkzaam bij de Nederlandse Spoorwegen. Hij meldt zich voor de Nederlandse Arbeidsdienst en komt terecht in een werkkamp in het noorden van Nederland. Later wordt hij overgeplaatst naar Duitsland waar hij op een locomotief rijdt in een fabriek. Het werk in Duitsland bevalt hem slecht. Het gevaar door geallieerde bombardementen is vrij groot. Johannes besluit er vandoor te gaan, samen met enkele lotgenoten. Hij wordt als enige van de groep opgepakt, vlak voor de Duits Nederlandse grens, waarna hij terecht komt in het werkkamp in Lahde, een dorpje op de oostoever van de Weser, halverwege Osnabrück en Hannover.

Het kamp is een strafkamp dat bestaat uit vier barakken. Tijdens de oorlog zitten er zo'n achtduizend gevangenen. De mannen die nieuw aankomen in het kamp krijgen per definitie slagen met de bullepees. Boven de poort staat: ‘Hier wird jeder Wille gebrochen’. Het werk in het kamp bestaat onder andere uit het vullen van een trein met stenen. Johannes Panders is een van de honderd Nederlanders die het kamp niet overleven. Op 11 maart 1943 komt hij om. Hij is dan nog maar 19 jaar oud. Zijn lichaam wordt door medegevangen op een handkar geplaatst en naar het dorp gereden. Daar wordt hij begraven. De Nazis sturen zijn persoonlijke bezittingen naar zijn ouders.

*Dit artikel is eerder verschenen in 'n Sliepsteen. Een uitgave van de Stichting Historische Sociëteit Enschede-Lonneker.

Bronnen

secondworldwar.nl/enschede | aanhendievielen.
wordpress.com | Spoor- en Tramwegen
1944/1947 | Familie Moerkotte | Familie Panders |
Akten burgerlijke stand, stadsarchief Enschede.

Thema's:Na de oorlog

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.