image/svg+xml

(Me)juffrouwen bij de HEEMAF fabriek

Verhaal

(Me)juffrouwen bij de HEEMAF fabriek

Plaatje bij verhaal: hollerit_1943_1.jpg

(Me)juffrouwen bij de HEEMAF fabriek

Dit verhaal gaat over vrouwen die bij de HEEMAF (Hengelosche Electrische En Mechanische Apparaten Fabriek) werkten. Een ander verhaal gaat over de fabrieksmeisjes bij de HEEMAF. Het onderscheid betreft niet de leeftijd, maar de opleiding en functie. Fabrieksmeisjes waren ongeschoold en deden in werkkleding routinematig fabriekswerk. Andere vrouwen bij HEEMAF waren wel geschoold en werkten op kantoor of in een tekenkamer. Zoals hieronder nog zal blijken, konden zij hoge posities bereiken als ze maar niet trouwden.

Alle met name genoemde vrouwen op HEEMAF foto’s worden in het bijschrift mejuffrouw genoemd. In de tijd van de HEEMAF werden ongetrouwde vrouwen namelijk met juffrouw aangesproken en met mejuffrouw aangeschreven. Getrouwde vrouwen werden met mevrouw aangesproken en aangeschreven. Ook andere talen als Engels, Frans en Duits kenden dit onderscheid tussen getrouwde en ongetrouwde vrouwen, terwijl een soortgelijk onderscheid voor mannen niet bestond. Het leidde tot merkwaardige situaties. Zo wist men nooit of men een onbekende dame met mevrouw of juffrouw aan moest spreken. Pas rond 1970 werd men zich van dit merkwaardige onderscheid tussen mannen en vrouwen scherp bewust en is mejuffrouw in ijltempo uit het Nederlandse taalgebruik verdwenen, terwijl juffrouw alleen in het onderwijs  nog gebruikelijk bleef (maar daar bedoelt men er nu de functie en niet de burgerlijke staat mee).

Het “Proefveld” was geen veld, maar een overdekte ruimte waar elektromotoren beproefd werden op hun eigenschappen en levensduur.  Mejuffrouw Assink deed er administratief werk. Ze ging in ondertrouw en had daarom van haar collega’s onder andere bloemen, een dienblad, een kaasschaaf en een bonbonschaal cadeau gekregen. Met de ooievaar en fles melk brengen de collega’s wel heel expliciet in beeld wat er van mejuffrouw Assink verwacht werd. Men zou kunnen denken dat ze al op de foto in verwachting was en dat haar collega’s daar een toespeling op maakten. Dat is echter zeer onwaarschijnlijk: in 1950 was een “moetje” een grote schande en werd er in zo’n geval in stilte getrouwd.

Het was voor mejuffrouw Assink om meer dan één reden een bijzondere dag. Het in ondertrouw gaan betekende immers dat ze binnenkort zou trouwen en dat wilde ook zeggen dat ze afscheid moest nemen van de HEEMAF en haar collega’s.

Getrouwde vrouwen werden ontslagen. De achterliggende gedachte was dat getrouwde vrouwen voor het huishouden moesten zorgen en dat dit onmogelijk was als ze een betaalde baan hadden. Dat lag vroeger anders dan in de eenentwintigste eeuw. De werktijden waren lang en er werd ook op zaterdagmorgen gewerkt. Het was moeilijk om buiten werktijden boodschappen te doen. Even een bezoek aan de supermarkt om boodschappen voor een hele week te doen was er niet bij. Men moest naar de kruidenier, bakker, groenteboer, melkboer en slager of visboer. Sommigen van die middenstanders kwamen langs de deur met paard en wagen of later met bijvoorbeeld een elektrokar. Dat was makkelijk, maar men moest dan wel thuis zijn. Bijna niemand had een koelkast, laat staan een vrieskist. Daarom konden geen voorraden voor langere tijd worden ingeslagen. Voor zover er al wasmachines waren, werkten die nog primitief. Ook het wassen vergde daarom veel tijd.

Meestal werd een huis gehuurd van de gemeente of een woningbouwvereniging. Die organisaties hadden alleen gezinswoningen en geen huizen voor één (of twee)persoonshuishoudens. Daarom was voor vrijgezellen de huisvesting een extra probleem. Als men niet bij de ouders bleef wonen, was een hospita of een pension meestal het alternatief.

De Tweede Kamer bepaalde  in 1957 dat het niet meer mogelijk was vrouwelijke ambtenaren te ontslaan zodra zij  trouwden.  Voor onderwijzeressen werd dat 1958. Maar pas in 1976 werd voor het bedrijfsleven wettelijk verboden om vrouwen die trouwden of zwanger werden om die reden te ontslaan. Kortom: alle vrouwen op HEEMAF foto’s waren ongetrouwd. Vrouwen die trouwden zagen dus onvermijdelijk hun carrière in het bedrijfsleven afgebroken worden.

Vrouwen die ongetrouwd bleven konden wel hoge functies bij de HEEMAF bereiken. Mejuffrouw Bareman was waarschijnlijk de vrouw met de hoogste functie bij HEEMAF. Ze was hoofd boekhouding en sinds 1931 ook procuratiehouder. Dat laatste wilde het volgende  zeggen: de HEEMAF had twee directeuren. Die waren af en toe langdurig afwezig. Buitenlandse zakenreizen duurden indertijd lang omdat er nog nauwelijks gevlogen werd. Ondertussen moesten er wel stukken getekend kunnen worden en dat gebeurde met hulp van de procuratiehouders. De handtekening van één directeur en één procuratiehouder was bindend voor het tekenen van stukken en correspondentie inzake financieel verkeer met de diverse debiteuren en crediteuren.

Omdat mejuffrouw Bareman procuratiehouder was is er meer over haar te vinden bij het Handelsregister. Ze was in Hengelo geboren op 13 juli 1890 en kreeg de voornamen Elisabeth Louise Dorothea (ze tekende met L. Bareman). Daarmee is in de burgerlijke stand te vinden dat ze de dochter was van de boekhandelaar Frans Bareman en zijn tweede vrouw Hendrika Looman. Er was al een dochter Margaretha uit zijn eerste huwelijk. Margaretha’s moeder (ook een Looman) was namelijk jong overleden. Ook Frans Bareman overleed jong (42). De latere mejuffrouw Bareman was toen 4 jaar. Haar moeder zette de boekhandel 46 jaar lang voort onder de naam Weduwe F. Bareman.

Mejuffrouw Bareman woonde bij haar moeder op hetzelfde adres als de boekhandel  (Brinkstraat 15 in Hengelo). De HEEMAF glasplatencollectie bevat slechts twee (vrijwel identieke) glasplaten van mejuffrouw Bareman, die genomen zijn bij haar afscheid op 20 april 1940:

Mejuffrouw Bareman was bij haar afscheid nog maar 49 jaar. HEEMAF directeur Keus schreef in een brief aan zijn vriend Geert Hendrik Streurman dat mejuffrouw Bareman helaas vroegtijdig gepensioneerd moest worden. Zij had veel gelezen en maakte nu (de brief is van 3 april 1941) het register voor een boek dat Keus aan het schrijven was. Waarom was mejuffrouw Bareman al zo vroeg gepensioneerd ?

Welnu, haar moeder was al 80. Op 1 april 1940 werd de boekhandel Weduwe F. Bareman opgeheven. De zaken werden volgens het Handelsregister afgewikkeld door haar dochter Elisabeth Louise Dorothea Bareman. De dochter was tussen 1931 en 1936 verhuisd naar de Deldenerstraat 302; haar moeder volgde in 1938. Van het woord mantelzorg had toen nog niemand gehoord. Waarschijnlijk kon mejuffrouw Bareman haar werk bij de HEEMAF niet langer voortzetten omdat ze optrad als mantelzorger voor haar bejaarde moeder.

De hoogst opgeleide vrouw bij de HEEMAF was directiesecretaresse. Jacomina  Maatje (Mies) Breesnee werd op 10 september 1902 geboren in Nieuwerkerk op Schouwen-Duiveland als enig kind van een boerenechtpaar. In 1927 studeerde ze als meester in de rechten af aan de Utrechtse universiteit. Volgens een krantenbericht werd ene mejuffrouw mr. M. Breesnee in 1929 aangezocht als bestuurslid van de overdekte zweminrichting Stork’s Bad in Hengelo. Kennelijk woonde en werkte ze in of voor 1929 al in Hengelo. Volgens gegevens van de HEEMAF Woningbouwvereniging Het Weidedorp trad ze per 1 oktober 1933 in dienst van de HEEMAF. Tussen de vele ingenieurs was ze de enige vrouw met een titel.

Bij de Heemaf deed ze niet alleen werk als directiesecretaresse:

Bij het maken van reclamefoto’s voor de HEEMAF stofzuiger speelde mejuffrouw Breesnee dus voor dienstbode in het huis van een Heemaf medewerker. Het geeft de situatie aardig weer, want Heemaf stofzuigers waren relatief duur. Kennelijk mikte de Heemaf op welgestelde gezinnen die er een dienstbode op na konden houden. Een heel andere activiteit buiten haar eigenlijke werk was haar aanwezigheid in de Kern (een voorloper van de Ondernemingsraad):

In 1942 betrok mejuffrouw Breesnee één van de twee door de Heemaf Bouwvereniging Het Weidedorp nieuwgebouwde “ingenieurswoningen” aan de Bankastraat. Nadat het centrum van Hengelo  op 6/7 oktober 1944 bijna geheel vernietigd was kreeg ze gedwongen inwoning van een evacué. Dat was haar slecht bevallen, maar gezien de naoorlogse woningnood verhuurde ze in 1947 toch een deel van haar huis onder aan ene mejuffrouw Deumkes.

Ook mejuffrouw Breesnee kreeg met mantelzorg te maken: Heemaf directeur ir. H. Keus schreef op 23 februari 1944 aan zijn vriend Geert Hendrik Streurman: “Mejuffrouw Breesnee is hals over kop naar Zeeland gegaan om haar oude vader uit Zierikzee te verlossen. Ik hoop hartelijk dat dit nog gelukt, maar het is zeker voor haar een moeilijke reis. Oude boomen zijn nu eenmaal niet over te planten en om een 79-jarige, die zijn hele leven in Zierikzee gewoond heeft, naar een klein huisje in Twente over te brengen is een smartelijke taak.” Vader Breesnee overleed in 1948, gewoon in Zierikzee.

Als directiesecretaresse was mejuffrouw Breesnee regelmatig aanwezig als de directie bezoekers, jubilarissen, etc. ontving. Ze staat daarom vaak op foto’s, zoals deze:

Er zijn meer foto’s, maar die voegen weinig meer toe. Een grote vraag blijft hoe mejuffrouw Breesnee naast haar drukke baan het huishouden in haar grote “ingenieurswoning” bestierde. Deed ze alles zelf of had ze misschien een dienstbode of andere hulp ?

Met een diner in "hotel/restaurant 't Lansink" in Hengelo werd in 1958 afscheid genomen van mejuffrouw Breesnee. Ze was toen 56. Er was hier weer sprake van discriminatie, maar dit keer in het voordeel van vrouwen: mannen werden in die tijd met 62 en vrouwen met 57 gepensioneerd. De achterliggende gedachte was dat ongehuwde  dames vaak bij hun ouder(s) thuis woonden en dat die ouder(s) mantelzorg nodig hadden wanneer ze bejaard werden. En voor zelfstandig wonende oudere dames zou de combinatie van werk en huishouden te zwaar worden.

Mejuffrouw Breesnee verhuisde naar Rijswijk in Zuid-Holland.  Ze genoot daar 34 jaar van haar pensioen, terwijl ze maar circa 23 jaar voor de Heemaf had gewerkt. Ze overleed in 1992 in haar 89ste levensjaar.

 

Bronnen

 

HEEMAF glasplatencollectie, Historisch Centrum Overijssel.

HEEMAF archief, Historisch Centrum Overijssel, plaatsingsnummer 0464.1, inventarisnummers:

  • 2077 Correspondentie Stichting Woningbouwvereniging "Weidedorp";
  • 396 - 398 G.H. Streurman Veendam (publicist/econoom), 1936-1955.

Diverse gedigitaliseerde kranten via Delpher

Website Ontdek Menu

Auteur:Henk Kolkman
Trefwoorden:Boekhouding, Boekhouder, Directiesecretaresse, Mantelzorg, Mantelzorger, Ondertrouw, Trouwen, Vrouwendiscriminatie, Emancipatie, Pensioen, Vrouwen Overijssel
Personen:Elisabeth Louise Dorothea Bareman, Mies Breesnee, Henri Keus, Geert Hendrik Streurman
Periode:1930-1965
Locatie:Hengelo
Thema's:Vrouwen in Overijssel

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.