image/svg+xml

Antoon ten Den: 'Met één sprong kon je een paar honderd koeien insemineren'

Verhaal

Antoon ten Den: 'Met één sprong kon je een paar honderd koeien insemineren'

Plaatje bij verhaal: collegas_motorbollen.jpg

'Toen ik van de Landbouwwinterschool kwam, ging ik op zoek naar werk. Mijn vader zei: "Bij de KI hebben ze nog iemand nodig." Ik heb gesolliciteerd. Het liefste hadden ze iemand die de Landbouwschool had gedaan. Dat had ik. In mei 1950 ben ik begonnen. De eerste 3 maanden heb ik sperma op de fiets in de omgeving van Haarle geïnsemineerd. De roodbonte stieren stonden bij Van Rossum in Pleegste en de Fries Hollandse zwartbonten bij Brinkhof in Heeten. Een collega kwam het sperma met de motor deze kant op brengen. Toen kreeg een andere inseminator in Raalte trammelant en werd ontslagen. Ik heb zijn rit met de motorfiets overgenomen.

Het insemineren heb ik in Zwolle geleerd. Bij de veemarkt was een stalling voor vee dat verkocht maar nog niet afgevoerd was. Daar konden wij het op uitproberen. Die beesten gingen toch naar de slacht. Eerst had je een speculum, net een revolver, met een lampje erin. Dan kun je zien waar de sperma in moet en ga je er met een spuitje doorheen. In de jaren ’50 werd dat anders. In plaats van vaginaal gingen we rectaal naar binnen. We moesten op cursus om dat te leren. Met de hand voel je door de endeldarm waar de baarmoeder is. Die manipuleer je om het pipet met sperma dat je vaginaal met de andere hand inbrengt.

Ik was vaak van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat aan het werk. De ochtend begon met het naar buiten laten van de stieren. Doorgaans liet je ze dekken op andere stieren. De meeste stieren blijven rustig staan als je ze bij de neusring pakt. Dan springen de andere stieren er wel op en kwam ik met de kunstschede. Vervolgens moest je het sperma nakijken onder de microscoop, verdunnen en in buisjes doen. Met het resultaat van één sprong kon je na verdunning wel een paar honderd koeien insemineren.

Als een boer een tochtige koe had, moest hij voor half 9 bellen met de KI. Een collega nam die telefoontjes aan. Hij had niets met stieren. Daar was hij hartstikke bang voor. Zo iemand moet je ook geen stier in handen geven. Dat is levensgevaarlijk. Je kreeg een lijstje met adressen in jouw werkgebied. Dan bepaalde je wat een handige route was. Meestal deed je 25 à 30 koeien op een dag.

Eerst deden we alles op de motor. Van een collega heb ik motor leren rijden. ’s Winters moest je door de koude en sneeuw. Ik ben wel eens bij een boer gekomen dat ik hem moest vragen de knopen van mijn jas los te maken. Zo koud was ik. In sommige plaatsen hadden ze al auto’s. Op een gegeven moment zaten ze bij de KI Holten verlegen om personeel. Het was februari, maart en nog niet zo druk. Toen ben ik een tijdje in Holten geweest. Daar hadden ze een auto. Toen ik terugkwam zei ik tegen mijn hoofd: "Ik heb een aanbieding gekregen dat ik in Holten aan de slag kan." Dat was voor mij eigenlijk niet wat, maar ik heb er wel gebruik van gemaakt. Ik heb gezegd dat ik hier ook een auto wilde hebben. Die heb ik toen gekregen.'

Trefwoorden:Fokkerij, Project Streekcultuur, Omgeving
Personen:Anton ten Den
Periode:1950-1960
Locatie:Haarle
Thema's:Fokkerij

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.