image/svg+xml

De brutale roofoverval op Erve Ensink bij Haaksbergen, 1938

Verhaal

De brutale roofoverval op Erve Ensink bij Haaksbergen, 1938

Plaatje bij verhaal: jo-hannaten_vaarwerk-boinken_dochter_h-anneke_ten_vaarwerk_op_eansink_1938-gr.jpg

In mei 1938 werd de regio Haaksbergen-Stepelo opgeschrikt door een brutale roofoverval. Plaats delict was Erve Ensink, en de beroofden waren Eènsink Hanna (ten Vaarwerk) en haar dochter Hanneke. Erve Ensink? Erve Ensink? Waar ligt dat? Dankzij een merkwaardig toeval vertelde Bernard Waanders opnieuw over deze gemene overval op twee weerloze vrouwen.

Waanders is de in 2014 overleden archivaris van de Historische Kring Haaksbergen, auteur van het boek He-j doar nog vocht’n? (2002). In de Aold Hoksebarge van 3 augustus 1989 schreef Waanders het volgende over de overval op het Erve Ensink, 50 jaar na dato.
“Dit voorval had plaats op het oude erve Eènsink, dat toentertijd bewoond werd door moeder en dochter ten Vaarwerk, beter bekend als Eènsink Hanna en Hanneke. Ze leefden nogal op zich zelf en waren door bepaalde omstandigheden erg wantrouwend. Dankzij het Historisch Archief van de Openbare Bibliotheek kon de datum en het hele verdere gebeuren precies worden nagegaan. De Tubantia had er een hele pagina aan gewijd.

De overval gebeurde in de nacht van 30 op 31 mei 1938. De hoofddader was een jongeman uit Helmond, die vroeger al eens een poosje als knecht op de boerderij werkzaam was geweest. Daarvoor was hij door bemiddeling van Pro Juventute al in diverse opvoedingsgestichten onder behandeling geweest. Gewapend met revolver en in gezelschap van een medeplichtige werd het snode plan uitgevoerd.

Het gehele voorval zou bij mij al lang in vergetelheid zijn geraakt, ware het niet, dat ik 10 jaar later een merkwaardige ontdekking deed. In 1948 verbleef ik als dienstplichtig militair op Java in het toenmalige Nederlands Indië. Bij een van de vele acties in die tijd doorzochten wij een afgelegen kampong, hoog in het gebergte. Wat we zochten, vonden we zoals gewoonlijk niet. Wel lagen er in een armzalig kamponghutje een paar tijdschriften van het in die tijd verschenen weekblad “Het Leven.” Ze dateerden van 1938 en hadden er blijkbaar al heel lang gelegen, want ze waren totaal vergeeld door de tropenzon. Omdat de lectuurvoorziening in die tijd zeer schaars was, nam ik ze mee naar ons kampement. Toen ik er ’s avonds doorheen bladerde, kon ik mijn ogen haast niet geloven. Daar stond met grote letters “Brutale roofoverval in Haaksbergen” en mijn oude buurvrouwen, Hanna en Hanneke, stonden er voluit bij afgebeeld. De doorstane angst en emotie was nog duidelijk op beider gezichten af te lezen. Ook van de politie, de heren Schulten en Lucas, was een foto afgedrukt.

Bij zo’n vondst, 16000 km van hier, zou je het bekende gezegde kunnen toepassen: “Wat is de wereld toch klein”. En wat dochter Hanneke betreft had het hele gebeuren nog een gelukkige bijkomstigheid. Toen Gerard Oude Lansink uit Gammelke bij Deurningen ook het relaas in de krant van de roofoverval onder ogen kreeg, viel het hem als vrijgezel natuurlijk op, dat er nog een ongehuwde dochter thuis was. Hij toog er op af en zo waar een paar jaar later was er bruiloft onderaan de Stepeler Es. Dus ook dit verhaal kreeg hierdoor nog een happy end.”      

Tot zover dit verhaal van Bernard Waanders. Erve Ensink bestaat niet meer! Reden om een en ander aan de vergetelheid te onttrekken. Waar is het erve en zijn bewoners gebleven? We laten een deskundige van de Historische Kring Haaksbergen hierover aan het woord: Eric Ooink:

De geschiedenis en trieste afloop van het erve Ensink

"Het erve Ensink (Eansink) ligt aan de Brandweg 16 in Stepelo. De Brandweg is vanuit Haaksbergen de laatste zijweg naar links, voor de afslag Beckummerweg. Sinds de uitvoering van de Ruilverkaveling omstreeks 2000 is het een doodlopende weg, die naar de boerderijen Brandweg 6 en 10 leidt. Deze twee boerderijen hoorden ooit bij het Ensink, en zijn voormalige wönnersplaatsen (huurderswoningen). Achter nr. 10 ligt het erf van nr. 16, maar een boerderij cq woning wordt hier niet meer aangetroffen. Ruim een kwart eeuw geleden werd het pand gesloopt.

De buurschap Stepelo kenmerkt zich als essenlandschap. De kern wordt gevormd door een groot essencomplex, namelijk de Stepelose es. De oudste boerenerven bevinden zich aan de rand van de es en liggen hier, verscholen onder oude eiken, in een krans omheen. De es is door het hoogteverschil een opvallend element in het landschap op de route van Haaksbergen naar Beckum of andersom. Enkele boerderijen van Stepelo hebben een middeleeuwse oorsprong. Dit zijn: Aarnink, Derkink, Ottink en Ensink.

Het Ensink wordt in het Schattingsregister van de bisschop van Utrecht uit 1475 vermeld met de naam “Egensing”. Ensink is een zogenaamd allodiaal erf. Dit is de oudste rechtsvorm van een boerderij, die reeds van Germaanse oorsprong is. Het gaat om vrije eigen goederen, waarbij de boer eigenaar van de boerderij van zijn familie is. Veel middeleeuwse erven kenden echter een status als hofhorig erf of als leengoed, met alle bijbehorende rechten en vooral plichten. Het Ensink was vrij. Dit wil echter niet zeggen dat allodiale goederen niet in handen voor grootgrondbezitters konden komen, waardoor de boer in plaats van eigenaar pachter werd. Een vicarie was een aan een parochiekerk verbonden stichting die vicariegoederen beheerde. De opbrengst van vicariegoederen was bestemd voor het levensonderhoud van een priester, in dit geval de pastoor van Ottenstein.

In het verpondingsregister (belasting op onroerend goed) van 1601 en 1602 wordt het Ensink respectievelijk vermeld als Einxinck en Enssinck. Bij het erve Ensink stonden toen al twee katersteden, één bewoond door Tonnis Ensink en de andere bewoond door Dries Ensink, die in 1630 eveneens eigendom van de Ottensteinse vicarie waren. In 1664 verkocht deze vicarie de boerderij, inclusief de beide katersteden, aan de pachter van het hoofderf Jan ter Hofstede alias Ensink. Nazaten van Jan werden, zoals hier gebruikelijk was, naar het erf vernoemd. De twee katersteden bleven onderhorig aan Ensink en werden voortaan woners- of wönnerplaatsen genoemd, waarvan de bewoners in de 17e en 18e eeuw ook de naam Ensink droegen. In 1789 huwde erfdochter Gesina Ensink (1770-1850) met Berend  ten Vaarwerk, afkomstig van het Vark in Holthuizen. Berend wordt hierdoor boer op ‘Ensink’. Hij en Gesina krijgen samen zeven kinderen. Aangezien we in de Franse tijd zijn aangekomen blijft de naam Ten Vaarwerk, als familienaam van de bewoners, op het Ensink in gebruik. Twee kinderen blijven op een deel van het erve Ensink wonen. Eva, de jongste dochter en gehuwd met Jan Hendrik Landewe, bewoont met haar gezin één van de wönnersplaatsen. De oudste zoon Gerrit Jan ten Vaarwerk (1804-1874) wordt erfopvolger op het hoofderf. Hij huwt In 1829 met Geertrui Geurds (of Geurts), eveneens uit Stepelo afkomstig. Uit hun huwelijk worden vier zonen geboren. De oudste overlijdt reeds op 20-jarige leeftijd als boerenknecht. De jongste overlijdt op 22-jarige leeftijd  in Den Bosch als dienstplichtig soldaat. De tweede zoon Hermanus ten Vaarwerk (1833-1911) wordt erfopvolger en huwt in 1866 Johanna Heijmerink uit Beckum. Zij kregen twee kinderen, de erfopvolger Gerrit Jan en een dochter.

In het begin van de 20e eeuw kende de boer op Ensink een grondbezit van ruim 30 ha. Het Ensink kon hiermee tot de grotere erven gerekend worden. Daarna brokkelde het bezit door omstandigheden beetje bij beetje af. Gerrit Jan ten Vaarwerk (1867-1938) was de laatste mannelijke Ten Vaarwerk op Ensink. Hij was in 1903 gehuwd met Johanna Geertruida Boink Ensink. Hij was in 1903 gehuwd met Johanna Geertruida Boink (1883-1956), afkomstig van het Haasje aan de Enschedesestraat. Uit dit huwelijk werd maar een kind geboren, namelijk dochter Anneke (of Hanneke) ten Vaarwerk (1905-1963). Moeder en dochter stonden bekend als Eànsink Hanna en Hanneke.

Anneke ten Vaarwerk huwde in 1942 met Gerard Oude Lansink (1904-1951) uit Gammelke bij Deurningen en kreeg twee kinderen, een jongen en een meisje, genaamd Marietje. De jongen was het oudste en overleed al na enkele dagen. Na het vroege overlijden van haar man bleef Anneke met haar dochter en moeder achter op de grote boerderij. Zij hertrouwde in 1952 met G.J. ten Thije alias Bössen Geert. In 1966 hoorde er bij het erve Ensink nog 20 ha grond. Omstreeks 1970-1972 werd het erf verkocht aan het echtpaar Grol, die de boerderij alleen als vakantiewoning gebruikte. Drs. W.J.F. Grol zou lid van de Eerste Kamer zijn geweest.

Uiteindelijk raakte de boerderij in verval en werd omstreeks 1988 verkocht aan de familie Eijsink. Ongeveer een jaar na aankoop werd de boerderij gesloopt. Alleen de schöppe bleef staan, tot ook dit inmiddels vervallen bouwwerk in 2010 verdween. De woonbestemming op erve Ensink is behouden gebleven. In 2009 werd er een bouwvergunning verleend voor het “oprichten van een woning op de plek van een voormalige boerderij”, maar tot op heden is het bouwplan niet gerealiseerd.

Wat rest van het Ensink zijn de oude eiken op het erf en de twee voormalige Ensink Woners. Brandweg 6 werd naar 19e eeuwse bewoners/huurders ook Klein Ensink genoemd en naar een bewoner/huurder uit het begin van de 19e eeuw was ook de naam Scharenborg in omloop. Sinds 1874 woonde hier de familie Leurink, door het huwelijk van Gezina (ten) Vaarwerk, kleindochter van bovengenoemde Berend ten Vaarwerk en Gesina Ensink, met Arend Jan Leurink. Hun nazaten bewonen de boerderij heden ten dage nog. Brandweg 10 werd ook Hulst en de Knipse genoemd. Deze boerderij was omstreeks 1882 eigendom geworden van Gerhardus Kleinsman alias Venne-Graads. Later werd zijn schoonzoon Drietelaar eigenaar, die het pand verhuurde aan de familie Ubbink. Tegenwoordig is de familie Frongink eigenaar en bewoner van deze woonboerderij." 

Auteur:Harry van Blijswijk en Eric Ooink
Trefwoorden:Haaksbergen, Historische kring haaksbergen, Ensink, Brandweg, Stepelo, Egensing, Einxinxk, Enssinkck
Personen:Bernard Waanders, Eansink Hanna, Hanna En Hanneke Ten Vaarwerk, Jan Ter Hofstede, Wönnerplaatsen, Gesina Ensnink, Vark, Gerrit Jan Ten Vaarwerk, Geertrui Geurds, Geertuida Boink, Gerard Oude Lansink, Bössen Geert, G.J. Ten THije, Eijsink, Grol, Ensink Woners, Leurink, Venne-Graads, Frongink
Periode:1475-2017

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.