image/svg+xml

Een Boerenleven in Rectum – vervolg

Verhaal

Een Boerenleven in Rectum – vervolg

Plaatje bij verhaal: wk_22.19_maassen_van_de_brink_h_fb_5085_a_met_zeis_0.jpg

Een Boerenleven in Rectum – vervolg

Foto-onderschrift: Hendrik Maassen van de Brink met de zicht in de aanslag om koren te gaan maaien.

Een Boerenleven in Rectum – vervolg

(of: de hand aan de ploeg en de blik vooruit)

 

 

Hendrik Maassen van den Brink vertelt verder over zijn leven:

 

Na het verlaten van de lagere school volgde ik (naast de boerenarbeid die ik most verrichten) drie winters agrarisch onderwijs van meester Michel. Deze was zelf bijzonder geïnteresseerd in de landbouw, met name in de akkerbouw.

In die tijd stonden veevoedering en bemesting nog in de kinderschoenen (of misschien moet je zeggen in de “klompen”), scheikunde kreeg meer aandacht.

Ik sloot de opleiding met een goed resultaat af, “met zeer veel vrucht”  was de aantekening op het diploma!

Daarna heb ik nog diverse cursussen gevolgd, o.a. boekhouden, veevoeding, bemestingsleer, veebeoordeling etcetera.

We maakten in die tijd ook excursies naar proefvelden in Drente en Groningen. Tevens bezochten we een bedrijf in De Wijk, om er het machinaal melken te bekijken, dat was nieuw voor ons.

Verder zijn we naar een zwartbont-fokveebedrijf geweest van de familie Bolhuis in Haren, wat veel indruk op mij maakte. Groningen was toen bij uitstek de streek met zwartbont-veefokkers. Zelf hadden we roodbont vee.

Een andere tak van ons bedrijf was de varkenshouderij, lange tijd mijn stokpaardje.

In de na-oorlogse jaren lukte het ons een varkens-stamboekbedrijf op te bouwen, dat naast nationale, ook internationale bekendheid kreeg. We hebben in die tijd ook veel gezelschappen op excursie bij ons bedrijf gehad, er kwamen bezoekers uit België, Duitsland en Engeland.

Zelf maakte ik in 1956 een tiendaagse reis naar Denemarken, om daar kennis te nemen van de varkenshouderij, de huisvesting en vooral om de classificatie van bacon te bestuderen.

Helaas kreeg ons bedrijf op het hoogtepunt van de fokkerij te maken met de besmettelijke veeziekte “mond- en klauwzeer”. Alle varkens zijn toen afgemaakt.

Hierdoor besloten mijn vrouw en ik te stoppen met de varkensfokkerij.

Een bijkomende reden voor deze beslissing is het feit dat een gemengd bedrijf erg arbeidsintensief is en goede hulp in die tijd moeilijk te krijgen en te betalen was.

We hebben toen de stalruimte uitgebreid, zodat het mogelijk was meer koeien te houden. In 1975 kwam de ligboxenstal.

Ik heb nog niet verteld wanneer ik getrouwd ben:

Het was koud en mistig op donderdag 11 november 1937, de dag dat ik trouwde met Aaltje Roessink uit Enter. Na het burgerlijk huwelijk trouwden we in het oude Gereformeerde Kerkje in de Kerkstraat. Dominee Scholte leidde de dienst.

Het kerkje werd later omgebouwd tot garage, (Bonthond). Wij waren de laatsten die er getrouwd zijn.

Om 1956 bouwden we de nieuwe boerderij, vlak bij de bestaande woning.

De volgende keer zal ik vertellen over de historie van een buurtschap en de naoberhulp.

Wordt vervolgd ……

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.