image/svg+xml

Een boerenleven in Rectum – vervolg

Verhaal

Een boerenleven in Rectum – vervolg

Plaatje bij verhaal: wk_23.19_kippershoekweg_2_maassen_vd_brink_foto_-_1950_fb_3829.jpg

Een boerenleven in Rectum – vervolg

Fotoonderschrift: De boerderij van Maassen van de Brink aan de Kippershoeksweg 2 vanuit de lucht in 1950.

Een boerenleven in Rectum – vervolg

Hendrik Maassen van den Brink vertelt verder, dit keer over het reilen en zeilen in een buurtgemeenschap:

De Noaberhulp

In een buurtschap had men vier eerste noabers en verder gewone noabers. Ik zal trachten de plichten en rechten jegens elkaar bij diverse gelegenheden te beschrijven De regels lagen nergens vast, maar gingen over van geslacht op geslacht.

Bij een trouwerij

Bij een trouwerij kregen de buren de gehele organisatie in handen. De buurjongens gingen ruimschoots voor de grote dag als “brulffte-neugers” de buurtschap rond. Sommige buren dienden thuis te zorgen voor alles wat nodig was om de – dikwijls vele – gasten op de juiste wijze te kunnen ontvangen. Wat inhield dat alles wat er op zo’n dag voorhanden moest zijn, besteld en opgehaald moest worden. Denk hierbij aan de juiste voorraad eten en drinken.

Twee naaste buurmannen gingen mee naar de huwelijksplechtigheid en dienden te zorgen voor het vervoer, bijv. paard en wagen. Deze twee buurlieden waren dan tevens getuige. De overige buren, met name de vrouwen, hadden de zorg voor een goed verloop, wat nog een heel werk was: de boel versieren, zowel binnen als buiten en het aanleveren van stoelen en tafels, terwijl ook het koken de nodige aandacht en inzet vereiste. Joop Braakhekke had er misschien nog van kunnen leren. Toch was een ouderwetse bruilof soms een wat rommelig gebeuren, waar vooral veel alcohol aan te pas kwam. En het gezegde “van een bruiloft komt een bruiloft” werd dikwijls bewaarheid. De bruidskoe werd daags tevoren opgehaald, tenminste als het jonge paar ging boeren. Noaber drie en vier klaarden dit klusje, dat in de meeste gevallen met een fles jenever gepaard ging, want de begeleiders en belangstellenden onderweg hadden nogal eens dorst! Het was verder de gewoonte dat een van de eerste dagen na het feest de buren bij het paar werden genodigd om de uitzet te bewonderen.

Bij een bevalling

Als een vrouw in verachting was, iep ze voor de bevalling twee naaste buurvrouwen bij zich om koffie te komen drinken. Dan werd de afspraak gemaakt dat ze verzocht zouden worden te komen als het “zover” was.

De buurvrouwen moesten de vroedvrouw bestaan. Als deze niet beschikbaar was, moesten de beide vrouwen haar vervangen. Een geluk was dat de meeste vrouwen zelf over ruime ervaring beschikten, mede door de grote gezinnen in die tijd. Tevens moest men ervoor zorgen, dat de kraamvrouw zo lang mogelijk het bed hield. Bij “het bed houden” gold ook de verzorging twee keer per dag. De omstandigheden waren veelal slecht: vaak geschiedde een bevalling in een bekrompen bedstee, zonder elektrisch licht en stromend water. Bij room-katholieke buren moest de naaste buur met zijn vrouw de volgende morgen met het kind voor de doop naar de dorpskerk. Was alles naar wens gegaan, dan volgde de kraamvisite, die alleen voor de vrouwen bestemd was.

Bijstand bij ziekte ene sterven.

Als iemand kwam te overlijden, moest alles door de noaberschap geregeld en verzorgd worden.

De meeste mensen stierven thuis. Bij een sterfgeval gold voor de buurt de verplichting alles tot in de kleinste details te regelen, bijvoorbeeld het afleggen door de noodnoabers. Dat hield bij een overleden man in dat deze geschoren moet worden, als ook het zorgen voor de lijkkleding, die vaak aanwezig was bij de uitzet. Zo niet, dan moest het gehaald worden. Verder moesten verschillende dingen in het huis worden aangepast: het aanbrengen van rouwgordijnen, het sluiten van vensters en het stilzetten van de klok. Voorts werd door twee noodnoabers aangifte gedaan van het overlijden op het gemeentehuis, nadat eerst een overlijdensbericht bij de dokter was gehaald. Een kist moest worden besteld bij de timmerman en zodra deze klaar was, worden opgehaald met paard en wagen.

’s Avonds kwamen alle noabers bij elkaar in het sterfhuis. Nadat het lijk gekist was, ging de fles rond, maar dan wel met mate. Ook moest er “aangezegd” of ‘geneugd”  worden, wat in een bepaalde volgorde diende te gebeuren. Eerst was de naaste familie aan de beurt voor het aanhoren van de droeve boodschap, dan de verdere familie en de volgende dag de hele buurtschap.

Intussen werd in het sterfhuis alles in gereedheid gebracht om de genodigden te kunnen ontvangen. Daarbij zorgden de vrouwen voor koffie en brood, dat door de noabers van huis was meegebracht.

Het zorgen voor een graf en het waarschuwen van een geestelijke hoorden eveneens tot de plichten van de buren. Zoals ook het vervoer van de overledene door de noodnoabers en de paarden en wagens voor de vrouwen, om hen het lopen te besparen. Vrijwel alle mannen gingen te voet. De koetsiers van de wagens liepen naast hun paarden, de naaste uren gingen voorop.

Bijgeloof

Misschien is het nog wel interessant te vertellen dat er  in het beging van deze eeuw op het platteland nog veel bijgeloof leefde. Zo was men er vast van overtuigd dat als een katuil bij een boerderij op de avond of in de nacht zijn krijsend geluid liet horen, er zich spoedig een sterfgeval zou voordoen. Dat was ook het geval als een zwarte kat bij donker werd gezien, of als een hond op het erf zijn kop in de lucht stak en daarbij een joelend, angstig geluid maakte.

Broer Berend en ik hebben bij het overlijden van vader gehoord en gezien dat onze Duitse herder, aan wie vader zeer gehecht was, erg tekeer ging. Vader lag toen thuis opgebaard en naast de woning zat de hond als het ware te waken, waarbij het brave beest langdurig huilde, iets wat hij normaal niet deed.

Het bijgeloof leidde er vanouds al toe dat men in de nacht bij een lijk waakte vanwege de angst voor boze geesten. Maar er was nog een reden: oude huizen konden onvoldoende worden afgesloten, waardoor ongedierte vaak vrij spel had. Men moet daarbij denken aan ratten en muizen, maar ook katten gingen niet vrijuit. Men was bevreesd voor beschadiging van het stoffelijk overschot, vandaar het waken ’s nachts.

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.