image/svg+xml

70 jaar Molukkers in Overijssel

Verhaal

70 jaar Molukkers in Overijssel

  • Geplaatst door
Plaatje bij verhaal: MSMD Patricia.jpg

70 jaar Molukkers in Overijssel. In 29 interviews vertellen Molukkers over de pijn uit het verleden, de behoefte aan erkenning en excuses en de mooie kansen voor de toekomst. Aflevering 19: Patricia Smit Paais uit De Wijk.

Naam: Patricia Smit-Paais
Geboortedatum: 2 oktober 1975
Geboorteplaats:
Rouveen
Burgerlijke stand: getrouwd met John Smit, twee dochters, tweeling  Charmaine en Delisha (17)
Woonplaats: De Wijk (gemeente De Wolden)
Wie is je moeder: Jubelina Paais (overleden op 6 mei 2020)
Behoort tot de derde generatie Molukkers in Nederland
Beroep: Werkzaam bij Icare, als huishoudelijke hulp bij oudere mensen.

 

Patricia Smit-Paais benoemt het helder. Ze zit in een levensfase waarin ze veel uit te zoeken heeft. Over haar vader, die ze nog nooit heeft gezien. Over haar jeugd, die zich volledig heeft afgespeeld bij haar opa en oma in Rouveen. En over haar opvoeding, die deels Moluks en deels Nederlands was. Ze zit nog middenin dat proces. Maar één ding heeft ze al wel vastgesteld: ‘Ik ben een Molukker die blij is dat ze in Nederland woont.’

‘Ik ben een Molukker die blij is dat ze in Nederland woont’

Het leven in ‘twee werelden’ komt op veel vlakken tot uiting, ook culinair. Thuis zet ze regelmatig Hollandse pot op tafel, een dampende stamppot boerenkool bijvoorbeeld. Dat levert haar vaak commentaar op van haar Nederlandse man. ,,Zeg, ik ben toch met een Molukker getrouwd?”, zegt hij dan. Maar ik maak ook graag malukufood, vooral als er een feestje te vieren is.”

Patricia behoort tot de groep 3e generatie Molukkers in Nederland, maar ze heeft de opvoeding gekregen van haar grootouders van de 1e generatie. Dat heeft veel impact op haar leven, nog steeds. ,,Mijn moeder was geestelijk ziek en was opgenomen in een tehuis in de omgeving. Ze kon niet voor me zorgen. Ik had dus een moeder die nooit mijn luiers heeft verschoond. En een vader die niet in beeld was. Opa en oma in Rouveen hebben me daarom vanaf mijn geboorte in huis genomen en opgevoed. Ik zag opa en oma als mijn vader en moeder. En al mijn tantes en ooms als mijn broer en zus. Het was druk in huis, er waren altijd mensen over de vloer. Dat hoort erbij als je een Molukse achtergrond hebt. Ik heb het, achteraf gezien, ervaren als een heel veilige tijd. Al was ik een stil en in zichzelf gekeerd meisje. Ik schaamde me vroeger dat ik een zieke moeder in een tehuis had. Je wilt toch graag net zoals alle andere kinderen zijn. Mijn moeder is in mei 2020 overleden, op 68-jarige leeftijd. Sinds die tijd ben ik op zoek naar mezelf. Ik heb mijn vader nooit gezien. Ik weet wie hij is, maar heb nooit behoefte gehad aan contact. Ik hád immers al een vader, mijn opa! Nu voel ik de verwarring. Wel contact zoeken, geen contact zoeken. Dat is het proces waar ik inzit.”

Rouveen
Opa en oma Paais werden na hun komst in Nederland ondergebracht in kamp Conrad in Rouveen. Later, in 1966, verhuisden ze, samen met acht andere Molukse gezinnen naar de dorpskern van Rouveen. Patricia had er een fijne jeugd. ,,Ik speelde met Molukse kinderen, maar ook met kinderen uit Rouveen. Daar waren grote gezinnen, dus er was altijd wel een kind om mee te spelen. Later ging ik naar de leao op de Mercuriusschool in Meppel. Ik deed een opleiding verkoop/administratie. Die keuze mocht ik zelf maken.”
Haar opa was ouderling in de Molukse kerk in Rouveen. Op een dag, het was in de tijd van de evangelische prediker Maasbach, werd oom Jan bekeerd. Het duurde niet lang of de hele 2e generatie van de familie Paais, van oud tot jong, werd bekeerd en stapte over naar Pinkstergemeente Sion in Meppel. Ook opa en oma maakten de ommekeer. ,,Het geloof speelt nog steeds een grote rol in onze familie. De familie zoekt elkaar op met geloofsvragen en als er iemand bemoedigt moet worden, sturen we een appje met bijvoorbeeld een mooie tekst of een lied.”

Gevoelens uiten
Op haar 23e ging Patricia uit huis. Ze trouwde met John. Ze is gelukkig, maar nadat opa en oma overleden, kreeg ze tal van vragen. ,,Er werd destijds nauwelijks over mijn situatie gepraat. Ook dat is typisch Moluks. Molukkers, met name de oudere generatie, uitten hun gevoelens niet makkelijk. Ze hebben respect voor de overheid en nemen de dingen in het leven zoals die op hen afkomen. Oók het feit dat hun kleinkind onderdeel uitmaakte van hun gezin.
Gelukkig praat ik nu wel veel met tantes over vroeger, om antwoorden te vinden. Ze snappen waar ik doorheen ga. Nu ik zelf kinderen heb die ik op moet voeden, stuit ik op problemen. Ik heb geen goed voorbeeld van hoe het moet. Pubers zijn soms lastig en zoeken de grenzen op. Maar daar heb ik in die hele liefdevolle omgeving nooit mee kunnen oefenen. Mijn opa was m’n held. Ik denk soms weleens dat hij zijn eigen pijn, die diepe pijn die de eerste generatie Molukkers in Nederland had, heeft gecompenseerd door er 100 procent voor mij te zijn. Hij deed álles voor mij. Ik ben daar dankbaar voor, maar het heeft tot gevolg dat ik soms niet goed weet hoe ik grenzen moet aangeven voor mijn eigen pubers. Als ze lastig gedrag vertonen, bevries ik vaak.”

Vergevingsgezind
Of ze boosheid voelt om wat haar opa, destijds KNIL-militair, in het koloniale verleden is aangedaan? Om de omstandigheden waarin Molukkers naar Nederland zijn gehaald en niet meer terug konden? Patricia schudt haar hoofd. ,,Nee, nooit gehad ook. En dat komt door opa zelf. Hij leerde ons wat vergevingsgezindheid is. Als er een ruzie was in de familie, dan werd dat meteen opgelost. Mijn grootouders waren de bemiddelaars voor velen.
Opa vond het uiteraard erg dat hem zijn identiteit als KNIL-militair door Nederland werd afgenomen, maar hij heeft nooit wrok gehad. Hij accepteerde dat hij niet terug kon naar Ambon. Vanuit zijn geloof hield hij ons voor: ‘We hoeven niet boos te zijn, we kunnen het vergeven.”
Patricia ziet wel dat de boosheid er nog is bij de derde generatie Molukkers in Nederland. ,,Soms kan iemand ineens heel heftig reageren, bijvoorbeeld als er op tv weer een herhaling is geweest van de treinkaping in 1975. Maar het zijn niet meer de gebalde vuisten van de tweede generatie.
Ik ben er heel trots op dat ik van Molukse afkomst ben. Op m’n kleurtje, op de muzikaliteit van de Molukkers, het warmbloedige karakter én het omkijken naar elkaar. Als er één lijdt, lijdt de ander ook. Ik ben blij dat ik in Nederland woon en niet in Ambon. Ambon is prachtig, maar heeft niets van de welvaart die we hier in Nederland kennen. Opa stuurde vaak geld naar de Molukken en hield ons voor dat we de Molukse bevolking konden helpen, júist omdat we in Nederland woonden.”


Quote:
‘We hoeven niet boos te zijn, we kunnen het vergeven’

Thema's:70 jaar Molukkers in Overijssel

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.