image/svg+xml

WO2 uitgelicht: Verzuild Verzet

Verhaal

WO2 uitgelicht: Verzuild Verzet

Plaatje bij verhaal: Header WO2 uitgelicht blauw.jpg

In de twintigste eeuw was Nederland hopeloos verzuild. Iedereen zat in zijn eigen hokje en grensoverschrijdend gedrag werd niet op prijs gesteld. Socialisten en communisten vochten meer tegen dan met elkaar, en een Volksfront kwam maar niet tot stand. En toch waren de politieke zuilen minder hardvochtig en vijandig dan de religieuze. Wie als hervormde jongen met een katholiek meisje (“rooms” zeiden ze toen) durfde thuiskomen, kon op ernstige problemen rekenen. Andersom trouwens ook. Daar hadden (en hebben?) we een spreekwoord voor: Twee geloven op één kussen – daar slaapt de duivel tussen. Wie nu gelooft (!) dat tijdens WO2 de gemeenschappelijke vijand er voor zorgde dat de zuilen razendsnel verdwenen ten bate van vruchtbare samenwerking – die komt vaak (gelukkig niet altijd, en tegen het eind van de oorlog steeds minder) bedrogen uit: Verzet is een zaak van de eigen zuil.

Vooral gereformeerden en sociaaldemocraten lieten zich in het verzet danig gelden, ook katholieken lieten zich niet geheel onbetuigd, men denke bijvoorbeeld aan het loffelijke werk en gedrag van Aartsbisschop (vanaf 1946: Kardinaal) De Jong en Titus Brandsma.

Het katholieke verzet ging wel voorzichtig, nooit met gestrekt been er in, altijd met gebogen knieën zoals ze het geleerd hadden. Die voorzichtige houding kwam omdat de grote bazen in Rome en Berlijn deden of het wel vreedzaam kon. De Paus en Hitler sloten een Konkordat, een soort van niet-aanvalsverdrag. Hitler was natuurlijk nooit van plan zich daaraan te houden, maar de Kerk hechtte er aan. Dat uitte zich in grote terughoudendheid van de kant van de pastoors, die bijvoorbeeld de organisatie van onderduik aan hun kapelaans overlieten. Niettemin werd er op parochie-niveau veel uitstekend werk verricht, zo had de joviale Enschedese kapelaan Piet van den Brink een uitgebreid netwerk voor onderduikers – alleen strikt zonder samenwerking met de LO, die geminachte gereformeerde “domineesclub”. Het kon ook best met een uitermate losse organisatorische improvisatie, zonder die stijve gestructureerde strengheid van de LO. Toen er een nieuw adres voor een zender gezocht moest worden, stuurde de kapelaan twee piepjonge koeriersters langs een aantal boerderijen om om onderdak voor de zender te vragen. Dat lukte bij het vierde adres (“De Pruus komt”, p.96). Ach, misschien was die losbollige grondhouding wel een garantie voor succes…

Bij de gereformeerden ging het er serieuzer aan toe. Zij speelden een belangrijke rol in OD en LO – de namen zeggen het al, OrdeDienst en Landelijke Organisatie: Ordelijke planning en strakke Organisatie, de basis voor succesvol verzetswerk. In Overijssel was een van de belangrijkste inspiratoren Ds. Slomp, alias Frits de Zwerver. Zijn motivatie was richtingbepalend en die was strikt anti-nationaalsocialistisch. Hij zag de gevaren van de nazi-ideologie al voor de oorlog door zijn vele grensoverschrijdende contacten. De Hitler-aanbidding was hem een gruwel en de sociaal-politieke basismaatregel van de bezetter niet minder. De gelijkschakeling (Gleichschaltung) maakte alles ondergeschikt aan één enkele organisatievorm, de nationaalsocialistische. Die volstrekt foute eenvormigheid moest bestreden worden: zuilen tegen de gelijkschakeling!

Bij de sociaaldemocraten was verzet al vroeg tijdens de bezetting vanzelfsprekend, voor zover nodig geïnspireerd door spreekbeurten van J.H.Scheps, ook al een fel tegenstander van de gelijkschakeling, die immers de sociaaldemocratie geheel zou doen verdwijnen. Zo is bij de socialisten heel mooi de radicalisering van het verzet te volgen, van defensief naar offensief. Het regelen van onderduikadressen en de verzorging van onderduikers was de eerste taak, samenwerking met de “domineesclub”(LO) kwam niet of nauwelijks van de grond en dus gingen de socialisten, in Almelo aangevoerd door de keurige ambtenaar Henk Höften, door de nijpende omstandigheden gedwongen steeds radicaler en offensiever te werk, onderduikverzorgers werden knokploegen. Dat werd steeds risicovoller, eind september 1944 werd Henk Höften gearresteerd met reddeloos belastend materiaal. Na langdurige marteling werd hij op het Almelose Marktplein doodgeschoten. Maar verraden had hij niets en niemand (p.97). Wat een held!

Auteur:Sjaak Onderdelinden
Trefwoorden:Tweede Wereldoorlog, WO2 Uitgelicht

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.