image/svg+xml

Tweede generatie vertelt: 1940-1945

Verhaal

Tweede generatie vertelt: 1940-1945

  • Geplaatst door

LEMELERVELD – Hoe moeilijk is het omstandigheden te duiden, voor velen een verhaal van een vorige generatie derhalve afgedaan met “nou het zal wel.” In onze gedachten ondragelijke spanning in die oorlogstijd nog voelbaar, dorp in angst vanwege niets ontziende represailles die de bezettende macht in razernij dag in dag uitvoerde. Let op: Heel veel foto’s onder de lange tekst!!

Niet te tellen  zwermen geallieerde bommenwerpers beheersten het luchtruim  met hun dodelijke last op weg naar de Pruus.  Collega vliegers begeleiden  hen in de zo  gevreesde angst aanjagende – spitfire –  met gierend geluid. Met een ongekende snelheid van zes honderd kilometer,dat zorgde voor angst en paniek bij de  luftwaffe. Nachten lang  werden in bezet gebied door de geallieerde vliegtuigen stroken zilverpapier uitgeworpen  om de Duitse radar te verstoren . Vol trots lieten we thuis trossen zilverpapier zien, aan éne kant zwart aan de andere kant zilver. In  veel nachten als ook overdag vonden luchtgevechten  plaats waarbij nog jonge jachtvliegers elkaar verbeten trachten “de broek op te binden”. Vriendelijk soms elkaar na zwaaiend in hun  aangeschoten brandend toestel naar de   Sallands bodem verwezen, in vredes tijd zouden ze vrienden kunnen zijn.

Jeugd in die tijd werd door hun ouders het zwijgen opgelegd  tegen over al te vriendelijke  vreemdelingen die iets van hen wilden weten .  Vooral   mensen in de straat die niet als joviale  inwoners bekend stonden werden op eerbiedige afstand gehouden. Met gezonde kinderlijke achterdocht bleef het bij een `dag buurman of buurvrouw’ Toch waren er in de omgeving  die zich in het dagelijks eenvoudig leven heel wat meer konden veroorloven dan onze eigen ouders. Vriendschap;  althans een joviaal gedrag met de bezetter en hun aanhang deed bij sommigen wonderen. Een staatsieportret van de grote man in de Pruus tussen de familie foto’s in huis een ereplaats  op het dressoir, een bewijs van  hun bedenkelijk dubieus bestaan.

Heerlijk panklare gebraden haantjes werden door stille vrienden in de lage landen naar de Duitse weermacht op de Lemelerberg gebracht .  De bezetter  wist zich hier oppermachtig daar hun lange afstand geschut op de berg ons dorp onder vuur kon worden genomen. Stel dat in dorp het lang verwachte bevrijdingsleger hun opwachting zou maken, een warm onthaal zou hun ten deel vallen vanaf Sallandse heide   – Aan de Lemeler kant- werd de gehate bezetter ook al niet te veel naastenliefde getoond. De telefoon  verbinding  met hun buitenwereld werd hier door de jeugd  vaak gesaboteerd.

Verdachte `vrienden’ van de Wehrmacht in het dorp werden op het hart gedrukt  hun mond niet voorbij te praten daar bij de buren een joods gezin gastvrij onderdak vond.  Deze niet mis te verstane waarschuwing  bracht de boodschap goed over. Toch heimelijk koesterden deze keurige dorpsgenoten na de oorlog weer een gewilde plaats op in de galerij der    aanzienlijken.

De jetset met geld en goed  leningen aan hun onderhorigen in het kerkelijk en maatschappelijk leven

Na de bevrijding werden ze van huis gehaald door mensen van de plaatselijke B.S. verzetsgroep ofwel -Binnenlandse Strijdkrachten- om gedwongen onderdak te aanvaarden in de dorpsschool. Als verdachten een korte tijd ondervraagd te zijn in kamp Erika bij Ommen werd hun groot verlof verleend.

Eveneens onze school een gedwongen ongastvrij onthaal voor  zwarthandelaren een zelfde ontvangst voor hen in het bekende interneringskamp Hessem. Hier konden ze hun Mea Culpa gebed uit spreken jegens hun gedrag tegenover vele “eten zoekers” uit het westen om hun gezin van de hongerdood te redden. Wat zij aan sieraden droegen moest worden geruild voor wat aardappelen en een half pond zelf gemaakte boter waar een steen in werd gestopt om aan het gewicht te komen. Toch vonden vele hongerlijders gastvrij onthaal bij adressen van veel verschillende nominaties die eten en onderdak boden om niet. Er waren die tot het eind van de oorlog in onze omgeving bleven en hier in Salland een huwelijks partner voor hun leven vonden. Klederdrachten in alle soorten en maten die ons gewest kleurden, inwoners uit het westen  met hun daarbij horende  dialecten.

Bij tijd en wijle verscheen een geschreven bericht bij café van Tongeren of café Reimink aan een boom geprikt: “Vlees verkoop wegens noodslachting.”  Slagerij  Bovenmars
Bij de Posthoorn. d.d. datum… Na de middag 4 uur, verpakking zelf meenemen.Veel schooljeugd en moeders in lange rijen voor de deur in afwachting wat er meegegeven werd. Om niet in handen te vallen van kamp Erica gespuis lieten zich hier geen mannelijke personen zien. Represaille te over als één van hun geüniformeerde vrienden werd vermist.

Om te voorkomen dat Radio Oranje  zou worden ontvangen werd een ieder verplicht hun radio toestel in te leveren. Bij overtreding volgde in beslagname en gevangenisstraf. Op niet voor te stellen plaatsen verborg men het kostbaar bezit  waar een hond zelfs een plak worst niet  zou willen zoeken. Zelfs paarden en fietsen gevorderd voor de wehrmacht even als het kostbare koperen sierwerk  voor wapen industrie.

Toegangswegen naar veel boerderijen verschenen grote waarschuwingsborden wegens het uitbreken van `varkenspest’ op hun bedrijf. Maar toch om in beslagname  van hun vee te voorkomen werden varkens en koeien besmeurd met datgene wat een veepest zo kenmerkte. “Nicht betreten” borden voorzien met een doodskop veel voorkomend in onze lage landen. Duitsers  meden deze bedrijven als door de duivel op de hielen gezeten.

Onder de burgerij vielen veel ten prooi aan besmettelijke ziekten zoals mazelen, roodvonk  en de zo  beruchte gevaarlijke kinkhoest waaraan veel kinderen ten slachtoffer vielen. In veel schuren hingen mooie grote gele bruine tabaksbladeren te drogen die als een soort huisvlijt verwerkt werden tot shag, pruimtabak of sigaren. Een familielid van iemand uit de straat en sigarenmaker bij de bekende fabriek “Olifant” in Kampen rolde prachtige exemplaren als dagelijks werk.Blazertjes sigaretten veel gerookt in die tijd, bruine stinkstokken, waarom….. nou je deed toch mee…..   heerlijk kon je er van hoesten .

Wat te denken van vee en akkerbouw producten die over de grens verdwenen. Bezwaarmakers hier tegen verdwenen in “nacht und nebel” terechtstellingen aan de orde van de dag. Toch werd in achteraf gelegen schuren vee geslacht daar geen enkel gerucht te horen mocht zijn. Niet zo moeilijk te raden onder welke bizarre omstandigheden  deze beesten hun einde vonden.

Voedsel moest er zijn voor Joodse landgenoten, onderduikers  als ook voor eigen gezinnen en familie. Stiekem moest er geslacht worden om te blijven leven ondanks controle van eigen plaatselijke controleurs.Deze ambtenaren gingen vaak hun boekje te buiten door in fietstassen te neuzen om rogge in beslag te nemen van dorpsgenoten. Het graan dorsen bij boerderijen gebeurde onder toeziend oog van voornoemde personen. Met hen werd vaak de draak gestoken, net zoals een ieder wel eens uit de broek moest werd door aanwezige schooljeugd voor hen een po aangedragen “pis hier maar in dan kun je blijven staan om te loeren”. Grote hilariteit tot gevolg, er werd toch wel genoeg rogge en haver achterover gedrukt.

Een schip volgeladen met aardappels voor de sluis bij Brok werd ten dele leeg gehaald door het verzet en aan de grond gezet om niet te kunnen varen.  Aan burgerij de opdracht na tien uur binnen te blijven. Bij het vallen van de avond had niemand iets te zoeken op straat behalve de dokter, politie, NSB'ers. Wie zich niet kon legitimeren zonder ausweis werd opgepakt als verdacht persoon of opgesloten in het hokje  achter de woning van de politie zonder zijn medeweten.

Bij het vallen van de avond moesten ramen worden verduisterd met zwart papier of geen enkel licht doorlatende gordijnen. Zelfs fietsen moesten zijn voorzien van een beschermkapje op de verlichting. Luchtverdedigings Organisatie  opgericht om toezicht te houden daar geen licht mocht schijnen van uit woningen. Geallieerde bommenwerpers zouden zich eens kunnen concentreren op weg naar Duitsland met hun dodelijke last.

Boerderij van Harting werd op 15 Februari 1945 door  een jonge fanatieke Duitse nachtjager doorzeeft met kogels waarbij hun dochter Nellie het leven liet daar hier  te veel licht te zien was. Op het kerkhof aan de Nieuwstraat vinden we haar graf met steen waarop vermeld “door een noodlottig ongeval” De Duitse bezetter vond het niet gepast dat door hun toedoen een meisje van twaalf jaren daar werd begraven enkele weken voor het eind van de oorlog van daar dit opschrift.  Ons vriendinnetje waar nog over gesproken wordt.

En toch trekken we elk jaar de oostgrens over om met – bier und bratwurst- rust te zoeken vanwege de  sores van elke dag . Wat ons daar thuis doet voelen….?  In keurige hotelkamers staan voorwerpen van onze grootouders, antieke koperen vijzels met de datum van hun trouwdag, ja mitgenommen  im krieg. Und da ein alter rundfunk ebensehr aus Holland.

In dagen en maanden volgend op de bevrijding van ons dorp, hoe verging het medeburgers. Weg met wapenopslag in de toiletruimte en radio- zend apparatuur onder het bed of in de schuur onder een stapel turf, evenmin geen paniek meer voor het geheime wapen van Adolf.  Bij het lanceren van  V1 of V2  in de omgeving die niet de gewenste richting koos, rond bleef draaien boven de omgeving dood en verwoesting veroorzaakte ergens in het Sallandse.  Het verbergen van vliegtuig- bemanning, en veel joodse landgenoten, onderduikers, verzetsmensen enz.  Zelfs de jeugd werd na een proclamatie in September 1940 verboden te vliegeren. Na al  deze  ellende  vrij kunnen leven  zonder angst verraden en gearresteerd te worden door rioolbendes vijfde colonne genoemd. Geen steken van turf meer in het venne van Kruger in  Schanebroek.

Toch werden familie de Boer  op 4 Februari 1945 slachtoffer  van deze zinloze oorlog. Zij bewoonden een boerderij op de Miga even buiten het dorp. Een niets en niemand ontziende  Duitse  nachtjager maakte hier een eind aan het leven van Hans de Boer en Grietje de Boer-Ruiter beiden 55 jaar tevens hun neef en onderduiker Arent de Boer  17 jaar.  Als oorlog slachtoffers begraven op de dodenakker aan de Nieuwstraat waar ook het graf te vinden is van plaatsgenoot soldaat Frederiks 21 jaar,bij het uitbreken van de oorlog  gesneuveld 28 Juni 1940.

Ge Jansen van het Weerdhuis, in de mond van vrienden en bekenden - lange Ge – voor het laatst gezien in Berlijn 6 September 1944. Gepakt wegens zijn verzetswerk, vermist tot op deze dag.

Hendrik  Kleinluchtenbeld omgekomen tijdens de bevrijding in Dalmsholte op 10 April 1945.  Evert Grootemarsink 21 jaar omgekomen in Duitsland  waar hij te werk gesteld was.

Wat te denken van de razzia's in het dorp door de beruchte leiding van kamp Erika met behulp van de zo gevreesde SS. Jongens van 18 jaar en ouder werden opgepakt om in Duitsland te werken of verdedigingswerken te helpen bouwen langs de IJssel. Ook het op werpen van schuilplaatsen aan doorgaande wegen voor Duits materieel die werden afgedekt  met camouflagenetten vanwege gevaren uit de lucht. Hier en daar vindt men nog resten in de regio.  Van af de ijzerfabriek liep er een grote duiker eens in gebruik van de suikerfabriek naar de – zo wij die noemden - de plassen, achter  het fabrieksterrein.

In donkere nachten bivakkeerden hier onderduikers om aan de klauwen van de Grüne Polizei te ontkomen. Eén van hun vroegere dorpsgenoten had zich aangesloten bij deze boevenbende hij wist van deze onderaardse gang en heel veel andere schuiladressen. In de onderoven van de bakkerij die behoorde bij de Coöp vestiging in de Dorpsstraat verborgen zich verzetsmensen. Bakker Leetink bromde tegen ongewenst bezoek van kamp Erica` hier heb jullie een kedettie en noe opgedonderd.

Duitse colonnes durfden zich overdag niet te verplaatsen, bang verrast en opgewacht te worden door vijandelijk vuur uit de lucht. In het holst van de nacht verplaatste men zich ook door ons dorp. Tussen  klinkers van de – heugte – nu fietsviaduct wisten we grote spijkers te plaatsen. Resultaat….een vloek en scheld kanonnade uit Duits repertoire.

Enkele broeinesten van verzet bevonden zich in de Dorpsstraat, dat bestond uit   wapens en distributiebonnen opslag. In de Gereformeerde Kerk aan de Kerkstraat zong men tijdens erediensten” zelfs vind de mus een huis o Heer” niemand echter een vermoeden wat er nog meer een huis gevonden had. Bij een overval in de pastorie wist  ds. Vogelaar  zijn leven te redden door van het balkon te springen maar het Godshuis werd gesloten wegens wapenopslag. Vele bezoekers bij ons thuis `in latere tijden schieten ons namen te binnen’ Stoevelaar uit Lemele die vaak wat uit de fietstas haalde en in de schuur bracht, een zekere Adriaan  (Huijsmans) zou er goed op passen.  Sneuink- zonder politie uniform – die ons z.g.n. ernstig moest waarschuwen – geen appels bij Koetsier van het fabrieksterrein te jatten. – Wij mochten hier niet bij zijn dus werden we naar buiten gestuurd daar onze ouders dit ernstig aan hun verstand kon worden gebracht. Als kinderen blij verrast met veel onbekende ooms en tantes die in ons bed moesten slapen, wij op de divan of een matras op de vliering. Iemand van ons gezin werkte op het distributiekantoor in Ommen en verborg bonkaarten in het frame van zijn fiets  voor hongerige vreemdelingen. Toch echter    verraden, opgepakt naar Erica en Amersfoort  en vervolgens door de Grüne Polizei naar één van de vele beruchte  concentratiekampen in Duitsland gebracht

Voor de voedsel voorziening werd in September-October 1944  de schooljeugd uit de hoogste klassen ingezet om aardappelen uit de grond te halen( eerappels roojn). Na informatie bleek dat De Heidemij een groot stuk bouwland ergens aan het kanaal richting Slijkhuisbrug gebruikte voor verbouw van aardappelen. In alle vroegte werden we van school gehaald met paard en wagen van G.J. Harmsen. Op weg ging het naar het land van Enzering in Schanebroek alvorens ook kinderen van andere scholen werden gehaald.Beducht beschoten te worden door vliegtuigen van het geallieerde leger die vuurden op troepen verplaatsingen van het Duitse leger. Een grote veldschuur met hooi en stro bood onderdak voor – tussen de middagpot- dat bestond uit meegebracht brood en koude thee of melk. Ook het geteisem van kamp Erika wist van dit onderkomen waar onderduikers zich vaak schuil hielden. Onder leiding van kampbeul Bicker stak men vloekend en tierend bajonetten in deze balen hooi en stro  om vermeende  onderduikers schrik aan te jagen in aanwezigheid van... schoolkinderen.

Duitse vrienden voelden zich bedreigd en hielden zich gedeisd om na de oorlog weer als de vooraanstaande man of vrouw gezien te worden ja de jetset geëerd en geprezen in kerk en maatschappij. Ook hun imperium en aanzien verdween in een droomwereld terwijl de door hun aanbeden roerganger de hand lafhartig aan zich zelf sloeg.

Na de bevrijding van ons dorp op tien April zongen en dansten we op accordeon muziek van Guus Brink. In de silo van Schaapman wist hij het enthousiast zingen aan de kanaaldijk van velen aan te vuren. De  nieuwe generatie met één of meerdere welvaartsblikken voor de deur diende zich aan ondanks maatregelen van minister Lieftink. Een ieder zou weer na de oorlog met een start kapitaal van tien gulden zijn of haar leven moeten opbouwen.

Angst aangaande  vermiste vaders, zonen en dochters die hun leven op het spel durfden te zetten in het verzet. In armoede probeerden nabestaanden met vallen en opstaan een nieuw leven  te beginnen. Bijltjesdag niet zo duidelijk opvallend in ons dorp verlopen… o jawel ongezien en ongehoord naar plattelands begrippen. In onze straat woonde ook een mevrouw die vaak een zwarte muts droeg met een rood oranje bovenkant Eén van haar zonen is met Duits militair eerbetoon in Lemele begraven.

Vijf jaar lang gewend te leven met zwart papier voor de ramen, glazen vaasje gevuld met raapolie, daarin drijvertje met katoenen draadje diende als lichtbron in  lange  donkere avonden. Enkelen mochten zich verheugen in het bezit van een carbid  of olielamp. Een mensen reddende vinding in barre tijden de knijpkat, een met de hand bewogen dynamo dat geluid produceerde als een jammerende kat. Op een enkele boerderij een windmolen die een elektromotor aandreef en op zijn beurt stroom leverde aan een accu.

In onze dagen radeloze ouders met het dwangmatig mobieltje als metgezel en  stampvoetende kinderen die niet krijgen wat hun hartje begeert. Opa en oma wel zo toeschietelijk. Om liefde in ruil voor geld van hun kleinkinderen te kopen, nou en… ze hebben toch AOW en geld genoeg!!!

Onderlinge jaloezie naar buiten toe ……natuurlijk niet, maar heimelijk kom maar op. Toch……. we willen er zijn voor elkaar,  echter niets nieuws onder de zon. Mensen van de vorige generaties weten hierover hun opzienbarende verhalen te vertellen hoe het hier en daar aan toeging in hun gezin. Ontsmettingsritueel van de kinderschare in de meeste gezinnen op zaterdagmiddag, in een grote teil waarin onze corpus onderhanden werd genomen waarbij water met rijkelijk groene zeep werd gebruikt. Na deze marteling een nog ergere kwelling, een niet te zachtzinnige behandeling met de stof of luizenkam vervolgens insmeren met schurftzalf met vreselijke deodorant. Deze martelgang nog niet ten einde, flessen jachtwater gebruikt om onze haren te vrijwaren voor ongedierte voor de komende week. Bij gebrek aan zeepartikelen werden er surrogaat aan de man of vrouw gebracht zo als luchtzeep kleizeep, ook karnemelkzeep klokpoeder en vim vonden  aftrek. Het kopje thee in de middag bestond uit een aftreksel van gedroogde bladeren van bramenstruiken.  Wie in het begin van de oorlog goede banden op zijn fiets had mocht van geluk spreken, weldra was er geen band meer te krijgen.

Op de fiets moest wel een beschermkapje daar geen licht boven gezien mocht worden.
Vanaf 1941kreeg men alleen een bon voor een fietsband als men vijf kilometer van zijn werk woonde. Later in de tijd moest men 300 gulden dokken voor een nieuwe.   Bij onze overburen krulde rook op zondagmiddag uit de schoorsteen van het washok waar de gietijzeren kokkepot opgestookt werd om de wekelijkse was al voor zonsopkomst de andere dag – eerder dan de buren- aan de lijn te hebben hangen. Hoe het tegelpad elke zaterdag bij de  buren geschrobd werd met zeepwater en de ander genoegen nam met een emmer water uit de put zonder groene zeep.  Voor eventuele consumptie werd dit welwater  door een kussensloop gezeefd om zo gelokaliseerde   levende wezentjes er uit te vissen. Bij de beter gesitueerden een koperen pomp en belknop die gepoetst dienden te worden.

Op zondag naar de kerk als lieve engeltjes, gezichtjes die glommen van de groene zeep, netjes in de kleren inclusief pofbroek en gestreken overhemd met bij passende strik ( stropdas )  onder het colbert, niet te vergeten keurig gepoetste schoenen. Telkens terugkerend ritueel, samen met va en moe ook opgedoft in hun beste textiel op naar de kerk … Welgestelden voor wie aan de pet werd getikt of afgenomen. Voor wie men dat  deed…de dokter en bovenmeester, ja enkele vooraanstaande boeren met veel stalraampjes die met geld veel kleine bedrijfjes in de been hielden,  derhalve niemand een blik waardig keurden op weg naar het Godshuis.

Ook  de politieman die zijn ronde fietste door het dorp werd met achting benaderd. Overblijfselen van deze mentaliteit is nog sluimerend aanwezig eveneens het ` de kop boven het maaiveld uit steken’ door zo maar iemand uit de straat moeilijk te aanvaarden. Na beide kerkdiensten; gepoetste schoenen en beste kleren uit en het daagse spul aan, elke zondag het zelfde stramien in veel gezinnen.

Maar toch een droevig einde van deze oorlog, de bezettende macht meende onze dorpsbrug op te moeten blazen in de nacht van negen op tien April 1945. Het hart…ja de ziel van ons dorp niet hufterproef bestand tegen dit zinloos geweld.

Noch een droeviger geweld zou het einde van deze overheersing  tot op deze dag ons blijven herinneren. In naam van de Allerhoogste. Onder aanvoering van diegene met veel stalraampjes werd de strijd in de Gerf. Kerk voortgezet. Het éne deel der beminde gelovigen werd door het andere toegang tot dit Godshuis ontzegd. Middels een brief op de kerkdeur zo de Duitsers dat deden in de oorlog, of zou men dat geleerd hebben van Luther.

Een slogan 75 jaar geleden; nooit meer oorlog, utopie van de koude grond, zijn wij beter dan vorige generaties? Nieuws uit wereld en eigen land leert ons een ander toekomstbeeld. Toch zijn er die van uit een ver verleden op een hoopvolle toekomst wachten.

Historische Werkgroep Lemelerveld

Zomer 2020

H. Huisman

H.W.G.  Lemelerveld.

Auteur:H. Huisman
Trefwoorden:Lemelerveld

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.