image/svg+xml

Deel 14 - Stuurloos, bestuurloos op weg naar ...

Verhaal

Deel 14 - Stuurloos, bestuurloos op weg naar ...

Plaatje bij verhaal: Header3.jpg

Vanwege het feit dat er met mij in die tijdsperiode geen zee te bezeilen viel, besloten m`n oom en tante, dat ik maar een tijdje naar m`n vader zou moeten gaan. Ik was net zo stuurloos en bestuurloos als een tiener maar kan zijn. M`n vader bracht het idee naar voren dat ik worstmaker zou kunnen worden en dan zou ik later de slagerszaak van m`n ooms in Delden mogen overnemen. Ik zou daarvoor ergens in Duitsland naar een speciale opleiding gaan en toch ging m`n gevoel daar niet naar uit.

Op zichzelf een goed idee en net zoals Eduard, die in zijn later geschreven song "M`n vader" zei: "Je had steeds het beste voor, maar daarvoor had ik geen oor, helaas ik zag het niet voordat je ging." De song gaat over de gevoelens van een volwassen iemand, die de gescheiden relatie van z`n vader en moeder, gerelativeerd anders ziet dan de jaren voorheen. Voor mij gold die tekst wat die tijd betreft, alleen tot de tweede komma. Ten eerste was de opstandigheid, het rebelse in me, met al de invloeden die het beattijdperk bij me teweegbracht. De volgende woorden van John Lennon, van het prachtige "Nowhere man", die wat later uitkwamen, "Hij is een echte "nergens-man", zittende in z`n "nergens-land", hij maakt al z`n "nergens-plannen" voor niemand. Hij heeft geen uitzicht, weet niet waar hij naar toe gaat, is hij niet een beetje als jou en mij?", zouden in zekere zin het stuur-en-bestuurloos gevoel van een tiener in het midden van de pubertijd kunnen beschrijven. Ten tweede ging m`n gevoel niet naar de slagerij uit omdat ik intuïtief wist dat ik nooit weer bij m`n oom en m`n tante zou komen. Toen me dan ook de gelegenheid werd geboden om toch weer terug te keren, had ik daar geen gevoel voor. Toch bleef ik later wel op vriendelijke voet met m`n oom(s) en tante.

Het was wel leuk voor de eerste keer met Eduard tezamen te zijn en in de weekends, wanneer Carla vrij van haar werk had, waren we met vier nazaten van m`n vader en moeder: Helga, Carla, Eduard en ik. Ooit heb ik zelf eens tijdens een zwemtoernooi van "Blau Weiss"in Lingen, voor de zwemclub waar Helga lid van was, meegezwommen. M`n eerste en enigste keer was wel een belevenis. 100 meter borstslag. Het "auf die Platze"(het "klaar") had geklonken en daar ging`t heen. Alles goed en wel, net voor het omdraaien keek ik even en bemerkte dat ik met iemand anders tezamen op kop lag. Dat was het einde want ik begon me te haasten en eindigde als laatste. `k Heb ik daar ook voor de eerste en de laatste keer gedoken en wel van de lage duikplank, maar wel plat op m`n buik en vuurrood. Wat was ik blij toen ik bezoek kreeg van Henk ter Brugge uit Delden, die helemaal in z`n eentje op bezoek kwam op de fiets.

Hij heeft een nachtje overgeslapen en ging de volgende dag in z`n eentje weer helemaal terug naar Delden. Het was in die tijd dat Eduard voor het eerst z`n eigen tekst "Du hast mein Herz nicht gebrochen" zong, een Duitse versie van "A hard day`s night", tijdens zwemwedstrijden in Cloppenburg, op nog maar elf-jarige leeftijd. Eduard`s vriend Karl-Heinz Seemann, wiens ouders een kruidenierswinkel aan de Rheinerstrasze net achter ons hadden, (waar ik wel eens een fles "Assis",de sinaasappel-limonadesiroop uit Israel en "Eierravioli" kocht, wat ik heel lekker vond) kwam wel eens bij ons "spelen" met z`n "Mannschaftskanon". ("groepskanon")zoals hij het noemde. Hij had het zelf gebouwd op een onderstel van een gebruikte kinderwagen en was daar apetrots op. Tussen de beide voor en achterwielen, had hij aan weerszijden rechtopstaande latten getimmerd, waarvan de toppen horizontaal verbonden waren met een sterk elastiek. `k Zie nog zo z`n guitig spontane ondeugende gezicht voor me. Hij had speciale grote krammen in een V-vorm, waarvan de ronde onderkant over het sterke elastiek ging en als je dan trok vlogen die krammen door de lucht, over het langsgaande verkeer en kwamen dan terecht op de parkeerplaats van de garage van Berndt Rosemeyer, die een jeugdvriend van m`n vader was geweest in hun jongere jaren en die later bekendheid genoot als autocoureur. Die krammen kon je kopen bij een gereedschapswinkel. Een grote zak vol was genoeg om een heleboel lol mee te hebben totdat er een paar krammen op de nieuwe auto`s terecht kwamen en wij er als een haas vandoor gingen.

Bij diezelfde garage, waar men "Aral"-benzine verkocht in helder-blauwe tuinbroek uniformen met pet, leerde ik Dieter Hagen kennen, die daar als leerling-automonteur werkte. Hij had een sleutel en dan nodigde hij me uit om na sluitingstijd mee in de garage te komen. Dan gingen we in een auto zitten en dan maar "sjezen". Vooruit, achteruit, scheuren en bij wijze van spreken op nog geen millimeter voor de andere auto`s in de garage op de rem trappen, was dat ,wat hem een "kick" gaf en ik vond het ook best spannend, maar niet al te lang. Het was iedere keer weer, waauw oh zo spannend. Een andere keer nam hij de "grote" motor mee en dan gingen we langs het Dortmund-Ems-kanaal en liet hij me een stukje rijden over de zandweg, wat voor mij toen toch wel een grote "machine" was, want ik hing er in feite net overheen. Wat een gewicht en dan de kunst van het balanceren. Eventjes was genoeg voor mij. Als je aan die handvaten draaide dan stoof je vooruit en ik had moeite met draaien, dus tot zover, maar wel mooi (Voor die tijd was ik wel eens met Jan van Coeverden en z`n vader bij de wereldkampioenschappen motorcrossen in Markelo geweest, wat echt een mooie belevenis was. Je ziet die motoracrobaten springen op hun achterwielen) Schuin tegenover de garage, dus aan m`n vaders kant, lag café Eickmann en vanwege de klank van de naam dacht ik automatisch aan Adolf Eichmann, de Duitse nazi- oorlogsmisdadiger, die in Israël terecht werd gesteld voor z`n doodvonnis.

Deze mensen, die het café beheerden, waren heel vriendelijk aardige mensen. Vooral Frau Eickmann, met haar rode blouse, haar ronde gezicht met helder blauwe ogen, omgeven met korte blonde krulletjes en aardige stem. (Het is heel grappig nu ik dit schrijf: het is zo lang geleden, maar het voelt allemaal net of het nu is.) Aan de achterkant van het café, dus van de zijkant van m`n vader`s plek gezien, was er een grote plaats en dan kwam je uit aan de andere kant van die achterplaats waar Vieth`s "Caltex" benzinepomp was gesitueerd. Meneer Vieth was een aardige man. Aan de andere kant van m`n vader`s barak liep een klein "kinderkoppen" pad, met aan het einde daarvan het huis met het kleine winkeltje van Hesskamp. Op een warme zomerdag was het heerlijk om daar even zo`n lekker koud flesje "Synalco" te kopen. Ze verkochten daar ook Dr.Oetker`s pakjes, waar je lekkere vla van kon maken. M`n vader kon ook lekker koken. `k zie hem nog zo in z`n goedheid intensief aan het kokkerellen. `k Denk dat koken een soort passie voor ons was, is en altijd zal blijven.

Het kon ook wel eens gebeuren dat ik met m`n zuster midden in de zomer thuiskwam en de rook uit de schoorsteen kwam en m`n vader, omdat hij het koud had, de kachel stond aan te maken, of hij zat eens met een ouderwetse pilotenmuts, zoals je die op foto`s van ouderwetse dubbeldeks- vliegtuigen van de gebroeders Wright kon zien achter het stuur in z`n blauwe Opel Blitz-vrachtwagen. Het was eens op een zaterdagavond dat Eduard en ik naast de barak in die auto zaten. Er was op dat moment net een "windhoosje". Aangezien ik wel eens op geschiedenis over de windhoos van Borculo had gehoord, zat ik toch wel even na te denken... De volgende dag was een verrassing voor Eduard en mij. Wij mochten tezamen met de grote "Sonderzug" (speciale trein) naar Borkum, het grootste Duitse waddeneiland. `k Weet nog dat het zo`n mooi blauw-wit treinkaartje was. Dank je wel papa. Daar kwam de grote stoomlocomotief. De trein gleed over de rails, langs al de weiden. In dat gedeelte van Duitsland was het net als in Nederland allemaal vlak. Lingen-Meppen-Haaren-Papenburg-Leer en dan kwam Emden. De zeehaven was ook een marine-haven. Daar was het grote schip naar het eiland, waar we op gingen. Zoals altijd was ik gefascineerd door de zee. Het was net of het je in een andere wereld bracht. Je kon zo lekker wegdromen, de wind langs je neus, door je haren. In de verre verte kon je ook een strip land zien. Dat moest Nederland zijn. Wel opgewonden zo dicht bij Nederland te zijn.

Toen we na een flinke tijd in Borkum van de boot gingen, stapten we in een klein treintje dat ons over het eiland naar de stad van Borkum bracht. Daar hadden we wat tijd om door het stadje te lopen. We zijn nog op de rood-witte vuurtoren geklommen. Op het eiland zwaaide "Ei ei Tralala", de toen meest bekende man van Borkum de scepter. Wat is een eiland toch mooi, met z`n eigen wereld. Aan alles komt een einde. Toen we dan ook afscheid van het eiland namen bleef er een mooie zonnige herinnering bij me achter. Terug op zee kon ik Nederland nog even zien. Op de boot echter was een man, die anders leek in z`n spraak en in z`n gedragingen. Z`n stem klonk anders. Z`n ogen keken anders uit. Dat zou in die momenten onbewust de eerste dronken man kunnen zijn geweest die ik in m`n leven gezien heb, waarvan ik me nu dus wel bewust ben. We zijn goed thuis gekomen en ik had nog iets om over na te dromen....... .


Terug naar INDEX

Herman Hanauer is geboren in Enschede en heeft z’n jeugd wisselend doorgebracht in Enschede, Lingen (Duitsland) en Delden. In de zestiger en zeventigerjaren maakt hij deel uit van diverse bands waaronder freesound group The Rabbits. Na vele omzwervingen, door heel Europa, vestigt hij zich, in 1996, in Australië.

Auteur:Herman Hanauer
Trefwoorden:Blau Weiss, Beattijdperk, Du hast mein Herz nicht gebrochen, Eierravioli, Dortmund-Ems-kanaal, Caltex, Synalco, Opel Blitz, stoomlocomotief
Personen:Helga, Carla, Eduard, Dr.Oetker

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.