image/svg+xml

Gemeente Wierden 200 jaar samen

Verhaal

Gemeente Wierden 200 jaar samen

Plaatje bij verhaal: Wk 47.19  een sintel ijzerproduktie Rectum.JPG

Winning van ijzeroer in Rectum.

Winning van ijzeroer in Rectum.

IJzermolens komen onder meer voor in Twente, maar ook tussen Enter en Wierden. Het hoogovenbedrijf aldaar produceerde ruwijzer uit het plaatselijk aanwezige ijzeroer, ten behoeve van de daarmee verbonden ijzergieterij. Het reductiemiddel dat in de hoogovens gebruikt werd was houtskool. Al in de Romeinse tijd werd ijzer geproduceerd. Het werd bij beekdalen of andere laag gelegen plaatsen in het landschap gedolven.

Het ijzeroer is opgegraven op een diepte van anderhalve meter. Grotere klonten zijn mogelijk, samengestelde klonten vormen tezamen een decimeters-dikke oerbank. De maatstok geeft centimeters aan. De hoogovens werden gestookt met houtskool uit de bossen of uit speciaal daarvoor aangelegde brede houtsingels. Verschillende watermolens werden ingericht om de blaasbalgen aan te drijven en om het ijzer verder te bewerken. In de tweede helft van de negentiende eeuw verdwenen de hoogovens en ging men zich toeleggen op het verwerken van ijzer dat van elders werd aangevoerd.

IJzer dat - in opgeloste toestand- in de bodem wordt verplaatst door grondwater, kan in de vorm van roestvlekken zichtbaar zijn. Groeien deze vlekken uit tot grotere, verharde ijzer (hydr)oxideconcreties, dan spreekt men van ijzeroer. Dit proces vindt met name plaats in beekdalgronden, tussen dekzandruggen. Wanneer bovenstaand proces (de vorming van ijzerconcreties) steeds op ongeveer dezelfde diepte doorgaat, kunnen zogenaamde oerbanken ontstaan, decimeters dikke samenhangende 'platen'. Dit vinden we vooral in bodems waarin duidelijke gleyverschijnselen aanwezig zijn, bijvoorbeeld in de beekdal en dekzandgebieden in Rectum. Het oer komt soms tot één meter 77 onder het oppervlak. Het ijzer van deze lagen ijzeroer is deels afkomstig van de uitloging van de hogere gronden aan weerszijden van het dal. Bovendien wordt veel ijzer geleverd door de beekjes zelf, vooral wanneer die uit veengebieden komen.

Alle ingrediënten voor de winning en verwerking van ijzer waren in het gebied rondom de Regge aanwezig. Op veel plaatsen zit ijzeroer in de bodem. IJzeroer wordt gevormd in de bodem op plaatsen waar ijzerrijk kwelwater aan de oppervlakte komt. Als het kwelwater verdampt blijft de ijzer in de bodem achter en vormt daar oerbanken die enkele meters dik konden worden. Als de oerbank vergraven werd moest men enige decennia wachten voordat er op dezelfde plek weer een winbare laag was gevormd. De oerbanken zijn in de Middeleeuwen gebruikt voor de bouw van huizen en kerken, maar een belangrijkere toepassing was de productie van ijzer. Mogelijk gebeurde dit al in de vroege middeleeuwen.

Een oerbank onder landbouwgrond was destijds buitengewoon schadelijk. Ook bij houtteelt werkt zo'n oerbank zeer nadelig. Het uitgraven of uithouwen van oer verlaagt de waarde van de grond aanzienlijk. Het was een voordelige zaak voor de landeigenaren om het oer op kosten van geïnteresseerden te laten opgraven. Ook de boeren konden er in de winter extra mee verdienen. Het oer werd, nadat het uitgegraven was, per aak of boerenkar naar de smelterij gebracht. Het graven, door boeren en dagloners, werd per mand oer betaald. Twee of drie maal per dag kon het ijzer uit de hoogoven worden gehaald. Met ijzeren lepels (met klei bestreken), of door een goot, kon het ijzer in de gietvormen worden gegoten. De gietvormen waren tevoren in de grond ingegraven. Meestal werd 'vormzand' voor de gietvormen gebruikt, afkomstig van de Mengelenberg bij 's Heerenberg.

Ter hoogte van de brug over de Regge lag de rivierbedding vroeger een stuk noordelijker. Aan de westzijde van de Voele Maot ligt een landweer waarin grote hoeveelheden ijzerslakken zijn te vinden. (Zie de foto)

Ondergronds in het weiland in de Werfhorst bevinden zich palen, nu afgedekt met grond van een deel van de wal. Kennelijk werd het water van de Regge hier gebruikt voor het aandrijven van een oerstamperij of een blaasbalg. Er werd een twaalfde tot dertiende eeuwse kogelpotscherf gevonden. Die zat vastgebakken aan een brok slak. Er was een ijzermolen, noordwest van de huidige brug over de Regge, ter hoogte van het kasteel (motteburcht) de Koehorst , nu de erven Langeler. Ongeveer bij de Werfhorst. De molen was uit het jaar 1300 en was van het type onderslag watermolen. Het was een ijzermolen en werd aangedreven door water.

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.