image/svg+xml

Een rondreis in 1869 door ‘t Land van de Opregte Steenwijker Courant (1/4)

Verhaal

Een rondreis in 1869 door ‘t Land van de Opregte Steenwijker Courant (1/4)

  • Geplaatst door
Plaatje bij verhaal: img329_2.jpg

Een rondreis in 1869 door ‘t Land van de Opregte Steenwijker Courant (1/4)

Op 5 juli 1869 verscheen de Opregte Steenwijker Courant voor het eerst. Uitgever Gerard Hovens Gréve zag zijn kans schoon om na de afschaffing van het dagbladzegel vier dagen eerder een courant uit te geven. De verwijdering van dit fiscale brandmerk maakte een betaalbare prijs mogelijk en was voor de geestelijke evolutie van groot belang; het geestrijke vocht werd daardoor wel duurder. En het klikte! Daarmee werd de basis gelegd van een 150-jarig partnerschap tussen ‘t Land en de Opregte Steenwijker Courant.

Hoe de wereld er 150 Opregte jaren geleden uit zag en hoe men leefde, daarvan is nu moeilijk een voorstelling te maken. De natuur bepaalde in belangrijke mate het wel en wee in ‘t Land van de Steenwijker Courant. Diens grilligheid maakte de gemeenschap kwetsbaar. Waren het niet slechte weersomstandigheden, dan was er de kans om ten prooi te vallen aan de een of andere ziektegolf. En dit alles zonder daar ook maar iets tegen uit te kunnen richten.

Het Opregtegebied was uitgestrekt en ruig. Er was een Zuiderzee die haar kust  met regelmaat op de proef stelde. Heidevelden, bossen, akker- en weilanden, veengebieden, moerassen, polders en heel veel water vormden het decor van de talloze verspreid staande armetierige hutjes, huisjes, boerderijtjes, buurtschappen, gehuchten, dorpen, kolonie en stad. Door gebrekkige middelen van communicatie was het ook nog eens moeilijk te bereizen.

Blokzijl

Het Opregtegebied werd bestuurlijk afgedekt door een lappendeken van gemeenten. Blokzijl met 1.723 inwoners viel qua oppervlakte van 16 hectares de eer te beurt de kleinste gemeente van Nederland te zijn. En daar ging de kolk ook nog eens van af. Maar voor Noordwest-Overijssel van grote betekenis. De Steenwijkerkolk speelde in de doorvoer van goederen vanuit het Opregte-gebied een vooraanstaande rol. Die was zo belangrijk dat de provincie hierover de scepter zwaaide. ‘Onze haven, die wat hare lengte, breedte maar vooral diepte betreft, een der beste is, welke men aan de Zuiderzee vindt, ondergaat nog dagelijks verandering en verbetering. De groote sommen, die jaarlijks door de provincie worden verstrekt, worden voornamelijk besteed tot het veranderen van het houten paalwerk in ferme stenen glooijingen, waardoor men beter verzanding verhinderen kan en op den duur minder kosten heeft’, aldus de Opregte in 1869.

Zuiderzeedijk

De zeedijk tussen Blokzijl en Kuinre vormde de scherpe kunstmatige scheidslijn tussen ’t Land  en een nog ongetemde Zuiderzee, die haar invloed in het gehele gebied deed gelden. De dijk had een twijfelachtige reputatie: ‘In den laatsten tijd is in Blokzijl eene groote hoeveelheid steenen aangevoerd, die door ’t Dijkbestuur gebruikt zullen worden, tot voltooijing der steen glooijing aan den zeedijk van Blokzijl op Kuinre. Vooral in stormachtigen tijd veroorzaakt deze dijk nog al eens onrust in Blokzijl en omliggende plaatsen.  Dat de Zuiderzee kon spoken bewees zij in september. Een beurtschip uit Meppel voor anker tussen Schokland en Zwarte Water werd door de ‘hooglopende’ zee uit elkaar geslagen. De bemanning zocht levensbehoud in de mast, nadat ze eerst een zieke passagier in een kist omhoog hadden gehezen. Ze werden gered door een beurtschipper die voer van Steenwijk naar Amsterdam. In Blankenham zijn een 50 tal tonnen teer, verscheidene botervaten, kisten en balen, alsmede boomen, planken enzovoort aangespoeld alles afkomstig van de uiteengeslagen Meppeler beurtschip De strandvonders van Kuinre en Blankenham hebben alles in bewaring genomen.’

Blankenham

Blankenham was landschappelijk een stuk groter (1.694 hectares) dan Blokzijl maar kon met een inwonertal van 436 niet tippen aan haar buurgemeente. Echter, Blankenham was geheel in cultuur gebracht. Slechts tussen de Polderkade en Hamsgracht vond vervening plaats. Veeteelt was hoofdbron van bestaan. De bestuurszetel was in Kuinre gevestigd. Men deed men alles samen met Kuinre. Zo was burgemeester Harskamp èn burgemeester van Blankenham èn van Kuinre. Veldwachter Peel handhaafde de orde in beide gemeenten.

Kuinre

En dan zijn we in de uithoek van ‘t Opregteland beland. Het dorp bestond uit een lange regelmatig bebouwde straat waarvan de ‘vervloering’ net was afgerond. Kosten fl. 1.549,--. Ter weerszijden van deze dorpsstraat stroomden de belangrijke economische levensaders: ten oosten de Kromme Linde en westelijk het in 1843 gegraven Nieuwe Kanaal, die de Tjonger met de Zuiderzee verbond. Kuinre was een belangrijke invalshaven voor Friesland. Vanwege het voor Kuinre gelegen verraderlijke Wellerzand, lag de haveningang westelijk van het dorp. Iedere schipper wist de koers van invaren: noordnoordoost. Na nog ruim twee kilometer varen kwam men bij de sas in het dorp. Die was gebouwd om te voorkomen dat bij vloed de lage landen tussen Kuinre en Oldemarkt zouden onderlopen. Veel schippers zochten bij stormweer een veilig plaats achter de sluis. In tegenstelling tot Blokzijl draaide Kuinre zelf op voor het havenonderhoud: ‘De haven verkeert in eenen goeden toestand, derzelver diepgang bedraagt bij gewoon dagelijksch water 1,72 meter AP’. Toch kondigde zich in 1869 de teloorgang van Kuinre als havenplaats zich min of meer aan. “Minder is het gesteld met de twee havenhoofden, die zeer ontredderd zijn, vanwege de gemeente wordt telken jare zooveel gedáan als financieële krachten toelaten, om  de hoofden in bruikbare staat te houden, het onderhoud beliep over het jaar fl. 716,33. Subsidiën zijn alhier niet verleend.’ Het waren niet de enige kosten die de Kuunderse gemeenschap zich getrooste de Zuiderzee van het lijf te houden. Dekking werd onder andere gevonden door de verpachting van de haven- en diepgelden. Opbrengst 1.125,--. Met de gemeentefinanciën was het slecht gesteld. Een tijdelijke lening van fl. 1.500,-- diende om geene storing te ondergaan van het financieel beheer der gemeente.’

Oldemarkt

De Oldemarkers zaten in 1869 met de weg naar Steenwijk in hun maag. De tolinkomsten waren zeer gering, met als gevolg een slecht onderhouden wegdek en de onmogelijkheid van de wegbeheercommissie om de nog lopende lening af te lossen. Hiervoor draaide Oldemarkt op voor een derde deel. Jaarlijks fl. 300,--. Ook het Mallegat vergde een behoorlijke investering. Er was fl. 430,-- nodig om een deel van de houten paalregel te vervangen door een stenen muur. De haven speelde een vooraanstaande rol in de economie van ‘De Maark’. Het verhandelde goed op ’t Maark als vee, turf, hout en bovenal boter verdween via Mallegat en Linde naar een grote verscheidenheid aan bestemmingen. Friesland was een belangrijk achterland. De toenmalige Wetterstege (nu Frieseweg) vormde hierin een belangrijke schakel wat toen versterkt werd met de opening van de halte Peperga aan de in 1868 geopende spoorlijn Meppel-Heerenveen.

Steenwijkerwold

Onbetwist de grootste gemeente was Steenwijkerwold. Het telde in zijn uitgestrekte territorium een groot aantal buurtschappen en een verspreid levende bevolking die in 1869 5.992 zielen telde inclusief de 716 in Willemsoord. Van een echte hoofdplaats kon nog niet gesproken worden. Wel ontwikkelende Steenwijkerwold en Gelderingen zich, door de aanwezigheid van respectievelijk een hervormde en rooms-katholieke kerk tot één dorp. De bestuurszetel was aan de Markt in Steenwijk gevestigd. Voor het bestaan was de burgerij gericht op datgene wat de natuur voortbracht.  Veel arbeiders werkten in de veenderijen in Friesland. Het al verveende landschap bestond uit onnoemlijk veel uitgeveende plassen, die door sloten en vaarten in verbinding stonden met de Zuiderzee. In najaar en winter van 1869 had dit grote gevolgen. In die periode waren de lage landen een grote binnenzee. ‘In het gehucht Muggenbeet is het water tot zulk eene hoogte gestegen, dat verscheidene menschen het reeds in de woonkamer hebben staan en men elkaar hier en niet anders dan per punter kan bezoeken.’ Aan ’t Verlaat gonsde het 150 jaar terug nog van de activiteiten. Twee scheepswerven waren daar in bedrijf. In de loop van het jaar zijn er zes kleine vaartuigen gebouwd met een gezamenlijk tonnage van 24 en werden 51 vaartuigen hersteld. Voor gezamenlijke rekening met Steenwijk werd de Kallenkoterallee van een klinkerbestrating voorzien. Kosten fl. 21.722,--. Op 17 juli vond de openstelling voor passage plaats. Steenwijkerwold leende hiervoor fl. 4.000,--. Ook de Zanddijk die liep van Zuidveen naar de Giethoornschedijk werd verbeterd en van zijn slechte reputatie ontdaan door ophoging.

Giethoorn

Giethoorn, met z’n 1.691 inwoners, deed hetzelfde met de Giethoornschedijk (nu de oude Beulakerweg). De vervening verminderde waardoor de voor handende zijnde veenspecie kleiner werd. De uitgeveende plassen leverden daarentegen veel riet op wat een bestaan gaf aan veel armen. De landbouw was van weinig belang was. Vogelvangst en visserij gaf enkele Gietersen een bestaan. Enkele scheepswerven maakten bokken en punters. De kleinhandel en winkelnering was van weinig belang.

Steenwijk

De bakermat van de Opregte nam met zijn 4.343 inwoners een onbetwistbaar dominante positie in door de markt en een ruime winkelstand. De status van Steenwijk werd nog geaccentueerd door de , voor toenmalige begrippen, zware toren van de Sint-Clemenskerk .De stad begon zich van zijn strakke vestingkeurslijf te ontdoen. De westelijke wal was afgegraven en veranderd in een singel. De bebouwing ging richting Tuk, waaronder een gasfabriek. Het grote spoorstation lag ten noorden van de stad en alleen bereikbaar via de Eesveenseweg en de in 1868 in gebruik gestelde Stationsweg. Verder was er vooral ’s zomers sprake van een groene oase rondom Steenwijk. Een deel van de Steenwijker oefende  de land- en tuinbouw uit. Dit met als negatief hygiëne aspect de vele mestverzameling in de stad.

Bronvermeldingen in deel 4 van deze serie

Copyright foto's: Archief Henk Bruinenberg, Steenwijk

 

 

Auteur:Teun Smit

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.