image/svg+xml

Een lichte schedelbreuk… maar ik leef nog

Verhaal

Een lichte schedelbreuk… maar ik leef nog

Plaatje bij verhaal: fd026208_-_1916_sep_19_oefening_roode_kruis_midden_elis_h_.jpg

Honderd jaar geleden in de Zwolsche Courant

In de winter van 1917 gaat de loopgravenoorlog nog onverdroten door, maar ondanks alle ellende en alle verschrikkingen is er blijkbaar ruimte voor doldrieste heroïek, waar de krant dan weer dankbaar melding van maakt. Vanwege de moderne media ontstaat het fenomeen van de oorlogsfotograaf, honderd jaar later nog steeds een uiterst belangrijk beroep om ons thuis bij de kachel op de hoogte te houden van de ontmenselijking die onvermijdelijk met het oorlogsgeweld verbonden is. Eigenaardig genoeg hebben die fotografen ondanks alle horror waar ze dagelijks mee geconfronteerd worden ook nog een onblusbare dorst naar avontuur – blijkbaar voelen ze het leven op het slagveld als iets heel intensiefs: hoe dichter bij de dood, hoe intenser het leven. Denk ik.

 

In de krant van 10 januari 1917 wordt een stuk uit de Daily Express overgenomen, waarin een Amerikaanse cinema-fotograaf met trots en genoegen een aantal “narrow escapes” vertelt. Het begint met zijn niet te stoppen pogingen naar het front te komen, telkens wordt hij gearresteerd en teruggestuurd, maar uiteindelijk lukt het hem op een artillerie-trein te klauteren. Ik klom op een der vlakke wagons, waar ik onder het zeildoek, dat over een stuk veldgeschut lag, kroop en mij voor den nacht gereed maakte. Spoedig viel ik in slaap. En de volgende morgen was hij aan het front. Zo eenvoudig was dat.

Even eenvoudig was het, na een chocolade/sigaren-ruil met een regiment Highlanders mee te mogen naar het strijdtoneel. Jongen, wat was dat een dag!Terwijl de Highlanders op de Duitschers vuurden, werkte ik met vlijt aan mijn camera, want voor de eerste maal bemoeide niemand zich met mij. Dat ging zo ver, dat de fotograaf in de loopgraaf achter kon blijven toen de Schotten zich terug moesten trekken. Waarom in vredesnaam? Omdat ik een opname van een Duitschen aanval wilde maken. Nou, dat lukte, en onze fotograaf moest rennen voor zijn leven, verwachtte ieder moment een Duitsche bajonet in mijn rug, maar kwam toch in een Fransch linieregiment terecht en toen ging mijn haar weer vlak liggen. Maar voor ik op mijn sterfbed lig zal ik nooit zoo dicht bij den dood zijn geweest dan op dien dag. Eigenaardig, die verwachting van een “gewoon” sterfbed.

Want er volgen nog een paar sterke staaltjes bijna-dood-belevenissen. Bijvoorbeeld bij een overnachting in een wijnkelder, waar om hem heen vierentwintig Belgische soldaten door een projectiel uit een 42 cM kanon omkwamen, zonder dat de filmer of zijn materiaal in het ongerede raakten. Ook aan de Somme was hij dicht bij de dood, al had hij er zelf nauwelijks weet van. Ik kan u daaromtrent niet veel meer vertellen, dan dat iemand die opwindende gebeurtenissen wil meemaken nergens beter heen kan gaan dan daar. Opwindende gebeurtenissen meemaken – hier raakt de Amerikaan de kern van zijn oorlogsfascinatie… Tijdens het draaien van opnames achter de Engelse loopgraven ontplofte vlak bij een granaat, die mijn toestel aan stukken sloeg, terwijl ik zelf later met een lichte schedelbreuk wakker werd. Wat een “lichte schedelbreuk” inhoudt, weet ik niet, het lijkt me medisch geen deugdelijke diagnose, en in elk geval blijft daarin het psychische aspect onbesproken. Kijk maar: Maar ik leef nog en ben er nu aan gewend. Ik ben van dat alles gaan houden en daarom ga ik er weer heen. De oorlog als verslaving, de onstuitbare hang naar “opwindende gebeurtenissen”, het is een onbegrijpelijk iemand, die Amerikaanse oorlogsreporter.

Auteur:Sjaak Onderdelinden
Trefwoorden:Loopgravenoorlog, 1917, Oorlogsfotograaf, Amerikaanse cinema-fotograaf, Aan het front, Sjaak Onderdelinden

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.