image/svg+xml

Het Zuidbroek en de derde verlegging van de Wierdense Aa

Verhaal

Het Zuidbroek en de derde verlegging van de Wierdense Aa

  • Geplaatst door
Plaatje bij verhaal: foto_zuidbroek_04.jpg

De gemeente Wierden heeft al sinds de jaren 60 van de vorige eeuw plannen gehad om het gebied ten zuiden van de Grote Maat te bebouwen. Dit gebied, bekend als Het Zuidbroek, genoot daarnaast de belangstelling van de minister van Verkeer en Waterstaat, die in 1995 het tracé vaststelde voor het doortrekken van de A35. Al bij het afscheid van burgemeester Maaldrink in 1973 werd door de gemeente Wierden “sterk aangedrongen op een versnelde aanleg van het gedeelte van de geprojecteerde zuidelijke bandweg”. Deze dubbelbaans autosnelweg tussen het huidige eindpunt van de A35 bij Almelo tot aan de spoorlijn Deventer-Almelo bakent, samen met de aansluiting met de N36, de grenzen van de woonwijk in Het Zuidbroek af. Aanleg van de verlenging van de A35 is inmiddels gerealiseerd. De bouw van de circa 1.350 woningen in Het Zuidbroek is inmiddels behoorlijk gevorderd.

(Geactualiseerde versie van een artikel dat in 2005 werd gepubliceerd in WederAardigheden, het donateursblad van de Historische Kring Wederden te Wierden)

Centraal in dit landbouwgebied, van noord naar zuid, liggen zogenaamde beekdalgronden. Dit beekdal is in het noorden erg breed. De vruchtbare bodem bestaat voornamelijk uit beekeerdgrond, zwak lemig zand, afgewisseld met moerassige eerdgronden. De gronden rondom de Wierdense Aa, die tot omstreeks 1927 in het verlengde van de Hollander Graven lag, droegen al in de 19e eeuw namen die tot zeer recentelijk nog terug te vinden waren op de topografische kaarten. Het betreft de Kerkbouw- en hooilanden, de Kippershoek en ten oosten van de Wierdense Aa de Klumpershoek, de Dasselaarshoek en het Wendelgoor waarvan de laagte uit veengrond bestaat. Hoewel een deel van het gebied ten oosten van de Wierdense Aa tot de gemeente Almelo behoort, nemen we voor de volledigheid ook het gedeelte van het gebied mee dat tot de grenscorrectie van 2001 tot de gemeente Wierden behoorde; de gemeentegrens liep tot dat moment door het midden van de Wendelgoorse Beek vanaf een punt halverwege De Kleine Klumper en Erve Dasselman. Vanaf dit punt liep deze beek richting Beverdam om rechtstreeks in De Nieuwe Graven uit te monden.

Natte boel

Vanwege de lage ligging ten opzichte van de omgeving fungeert Het Zuidbroek van oudsher als verzamelgebied van water uit de omgeving. Water werd aangevoerd uit richtingen ten oosten van de hoge zandrug tussen Wierden en Daarle (Stouwesloot via de Wetering), Vriezenveen (rivier de Aa en Hollander Graven) en Almelo (Wendelgoorse beek en De Nieuwe Graven). Ook vanuit de Huurne werd water aangevoerd via de Hurener Goot, in de volksmond ook wel “De Götte” genaamd. Al dit water verzamelde zich in het Wendelgoor ter hoogte van het gemaal waardoor Het Zuidbroek bij een te grote aanvoer (beter gezegd: onvoldoende afvoer) van water, net als Het Noordbroek ten noorden van de weg Wierden-Almelo, regelmatig onder water liep. “Broek” staat trouwens voor “laaggelegen stuk land dat ’s winters geregeld onder water staat”. Opvallend is nog het feit dat de naam “Zuidbroek”, in tegenstelling tot de naam “Noordbroek”, niet op de gangbare topografische kaarten stond en staat vermeld.

Door deze overstromingen stond het gebied ten oosten van Wierden dan ook als “moerasachtig” te boek en kon men bij strenge winters van Almelo via Wierden naar Rijssen en van Goor langs Enter naar Almelo schaatsen zonder noemenswaardige obstakels tegen te komen; het was één onafzienbare ijsvlakte! Tot aan de Middeleeuwen was Almelo vanuit Wierden alleen bereikbaar met behulp van een veerbootje. In 1405 werd een overeenkomst gesloten inzake de aanleg van een dijk tussen Almelo en Wierden. De bekende streekhistoricus G.J. ter Kuile schreef eeuwen later dat Wierden zijn enige belangrijkheid ontleende aan het feit, dat van daar uit een dijk of zandweg (de weg werd pas in 1819 verhard) naar Almelo leidde, aan weerszijden door ondoorwaadbare moerassige streken begrensd! Zijn collega Snuif spreekt zelfs van “het watergat bij Wierden”!

Cornelis Pronk, een 18e eeuwse topografische tekenaar, zou omstreeks 1732 geschreven hebben: “Wierden een dorp in Overissel gelegen, een uur van Almeloo. Ter zijde van het dorp is veel laagland, dat bij vochtig weer meest onder water ligt. Op die verdronkene velden werd veel snoek gevangen, dat op dese manier gaat: den visser gaat over het onderstaande land, hebbende bij sig een van onder wijde korf van tienen gevlogten, daar hij jacht mede door ’t water gaande, den snoek alsoo bestolpt of die korf over hem heen set; en van boven open sijnde, dan soo levendig uyt den korf haalt, gelijk ikzelf in den jaare 1675 heb helpen doen en ook verschijde gevangen”. Aangezien Pronk leefde van 1691 tot 1759 kan hij echter moeilijk gezegd hebben dat hij “in den jaare 1675” iets gevangen heeft. Onduidelijk is dus wie deze snoek echt heeft “bestolpt”!

In de dijk tussen Almelo en Wierden bevonden zich volgens Kokhuis zes lange bruggen die nodig waren voor de waterbeheersing. Hoewel de grondeigenaren in de 19e eeuw over het algemeen blij waren met de jaarlijkse (winterse) overstromingen die er voor zorgden dat er een vruchtbaar laagje slib op de percelen achterbleef, waren zomervloeden gevreesd aangezien zij een bedreiging vormden voor vee en de hooioogsten.

Waterbeheer

Om het “waterprobleem” in het stroomgebied van de Regge in kaart te brengen werd, mede op aandringen van landbouwers en grondeigenaren, door Gedeputeerde Staten (GS) aan ene luitenant Th.J. Stieltjes opdracht gegeven om rapport uit te brengen over de situatie hetgeen in 1872 gebeurde. Hoewel dit rapport, met daarin onder andere plannen tot verbetering van de waterafvoer, een dankbaar studieobject was voor de autoriteiten zouden er nog vele kubieke meters water door de Wierdense Aa stromen voordat er ook daadwerkelijk iets zou gaan gebeuren. Het werk van een door GS ingestelde “commissie van wijze mannen” (met daarin onder andere notaris Jan Poulie uit Wierden) vorderde uiterst traag en leidde zelfs tot een actie onder de Twentse bevolking waarbij alleen al in Wierden 300 handtekeningen werden geplaatst op het zogenaamde “adres Stork” met als doel “om nu eindelijk eens met resultaten voor den dag te komen”! De maat was vol omdat Gedeputeerde Staten opnieuw had aangetoond de waterproblematiek in Twente niet echt serieus te nemen. In 1868 had zich namelijk een soortgelijke situatie voorgedaan toen inwoners van Twente zich tot “Zijne Majesteit den Koning” richten met het verzoek om bespoediging van de plannen tot verbetering van de Regge. Het moest zover komen ondanks het feit dat concrete plannen omtrent de verbetering van de waterstaatkundige toestand van de provincie Overijssel (opgesteld door de luitenants der Artillerie W. Staring en T.J. Stieltjes, notabene in opdracht van GS) al sinds 1848 klaar lagen!

Het “adres Stork” maakte blijkbaar toch enige indruk, want op 20 januari 1884 werd het Waterschap “De Regge” formeel opgericht! Dit Waterschap stelde zich ten doel “den stand en den loop van het water binnen den omvang van het Waterschap te verbeteren en te regelen”. Concrete resultaten zouden echter nog “even” uitblijven en vooruitlopend op daadwerkelijke actie namen B&W van Wierden op 25 juni 1886 het besluit om “de waterleiding langs het erve Beverdam te Ypelo in de richting van de Regge te doen in orde maken”. Het daadwerkelijke aanpassen van de dwarsprofielen (verdieping) door het Waterschap en het uitvoeren van afsnijdingen van de diverse waterlopen kreeg pas vanaf 1894 zijn beslag. Deze maatregelen hadden echter wel een gewenst effect; uit metingen van het Waterschap bij de brug bij ’t Exo blijkt dat in 1901 zelfs bij lagere waterstanden een duidelijk grotere hoeveelheid water (7 m³ per seconde) werd afgevoerd dan in 1895. Ook de realisatie van de Veeneleiding (voormalige Stouwesloot) in 1903, het aansluiten van zowel het Wierdense als het Almelose Noordbroek op deze Veeneleiding middels een duiker onder de spoordijk (ter hoogte van het recyclingbedrijf SITA) omstreeks 1907 en het aansluiten van de Hollander Graven op de Veeneleiding verkleinde het “waterprobleem rond Almelo” hoewel Wierden niet verschoont zou blijven van nieuwe overstromingen.

Een groep van zo’n 100 Wierdenaren stelde in 1910 dan ook voor om een nieuw kanaal vanuit de Stouwe langs de 1e Lageveldsweg via de Piksen naar Hancate te graven. Toen echter een nog grotere groep inwoners uit Ypelo en omgeving protesteerde tegen de hoge kosten van een dergelijk kanaal (bijna 350.000 Euro!) besliste het Hoofdbestuur van het Waterschap negatief op het graven van een dergelijk afwateringskanaal. Tot ver in de 20e eeuw stond het gebied ten zuidoosten van Wierden diverse malen blank; bekend zijn de overstromingen van 1926 en 1946. Pas met de realisatie van de ruilverkaveling en de aanleg van een gemaal (omstreeks 1966/1967) bij het punt waar de Wierdense Aa en De Nieuwe Graven overgaan in de Eksosche Aa behoren overstromingen van Het Zuidbroek definitief tot het verleden hoewel het gevaar voor overstromingen altijd zal blijven bestaan. Dat bleek nog in juli 1980 toen twee van de drie pijpen, die De Nieuwe Graven onder het Twentekanaal doorleiden, verstopt bleken te zijn waardoor een gebied ten oosten van het Twentekaneel blank kwam te staan; zelfs het terrein van de kinderboerderij in Almelo stond onder water! Na het ontstoppen van De Nieuwe Graven werd de kans op een nieuwe verstopping verkleind door de bouw van een automatische kroosvanger. Het peil van de Wierdense Aa wordt tegenwoordig op 7,50 meter +NAP gehouden. De grondwaterstanden in het gebied zijn heden ten dage onnatuurlijk laag vanwege de langdurige invloed van de drinkwaterwinning van Vitens (voorheen Waterleiding Maatschappij Overijssel - WMO) ten westen van Wierden en de bemaling van het gebied door het waterschap.

Het gemaal had vooral een functie om inundatie van het beekdal van de Wierdense Aa te voorkomen want het gebied kon veel water bergen; tussen de dijk van de Eksosche Aa en het laagste punt van Het Zuidbroek zit een hoogteverschil van ongeveer één meter. Voordat er woningen gebouwd werden is Het Zuidbroek, net als de Grote Maat destijds, opgehoogd met grote hoeveelheden zand. De Grote Maat is in de jaren ’40 opgehoogd met zand dat afkomstig was van de Enterweg nabij Langkamp en uit de buurt van Erve t’ Hesselink. Het zand werd per smalspoor langs de dijk van de Wierdense Aa vervoerd; het eindpunt van deze lijn lag ter hoogte van de westelijke inrit van de huidige Grote Maatweg. Het benodigde zand voor Het Zuidbroek is ten zuiden van de bebouwing afgegraven zodat aldaar een waterbuffer (retentiegebied) is ontstaan. De kern van het gebied heeft voor het grootste gedeelte een open karakter omdat de van oudsher aanwezige houtwallen grotendeels zijn verdwenen en vervangen zijn door weg- en erfbeplantingen. Het grootste deel van de nog aanwezige houtwallen langs bijvoorbeeld de Klumpershoekweg dateert van na de laatste ruilverkaveling.

Ruilverkaveling

Met de realisatie van een nieuwe woonwijk is het uiterlijk van Het Zuidbroek na ruim 40 jaar opnieuw ingrijpend veranderen. De eerste tekenen waren in 2005 de vele gekapte bomen, diverse bedrijfssluitingen, de afbraak van karakteristieke panden en de (gedwongen) verhuizingen naar elders. De laatste grote reorganisatie van het gebied vond in de jaren ’60 van de vorige eeuw plaats onder de naam “ruilverkaveling”. Naast de eerder genoemde verlegging van de Wierdense Aa en de bouw van een watergemaal werd destijds een aanzienlijk aantal sloten gedempt waardoor kleinere stukken grond konden worden samengevoegd tot grotere weilanden; op luchtfoto’s van de Topografische Dienst Kadaster van respectievelijk 1963 en 1973 zijn de verschillen zeer goed zichtbaar. Tevens veranderde de wegenstructuur van Het Zuidbroek, werd er bij Barfde een nieuwe (brede) brug over de Eksosche Aa gelegd ter vervanging van de oude (smalle) brug onder het gelijktijdige rechttrekken van de Ypeloweg. Ook verdwenen de bomen langs de Rijssensestraat vanwege de verbreding van de doorgaande weg en de gelijktijdige aanleg van een weg voor het langzame verkeer. Daarnaast werd gedurende deze periode de huidige Grote Maat en een groot gedeelte van Het Wierdense Noordbroek (Plan Oost) volgebouwd met woningen.

Auteur:C. Hoogendijk
Trefwoorden:Wierden, Zuidbroek, Wateroverlast, Doortrekking A35, Wierdense Aa, Waterbeheersing, Waterwinning, Hollander Graven, Nieuwe Graven
Periode:1870-2010
Locatie:Wierden gemeente

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.