1580 - Het ‘verraad’ van Rennenberg
De katholieke stadhouder Rennenberg loopt op 3 maart 1580 onverwacht over naar het Spaanse kamp. Hij roept de Overijsselaars op zich eveneens weer onder het gezag van Filips II te scharen.
Toevallig bezoekt op dat moment Willem van Oranje het gewest. De edelman vraagt twee dagen later tijdens een Statenvergadering in Kampen de aanwezigen met klem de opstandelingen niet in de steek te laten. Zijn pleidooi heeft het gewenste effect: de Staten van Overijssel beloven voortaan zesduizend gulden per maand bij te dragen aan de strijd. Ook zullen ze trouw samenwerken met de ondertekenaars van de Unie van Utrecht. Toch blijft het gewest een eigen koers varen. Wanneer de Staten-Generaal op 22 juli 1581 met de ‘Acte van Verlatinghe’ Filips II als landsheer afzweren, ontbreken afgezanten uit Overijssel.
Titelfoto: Handtekening van Willem van Oranje onder een op 14 oktober 1580 aan het stadsbestuur van Kampen verstuurde brief. (Gemeentearchief Kampen)
Auteur: | Jan ten Hove |
Trefwoorden: | Opstand, Tachtigjarige Oorlog; |
Personen: | Willem van Oranje, Graaf Van Rennenberg |
Periode: | 1580 |
Locatie: | Kampen, Overijssel |
Thema's: | Overijssel soeverein (1578-1795) |