image/svg+xml

De Tweede Wereldoorlog in Beerze

Verhaal

De Tweede Wereldoorlog in Beerze

Plaatje bij verhaal: img_3044.jpg

Interview van Jan Schottert (1928), die op 13 november 1943 Frank Ferrick naar zijn huis bracht. Ferrick was aan de andere zijde van de Vecht neergekomen.

De oorlog begint

“Op 10 mei 1940 hoorden we dat ze de bruggen richting Diffelen en Mariënberg opbliezen. Ook de brug over de Vecht – waar nu de N36 loopt – was opgeblazen. ’s Middags vroeg mijn vader of ik meeging om daar te kijken. We zagen toen de Duitsers op paarden over de doorwaadbare plek de Vecht oversteken. Ze gingen vervolgens verder richting Stegeren en ik denk Ommen.

Distributie

Het duurde enkele jaren voordat we de gevolgen van de oorlog begonnen te merken.  Het begon o.a. met het opgeven van het aantal koeien en varkens en de hoeveelheid rogge die we verbouwden. Als we dorsten was er ook een controleur bij. Gelukkig liep die af en toe weg, zodat we ook iets voor ons zelf konden houden. Zo brachten we ook een keer een zak rogge naar een kennis. De zak lag verstopt onder een lading mest. Ook hebben we zelf wel eens een varken geslacht. Die waren we denk ik “vergeten” op te geven.

Luchtoorlog

In de oorlogsjaren heb ik hier veel vliegtuigen over zien komen. Ook Duitse en Amerikaanse jagers erbij. Ik heb gezien dat ze luchtgevechten voerden. Op een dag – 10 februari 1944 – werden er drie Duitsers bijna tegelijk uit de lucht geschoten. Ze kwamen neer in Junne, aan de Beerzerhaar en richting Hardenberg.

Een Amerikaanse vlieger in huis

Op zaterdag 13 november 1943, rond het middaguur, was ik buiten aardappels aan het stomen voor de varkens. Het was volgens mij mooi weer. Ik hoorde en zag toen een bommenwerper tussen ons huis en de Vecht overkomen. Ik weet niet meer of het toen in de brand stond of niet. Wel weet ik dat dit vliegtuig boven Arriën is ontploft. Rond die tijd zag ik plotseling een parachutist, die aan de overkant van de Vecht in de buurt van de Karshoek neerkwam. Ik ben toen meteen met mijn broer en Schoenmaker naar de roeiboot van Bentinck gegaan. We zijn naar de overkant geroeid en daar zat de parachutist tegen een boom aan een sigaretje te roken. Hij wilde zijn parachute begraven, maar die hebben we ook meegenomen in de boot. De vlieger – een hele jonge knaap – had zijn enkel bezeerd. Oma Meulman heeft hem een verband om zijn hoofd gedaan. Wij wisten niet wat we met hem aan moesten en de man maakte ons duidelijk dat we hem maar moesten aangeven. Mijn oma is daarna naar Jans Kist in Beerze gegaan, die toen al telefoon had. Ze heeft toen de burgemeester gebeld. Even later kwam de burgemeester samen met de marechaussee Van Zanten. Zij hebben de vlieger toen meegenomen. Hij wilde ons zijn pistool geven, maar dat hebben we geweigerd. Voordat de burgemeester hier was fietste er al een Duitse soldaat voor het huis langs, die keek naar ons huis maar niet binnen is geweest. Dat was waarschijnlijk een van de Duitsers die bij de coöperatie in Mariënberg zaten en daar zware mitrailleurs hadden. Als ze op vliegtuigen schoten kwamen hier rond het huis de kogels wel eens neer. Er zijn hier ook wel banden met patronen neergekomen. Ook benzinetanks die door jagers waren afgeworpen."

 

Auteur:Sir Schokkenbroek
Trefwoorden:Beerze, Droppings, Illegaliteit, Bommenwerpers, Pilotenhulp, USAAF, Oorlogsvliegtuigen
Personen:Jan Schottert, Nering Bögel
Periode:1940-1945
Locatie:Beerze, NL, Boerderij, Beerze, Marsdijk 7

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.