image/svg+xml

Harm Tuten: 'Mijn grootste fout ooit is dat ik van trekkerboer naar paardenboer ben gegaan'

Verhaal

Harm Tuten: 'Mijn grootste fout ooit is dat ik van trekkerboer naar paardenboer ben gegaan'

Plaatje bij verhaal: boeren_013.jpg

'Na Jansen ben ik naar Gerrit Kloosterboer gegaan aan de Raalterweg. Ik wou weg bij Jansen. Ik had er meer dan genoeg van. Kloosterboer had wel 30 bunder land en 30 koeien. Mijn vader zegt: “Kan je nog een beetje verdienen?” Ik zeg: “80 gulden in de week en dan ben ik om de week ‘s zaterdagsmiddags om 12 uur vrij tot maandagmorgen.” De andere week moest ik ‘s zaterdags en ‘s zondags melken. Hij keek mij aan en zei: “Dat durf jij te vragen, snotneus?” Ik was 23 jaar. 80 gulden in de week was toen veel geld.

De grootste fout die ik ooit gemaakt heb, is dat ik van een trekkerboer naar een paardenboer gegaan ben. Dan is het toch net alsof je een klap voor de kop krijgt. De kamp van Kloosterboer was - schat ik - zo'n 300 meter. Een zeven bunder was dat. Als je dan moest ploegen, liep je daar dagen! Terwijl ik voorheen op de trekker met een tweescharige ploeg er gewoon bij kon blijven zitten. Mijn vader was een echte paardenkerel: hij kon goed met paarden overweg. Voor mij was het een achteruitgang. Daarom ben ik ook maar een jaar bij Kloosterboer geweest. Ik voelde veel voor mechanisatie. Het werd er een stuk makkelijker van. Kloosterboer besteedde het werk liever uit. Hij heeft dat jaar voor het eerst een combine gebruikt voor het oogsten van het graan. Dan hoef je ook niet naar de buurman om te dorsen. Daar was ik hem te duur voor. Hij had ook als één van de eersten maïs op het land staan. Dat was iets heel aparts in die tijd. Dat had geen mens in die omgeving.

Je moest hard werken, maar ik ben er altijd met plezier heen gegaan. Toen ik er voor het eerst kwam, zei hij: “Is er ook iets wat je niet lust?” “Ja”, zeg ik, “ik ben allergisch voor vis.” Ik eet nog altijd geen vis. “Dan heb je pech”, zei Jennegien, “want eenmaal in de week eten wij vis. Op vrijdag gaan we naar de markt om een visje te halen.” Maar de eerste vrijdag kreeg ik een halve metworst. Iedere keer als zij vis aten, kreeg ik een halve metworst. Ik zei tegen Jennegien: “Je mag wel tweemaal in de week vis eten.”'

Trefwoorden:Trekker, Personeel, Project Streekcultuur, Bedrijf
Periode:1960-1961
Locatie:Diepenveen
Thema's:Personeel

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.