image/svg+xml

Dries Eker: 'Je was de hele zaterdagmiddag bezig om die schuit leeg te prikken'

Verhaal

Dries Eker: 'Je was de hele zaterdagmiddag bezig om die schuit leeg te prikken'

Plaatje bij verhaal: het_hooi_wordt_per_bok_over_het_water_binnengehaald._rechts_dries_eker._begin_jaren_negentig_0.jpg

'Achter de stal heb ik nog een hooiberg staan. Die had ik weleens tot aan de nok toe vol zitten. Hooien kostte altijd veel tijd. Ik moest alles met de boot van het land naar huis toe halen. Om het gemaaide gras te laten drogen maakten we in het land oppers en die vervoerden we per boot hier naar toe. Je moest met twee man zo’n opper tillen en dan liep je over een plank de boot in. Dat was zwaar werk. Soms stapelden we wel drie oppers op elkaar, zo hoog moest je tillen. Later schoven we het hooi op een bult richting de boot met de trekker.

In de bok pasten ongeveer twintig stapels van drie oppers hoog. Als je een grote boot had, gingen er dus makkelijk een stuk of zestig in. Maar dan was je thuis ook wel bijna de hele zaterdagmiddag bezig om die schuit leeg te prikken. Op die manier was je de hele zomer wel bezig met hooien, stukje voor stukje. Het was toen nog gewoon los hooi. We maakten thuis ook weleens een klein kuilbultje zo aan de kant van de wal. Met wat plastic eroverheen en een beetje grond er bovenop. Later kreeg ik pakjes. Die haalde ik ook naar huis met de bok en brachten we naar boven in de hooiberg met een transporteur. Dat is zo’n lopende band waar je de pakjes op kon zetten.

Als je met een boot vol met hooi voer, moest je altijd oppassen. Als het regende en het werd zwaarder, dan ging het allemaal één kant op hangen en kon je haast niks meer. Bij het inladen moest je daar goed rekening mee houden! Je moest er ook op letten dat het hooi niet over de kant hing en in het water kwam als je voer. Als dat hooi het water opzoog, werd de vracht steeds zwaarder. Dan voer je jezelf kapot. Je kon het er dan beter maar afplukken. Dat deed je gewoon bij de wal. Eerst de ene kant van de boot, daarna draaide je hem om en kon je de andere kant doen. Mijn vader had vroeger voor de zekerheid altijd een groot stuk zeil bij zich. Dat zette hij dan op de bok, zodat het wind kon vangen. Daar werd het varen een stuk lichter van! Anders moest je alles met de vaarboom doen. En als het regende was zo’n zeil ook handig, want dan kon je er onder schuilen.

Als het hooi te nat werd, had je kans op hooibroei. Daar moest je altijd goed verdacht op zijn. Ik heb het zelf vaak genoeg gehad. Ik weet nog dat ik een keer een bunder of drie gemaaid had en ik dacht ik laat het mooi op het land liggen. Als ik ging melken, kwam ik altijd langs dat stukje land. Dan zag ik wel eens zo’n rookpluimpje eruit komen, allemaal van de broei natuurlijk. Maar toen een keer op een morgen: de vlammen eronder! Dan kun je er niks meer aan doen en ben je alles kwijt. Ik geloof dat ik daarvoor verzekerd was. Ik heb er toen nog wel geld voor gekregen. Dat was gewoon op het land, maar hier thuis had ook weleens van de zwarte brandplekken in het hooi. Alleen is het nooit helemaal in de fik gegaan. Maar je moest er altijd goed op letten! Het enige wat je kon doen was er een groot gat in maken en hopen dat het niet in de brand vloog. Maar daar moest je ook weer voorzichtig mee zijn, want als er teveel zuurstof bij kwam kon het alsnog in de fik vliegen.'

Trefwoorden:Voederwinning, Bedrijf, Project Streekcultuur
Periode:1950-2000
Locatie:Dwarsgracht
Thema's:Voederwinning

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.