image/svg+xml

Landgoed Weldam

Verhaal

Landgoed Weldam

  • Geplaatst door
Plaatje bij verhaal: LL-WDM_03aug.2022_0022.jpg

Men kan nobel zijn zonder van adel te zijn.

 

Het verhaal van Charlotte Solms en Carl Moll

 

Van Ripperda tot Solms-Sonnenwalde

Omgeven door bos, akkers en weilanden staat in het gevarieerde en rustige coulisselandschap in Zuidwest-Twente al eeuwenlang kasteel Weldam met een zeventiende-eeuwse classicistische voorgevel uit Bentheimer zandsteen en twee zijvleugels. In dezelfde tijd zijn ook de poort en het voorplein tot stand gekomen. Tot op de dag van vandaag zijn kasteel Weldam, omgeven door een gracht, en het bijbehorende landgoed van 1.700 hectare, particulier bezit. In 1751 overleed de toenmalige eigenaar Maurits Ripperda tot Vorden kinderloos. Unico Wilhelm graaf van Wassenaer Obdam, heer van Twickel, erfde het kasteel, waardoor na ruim twee eeuwen, Weldam en het nabijgelegen landgoed Twickel weer herenigd werden. Na een stevige opknapbeurt werd Weldam langdurig verhuurd of het stond leeg met als gevolg dat het huis in de negentiende eeuw steeds meer in verval raakte. Na het overlijden van Marie Cornélie gravin van Wassenaer Obdam, erfde haar echtgenoot Jacob Derk Carel baron van Heeckeren van Wassenaer de beide landgoederen. Uit zijn tweede huwelijk met Isabelle Antoinette barones Sloet van Stoutenburg werden drie kinderen geboren: George, Rodolphe en Maria Cornelia. Het jaar 1877 was een belangrijk jaar, want toen huwde Maria (Mary) Cornelia gravin van Heeckeren van Wassenaer met Willem Carel Philip Otto graaf van Aldenburg Bentinck en Waldeck-Limpurg. Mary kreeg Weldam mee en haar broer Rodolphe erfde Twickel, omdat zijn oudere broer George al op jonge leeftijd was overleden. De beide landgoederen Twickel en Weldam werden zodoende weer van elkaar gescheiden. Het jonge echtpaar Mary en Willem renoveerde en verbouwde het kasteel en ze lieten de tuin aanleggen tot wat het nu nog is. Zij bewoonden ook het huis. In 1914 huwde een van hun dochters, Isabella Antoinette Marie Clementine met Wilhelm Theodor Friedrich Graf zu Solms-Sonnenwalde, waardoor zowel de naam als de kleuren (blauw-geel) van zijn familie werd verbonden met landgoed Weldam. Hun jongste zoon, Alfred Otto Friedrich (1932-februari 2022), erfde Weldam in de tachtiger jaren van de vorige eeuw en droeg het vervolgens in 2018 over aan zijn oudste dochter, Maria Charlotte Sophie.

Kasteel Weldam Foto: Leontine Lamers) 

 

Levensverhalen in de bibliotheek

Na opening van de deur door de huidige bewoners van kasteel Weldam, Charlotte (28) en Carl (29), wordt de interviewer met een hartelijk welkom begroet. Het jonge echtpaar neemt in de bibliotheek plaats in de fauteuils aan weerszijden van een grote ovale, zwarte potkachel met daartegenover een bank, bekleed met bloemstof. Daartussen de tafel, rijk gevuld met twee stapels boeken over onder meer de geschiedenis van landgoed Weldam. Boven Charlotte en Carl hangen de portretten van Caroline Mechtild Emma Charlotte Christina Louise gräfin zu Waldeck und Pyrmont (1826-1899) en Carel Anton Ferdinand graaf van Aldenburg Bentinck (1792-1864), de ouders van Willem (1848-1912) die met zijn vrouw Mary (1855-1912) kasteel Weldam in 1879 lieten verbouwen tot wat het huis nu nog is, inclusief een nieuwe zware vierkante toren en een rankere achtkantige toren aan de achterkant van het kasteel. Ook hebben ze de tuin van Weldam opnieuw laten aanleggen in formele Franse stijl door de Parijse tuinarchitect, Edouard André, die de opdracht liet uitvoeren door zijn leerling Hugo Poortman. Vanuit de bibliotheek zijn de parterre, de broderie en de berceau goed te zien. In deze kamer, die geschiedenis en traditie ademt, vertellen Charlotte en Carl hun levensverhaal.

Charlotte: ‘tot mijn twaalfde ben ik hoofdzakelijk op Weldam grootgebracht, afgewisseld met perioden in Schotland en Duitsland, samen met mijn ouders en twee zussen. Vanaf mijn twaalfde volgde ik zes jaar lang het middelbaar onderwijs op een kostschool in Schotland. Daarna studeerde ik rechten in Utrecht en rondde ik deze studie af met een master aan de University of Edinburgh.’ Tijdens haar studie in Utrecht, leerde Charlotte Carl kennen. Na haar studie, werkte ze enkele jaren als advocaat in Enschede. In augustus 2019 zijn Carl en Charlotte getrouwd.

Ook haar vader Alfred Otto Friedrich Graf zu Solms-Sonnenwalde heeft op jonge leeftijd in Schotland op kostschool gezeten. Zijn moeder Isabella (Isabelle) Antoinette Marie Clementine gravin Bentinck (1889-1981) was van Engels-Nederlandse afkomst. Door haar huwelijk met Wilhelm Theodor Friedrich Graf zu Solms-Sonnenwalde (1886-1981) verkreeg ze de Duitse nationaliteit. Direct na de Tweede Wereldoorlog werd landgoed Sonnenwalde, dat in voormalig Oost-Duitsland ligt, door de communisten in beslag genomen. De grootouders van Charlotte vluchtten met hun dochter en zoon naar Lage, vlak over de grens bij Denekamp, waar de familie bezittingen had. Een van de broers van Isabelle, Frederik, had Weldam geërfd. Hij overleed tijdens de Tweede Wereldoorlog en het landgoed werd verdeeld onder zijn broer en zussen, waaronder Isabelle. Omdat Isabelle, door haar huwelijk, de Duitse nationaliteit had, verviel haar deel van het landgoed door het overheidsbesluit "Vijandelijk Vermogen" aan de Nederlandse Staat. Isabelle’s (schoon)familie was in de oorlog echter anti-nazigezind waardoor Isabelle haar deel van de geconfisqueerde eigendommen weer terug kreeg. In de jaren vijftig van de vorige eeuw trokken Isabelle en Wilhelm, samen met hun zoon Alfred, de vader van Charlotte, in het kasteel. De zus van Alfred, Marie-Hélène, leefde in Duitsland met haar echtgenoot Günther von Bunau. Isabelle en Wilhelm hadden voor de Tweede Wereldoorlog hun zoon Otto en dochter Rosie verloren.

Charlotte: ‘Door mijn opvoeding en achtergrond voel ik me verbonden met de Nederlandse, Duitse en Engelse cultuur. Ik merk dat ik dingen graag zorgvuldig voorbereid en doelgericht en praktisch wil handelen. Daarin ben ik anders dan Carl, die door zijn opvoeding en achtergrond verbonden is met de Nederlandse, Franse en Oostenrijkse cultuur.’

Charlotte Solms en Carl Moll (Foto: Leontine Lamers)

 

‘Dat klopt, in tegenstelling tot Charlotte, heb ik vaak moeite om ergens op tijd te komen, vult Carl met een glimlach aan. ‘Mijn grootmoeder van moeders zijde is Frans en paste veel op mijn zusje en mij toen wij klein waren en mijn ouders werkten, waardoor wij altijd goed contact met haar hebben onderhouden. Daardoor heb ik in mijn opvoeding veel Franse invloed meegekregen. Zo kregen mijn zusje en ik van grootmoeder de gewoonte mee om warm te lunchen en we leerden van haar hoe belangrijk bepaalde omgangsvormen zijn.” Charlotte, ‘Ik geniet elke keer van jouw verhaal in de supermarkt. Zou je dat nog eens willen vertellen? Carl, ‘Mijn zusje en ik gingen altijd mee als mijn grootmoeder boodschappen deed. Wij hielpen dan met het dragen van de boodschappen en werden door grootmoeder aangespoord om tegen de mensen in de winkel goedendag mevrouw en dank u wel mevrouw te zeggen. Gekscherend werd dan ook wel eens over ons gezegd: Ah, daar is weer die mevrouw met die Frans gedresseerde aapjes.’ Grootmoeder, Ariane Thérèse Elisabeth Vuillaume-Connor (1939-2022), groeide op in onder meer Parijs als dochter van een Franse diplomaat. Toen haar vader consul was voor Frankrijk in Amsterdam, ontmoette zij Carl’s grootvader, Carl Josef Maria Thole (1932-1978) die met zijn ouders, broer en zussen vanwege de Tweede Wereldoorlog uit Wenen was gevlucht om in Nederland te gaan wonen. Carl en Ariane trouwden en gingen wonen in het Gooi waar ook Carls familie leefde. Zodoende groeide ook de jongere Carl, Charlottes echtgenoot, op in het Gooi.

Carl, ‘mijn grootmoeder was docent Franse literatuur en cultuur en heeft dat ook aan mijn zusje en mij bijgebracht. Tijdens mijn studie rechten in Utrecht, koos ik daarom voor een studiejaar in Parijs. Dat was een hele mooie tijd, waaraan ik goede vrienden heb overgehouden. Uiteindelijk koos ik voor Nederland om te blijven wonen. In Nederland, en vooral hier in Twente, ben ik samen met Charlotte zeer gelukkig.’ Carl is nu vijf jaar als advocaat werkzaam in Amsterdam en zet zich daarnaast in voor landgoed Weldam. Ook in zijn familie is door de periode rondom de Tweede Wereldoorlog veel veranderd. Betovergrootvader, Rudolf von Gutmann, was een Oostenrijker van Joodse afkomst. Enkele uren voor de Anschluss vluchtte hij naar Canada, onder achterlating van zijn bezittingen, waaronder bedrijven, een bank en een grote kunstverzameling. De voorouders van Rudolf Ritter von Gutmann (1880-1966) leefden in de negentiende eeuw in het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk en bouwden een vermogen op in de kolen- en staalindustrie. Voor het welzijn van de arbeiders werd veel belangstelling getoond door te zorgen voor goede woningen en andere levensvoorzieningen. Mede vanwege hun sociale bewogenheid werd de familie geridderd en in de adelstand verheven. Samen met zijn broer bezat Rudolf ongeveer 50.000 hectare land in Oostenrijk. Na de Tweede Wereldoorlog behield Carls familie het jachtgebied en huis Ramspach, een gebied van 800 hectare, in de deelstaat Steiermark in Oostenrijk, dat toebehoorde aan Carls overgrootmoeder, Eléonore Maria Karola Elisabeth Rudolfina von Gutmann (1902-1981).

Carl, “een meerderheid van mijn familie besloot helaas om Ramspach in 2016 te verkopen. Mijn moeder, zus en ik waren het niet eens met dit besluit maar hebben ons erbij moeten neerleggen. Ik bewaar aan Ramspach nog zeer dierbare herinneringen. Voor mij is het de mooiste plek op aarde, een gebied in de bergen dat bestaat uit dalen met reeën en beken met forellen, bossen en de mooiste edelherten en de alm omringd door bergtoppen van 2.000 meter met gemzen en marmotten. Wij hebben gelukkig nog steeds een goede band met onze jachtopziener en zijn familie in Steiermark. Door de verkoop is Ramspach nog slechts een herinnering en kan ik in dat opzicht niets doorgeven aan de volgende generatie.

Charlotte: ‘Wij realiseren ons door de geschiedenis van de familie van Carl en die van mijn familie in voormalig Oost-Duitsland hoe snel men iets kan verliezen. Mijn wens is om het landgoed zo goed mogelijk te beheren zodat het toekomstbestendig blijft en kan worden doorgegeven aan de volgende generatie. Carl, ‘meer dan – denk ik – in de Randstad voelen mensen zich hier in Twente verbonden met de plek waar ze wonen. Meerdere generaties leven in hetzelfde gebied, of op dezelfde plek, zoals de boeren in deze omgeving. Die verbondenheid met een plek vind ik zeer waardevol. Charlotte: ‘toen we trouwden hebben we alle Weldammers, dat wil zeggen de medewerkers, huurders, (erf)pachters, jagers en anderen die verbonden zijn aan het landgoed, uitgenodigd. Wij vinden het belangrijk om deze verbondenheid te behouden en voort te zetten.’ Carl: ‘het is goed om het mooie te behouden, zoals de verbondenheid met de mensen, de historische gebouwen en het landschap.’ Charlotte beaamt dit: ‘veel mensen werken al lang op en voor landgoed Weldam. Het leven is geven en nemen en we prijzen ons gelukkig met de mensen om ons heen en de liefde die zij hebben voor het landgoed, waardoor het beheer ook een gezamenlijk project is. Mijn vader zei altijd, dat je bepaalde dingen, zoals de (moes)tuin en de aanplant van bomen aan diegenen moet overlaten die er verstand van hebben, evenals de aanschaf van goed werkmateriaal. Rentmeester Jan Zandvoort is goud waard. Wij drieën overleggen veel en Jan heeft ons geleerd dat de tijd soms vanzelf oplossingen brengt.’

Carl vult aan: ‘een landgoed beheren, vereist planning op lange termijn. Dat geldt ook voor het vraagstuk van de landbouw in verhouding met de natuur en het milieu.’ Als voorbeeld noemt hij de heersende letterzetterplaag waardoor veertig hectare bos verloren is geraakt. Om dit soort grote problemen op te lossen, is lange termijn beleid nodig. Snelle oplossingen lossen het echte probleem vaak niet op en kunnen soms juist meer schade aanrichten.

Buxusspel (Foto: Leontine Lamers)

 

 

Kasteel Weldam en landgoedbeheer

Kasteel Weldam met zijn twee torenkamers dateert in de huidige vorm sinds 1879. Charlotte en Carl willen graag verbeteringen aanbrengen op het gebied van materiaalgebruik en duurzaamheid, maar op een gepaste, geleidelijke en doordachte manier. Het huis draagt geschiedenis mee en sfeer. Veel voorwerpen zoals meubilair, boeken en schilderijen hebben emotionele waarde voor de familieleden.

Charlotte: ‘hoewel wij nu in het huis wonen, willen we ook rekening houden met mijn moeder en mijn twee zussen, Caroline en Isabelle, die zich hier thuis moeten blijven voelen.’ Niet alle kamers zijn te verwarmen, of zijn goed te isoleren. De bewoners staan er niet zo bij stil, omdat het altijd zo is geweest. Welke kamers bruikbaar zijn, hangt af van het seizoen, zoals de torenkamers waar geen verwarming is en die daarom in principe alleen in de zomertijd kunnen worden gebruikt. Voor ontvangst van mensen worden verschillende kamers gebruikt. Charlotte, ‘nu zitten we in de bibliotheek, deze is sfeervol en goed te verwarmen. Met vrienden zitten we ook graag in de keuken, beneden in het onderhuis.’

Carl, ’voor het aanbrengen van verbeteringen nemen we de tijd en soms komen daardoor vanzelf ook oplossingen, zoals nieuwe innovaties op het gebied van duurzaamheid. Ook is het goed om tijd te nemen voor het uitvoeren van kleine aanpassingen en vernieuwingen, zodat je eerst kan uitproberen hoe kamers het beste tot hun recht komen. Het belangrijkste daarbij – vinden wij – is dat de  historische waarde wordt gerespecteerd. Dat maakt het soms lastiger dan wanneer je vanaf nul zou beginnen en alles opnieuw zou kunnen inrichten. Maar dat is juist ook de charme van zo’n huis.’ Ook in het beheer van het landgoed staat traditie en respect voor het verleden voorop, maar er is eveneens plek voor visieverandering en vernieuwing. De landbouwgrond wordt verpacht aan 25 pachtboeren die rendabel moeten kunnen werken om hun gezin te onderhouden en die toekomstperspectief moeten houden. De boeren zijn verenigd in een pachters commissie. Gezamenlijk met de pachters commissie doet Weldam mee aan een regeling van de overheid om meer te leren over duurzame landbouw.

Charlotte, ‘wij zijn niet de experts en willen ons niet paternalistisch opstellen, maar wij willen zorg dragen voor goede communicatie en helpen met bijsturen als het in ons vermogen ligt. Evenals mijn vader en onze generaties daarvoor, willen wij ons in ieder geval inzetten voor het behoud van het landgoed. Carl, ‘het is goed om veel te overleggen en weloverwogen besluiten te nemen voor de lange termijn, waarbij de boeren mogelijkheden behouden voor hun toekomst.

Adel en titels

Charlotte: ‘de Duitse titel Gräfin hoort bij mijn achternaam Solms-Sonnenwalde en kreeg ik vanaf mijn geboorte via mijn vader.’ Haar grootouders en vader, geboren in 1932, moesten vluchten voor het communisme en zijn daardoor alles kwijtgeraakt. Door de oorlog leefden haar vader, zijn ouders en zijn zus eenvoudig en bescheiden. Charlotte: ‘evenals mijn vader hecht ik geen waarde aan de adellijke titel. Het is mijn achternaam, maar meer ook niet. Het is ook niet altijd prettig of gepast, vind ik. Ik kan moeilijk omschrijven wat het precies is, maar als mensen van mijn titel weten dan heb ik af en toe toch het gevoel dat hun gedrag tegenover mij verandert. Alsof ik anders gezien word dan zonder titel. ’Volgens haar is in Nederland de samenleving anders dan die in Duitsland, minder hiërarchisch en gelaagd. Huwelijken vinden meer gemengd plaats. ‘Mijn vader is getrouwd met een niet-adellijke vrouw en ook Carl draagt geen titel’, geeft ze als voorbeeld.

Carl: ‘ik ben niet van adel en voel me volledig thuis en gewaardeerd in de familie van Charlotte, zowel in Nederland als in Duitsland. ’Carl legt uit dat in de omliggende landen, zoals Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk, de adelstand is afgeschaft, maar aan het dragen van een titel nog steeds waarde wordt gehecht. In Nederland is de adelstand behouden, maar hier wordt juist minder waarde toegekend aan het feit of iemand al dan niet van adel is.

Charlotte: ‘in Engeland krijgt alleen de oudste zoon van het gezin de adellijke titel erfelijk overgedragen. Wat daar misschien wel eerder een belangrijke rol speelt, is de familie afkomst en opvoeding.’ Voor zowel Charlotte als Carl, die een vergelijkbare opvoeding hebben genoten, geldt dat de waarden en normen die je meekrijgt in de opvoeding belangrijker zijn en geen direct verband houden met een adellijke titel. Zoals Charlotte het verwoordt: ‘men kan nobel zijn zonder van adel te zijn.’

Rien de Vries

Auteur:Rien de Vries
Trefwoorden:Landgoedeigenaren aan het woord, Landgoedbewoners
Personen:Charlotte Solms, Carl Moll

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.