image/svg+xml

Landgoed Rechteren

Verhaal

Landgoed Rechteren

  • Geplaatst door
Plaatje bij verhaal: 1 Christiaan A.  graaf van Rechteren 2.jpg

“Ik wil kasteel Rechteren met het landgoed In navolging van mijn voorouders zo goed mogelijk beheren voor het nageslacht van de familie van Rechteren.”

Christiaan A. graaf van Rechteren Limpurg

 

 “Ik wil kasteel Rechteren met het landgoed in navolging van mijn voorouders

zo goed mogelijk beheren voor het nageslacht van de familie van Rechteren.”

Kasteel Rechteren nabij Dalfsen (Foto: Arie Tinbergen)

 


Verhuizen en aanpassen

Christiaan van Rechteren Limpurg (07-01-1971) erft in 2016 kasteel en landgoed Rechteren bij Dalfsen. Het historische landgoed is 1200 ha. groot, waarvan de helft uit bos bestaat. Ongeveer 550 ha. is verpacht aan zeven nog in bedrijf zijnde hoeven en dertien als woning verhuurde boerderijen. Met zijn vrouw Willemijn de Muinck Keizer (45) en hun vier kinderen Alexander (15), Florian (13), Samuel (11) en Nicolaas (8), namen die Europees makkelijk in het gehoor liggen, hebben ze vanaf 2013 hun intrek genomen in de boerderij achter het kasteel. “Daar leef je makkelijker en vrijer dan op het kasteel”, zo verklaart Christiaan. “Of we later in het kasteel gaan wonen, daarover is geen beslissing genomen. Voorlopig bevalt het leven op de boerderij prima.” Hoewel zijn ouders Adolph (Dolph) Frederik Lodewijk en Elizabeth Buis huize Almelo, een havezate in de kom van Almelo, bewonen, heeft Christiaan het grootste deel van zijn leven buiten deze landhuizen vertoefd in woningen te Amsterdam en Londen. Tot zijn negende jaar leefde hij in Amsterdam in diverse huizen. Vader Dolph legde zich toe op de aankoop en restauratie van oude panden die onder de monumentenzorg vielen, om deze daarna te verkopen. “Telkens namen we als gezin intrek in ėėn van de te restaureren panden tot deze werd verkocht”, vertelde Christiaan. “Omdat de verhuizingen plaats vonden in het centrum van de stad kon ik op dezelfde school blijven en hield ik dezelfde vriendjes.” Zo leerde Christiaan zich al vroeg aan te passen aan wisselende leefruimtes, iets wat zijn vader in nog sterkere mate heeft gekend. Als kind van een diplomaat verhuisde Dolph van de ene hoofdstad naar de andere: Berlijn (zijn geboortestad), Tokio, Washington en Caïro. “Mijn vader paste zich aan door hard te werken en te leren uit de praktijk: na de studie rechten werkte hij in de internationale bankenwereld. Daarna koos hij voor het vastgoedbeheer, om vervolgens te werken bij het gerenommeerde veilinghuis Christie’s in Amsterdam en Londen”, vertelde Christiaan. De belangstelling voor schoonheid in de kunst en leren vanuit de praktijk lijken vader en zoon met elkaar gemeen te hebben, zoals zal blijken uit de loopbaan van Christiaan.

 

Engelse kostschool en beroepskeuze in Nederland

Doordat het gezin in 1980 naar Londen verhuisde, waar vader Dolph de ‘Christie’s Fine Arts Course’ volgde, maakte Christiaan zijn basisonderwijs af op een kleine privė school in Londen; in de laatste groep bleef hij met drie andere buitenlandse kinderen over. “Dat was een mooie tijd met veel vrijheid, maar ook strenge regels”, vertelde hij. “Ik was dertien jaar en mijn ouders verhuisden terug naar Nederland om in huize Almelo te gaan wonen, waar mijn grootvader Adolph Frederik verbleef. Ik zag het niet zitten om als enige kind van de familie van Rechteren het voortgezet onderwijs in Almelo te volgen, bang om erop aangezien te worden. Na enig aandringen mocht ik op een kostschool in de buurt van Londen het middelbaar onderwijs afmaken. De eerste twee jaren waren een shock, het ontbrak bij de Engelse leerlingen aan warmte en openheid. Ze reageerden indirect en ze konden als de besten een buitenlands kind pootje lichten. Ik kon en wilde niet klagen, omdat het mijn eigen keuze was. Na de eerste twee jaar ging het gelukkig beter.” In 1989 keerde Christiaan op achttienjarige leeftijd terug naar Nederland, om te starten met de studie rechten in Rotterdam. Na een jaar hield hij het voor gezien. Het ontbrak hem aan motivatie om langdurig in de boeken te duiken. Wel maakte hij de expliciete Rotterdamse taal mee: direct, duidelijk en zeggen wat je denkt; dat sprak hem wel aan. Zowel in zijn opvoeding thuis als in de omgangsvormen in Engeland was hij een impliciete vorm van communiceren gewend: ingehouden en beheerste taalgebruik zonder stemverheffing en niet altijd zeggen wat gedacht wordt; een goede verstaander heeft aan een half woord genoeg. Geen studie, maar concreet aan de slag, die wens werd door bemiddeling van vader mogelijk gemaakt bij het veilinghuis Christie’s in Amsterdam. “Ik kon als stagiaire aan de slag op de Aziatische afdeling en voelde me op mijn plek. Het was concreet werk en ik kon mij verdiepen in historische en kunstzinnige artikelen. De werkduur was kort, want de plicht voor de militaire dienst riep mij. De cavalerie trok mij aan en om daarbij te komen schreef ik samen met een vriend met enige bravoure een pompeuze brief met vermelding van bruikbare gegevens uit de familiegeschiedenis. Na een onderofficiersopleiding kwam ik als tankcommandant in Duitsland terecht, waarop ik met een positief gevoel terug kijk.”

De vestibule in het kasteel (Foto: Arie Tinbergen)

 

Portier bij Christie's en ordening van familiestukken.

“Na de dienstplicht kon ik opnieuw bij het veilinghuis Christie’s in Amsterdam komen werken. Als ‘porter’ kwam ik terecht op de meubelafdeling. Daar leerde ik Willemijn kennen, mijn huidige vrouw. Het ambachtelijk en stijlvol gemaakte meubilair met vaak een rijke historie moest van heinde en ver gehaald worden, onderzocht, gewaardeerd, geordend en in catalogi worden beschreven.  Studie en kennis van zaken waren daarbij nodig”, vertelde Christiaan met passie. Deze ervaring kan hij ook goed gebruiken voor het verzamelen en ordenen van alle familiestukken in het kasteel. Alleen al om de grote tafel in de keuken, waar Christiaan zijn verhaal vertelde, staan bijzondere voorwerpen, zoals fijn Chinees porselein in twee smalle vitrines en een met Chinese lakpanelen ingelegde console tafel uit de achttiende eeuw. Er lagen ook twee originele pistolen uit de zeventiende eeuw. Van een triptiek van drie Griekse godenverhalen, geschilderd door Hendrik ten Oever uit Zwolle, hangen er nog twee in de eetzaal. De ene is Zeus die in de gedaante van een stier Europa schaakt. Op het andere schilderij staat de koningsdochter Io afgebeeld, geliefd door Zeus maar door Hera veranderd in een koe. Io wordt bewaakt door Argus, terwijl de listige Hermes op zijn fluit speelt. Het derde schilderij van Andromeda, de naakte schone, is in vroegere tijden van de hand gedaan. Het triptiek zou een allegorie zijn op het optreden van koningstadhouder Willem III in de Europese politiek van einde zeventiende eeuw. Johan Zeger van Rechteren (1655-1701) had deze schilderijen besteld (Andromeda in 1698 voor f 40,- en Io in 1699 voor f 80,-) als eerbetoon aan de prins van Oranje, die hem de kans gaf om kolonel te worden van een eigen regiment. Met dat regiment steunde Johan Zeger in 1688 de Hollandse stadhouder om de Engelse kroon te bemachtigen. Voor het bijeenhouden en beheren van het familiearchief en de collectie familieportretten, meubels, boeken en andere cultuurhistorisch belangwekkende voorwerpen is de Stichting Kasteel Rechteren opgericht. “Op kasteel Rechteren is nog veel werk te doen”, vertelde Christiaan. “Hier hangen nog veel familieportretten waarmee ik aan de gang moet. De meubelen zijn nagenoeg gerestaureerd.“ Twee familieportretten hebben betekenis voor het ontstaan van de dubbele achternaam van Rechteren Limpurg. In 1711 huwde Joachim H.A. van Rechteren met Amalia A.F. von Limpurg Speckfeld, een soevereine graafschap uit het gebied Frankenland bij Würzburg in het zuiden van het toenmalige Heilige Roomse Rijk. Na het overlijden van haar vader stierf de familie in mannelijke lijn uit. Het bezit werd verdeeld tussen de oudste en de jongste dochter van de overleden graaf. In 1719 werd Amalia weduwe van de overleden Joachim. Zijn lichaam werd bijgezet in de kerk van Dalfsen. Amalia bleef achter met een jong zoontje. Haar erfgenamen kregen aanzienlijke bezittingen in het Frankenland en ze werden opgenomen in de rijksgravenstand. Zo ontstond de toevoeging Limpurg achter de familienaam van Rechteren. De weduwe heeft het kasteel grondig laten verbouwen en ze heeft het alliantiewapen van de familie Rechteren Limpurg boven de hoofdingang laten plaatsen. Het wapen is verdeeld: van Rechteren met een rood kruis op een goudgele achtergrond en een pluim. Het wapen van von Limpurg Speckfeld draagt de kleuren rood met zilver en blauw; daaraan toegevoegd zijn zilveren koppen van knotsen en twee helmen. De rode en goudgele kleuren markeren van oudsher de luiken van de erven van het landgoed.

 

Band tussen Almelo en Dalfsen door de familiegeschiedenis. 

De geschiedenis van het geslacht Rechteren staat van voor 1320 beschreven. In dat jaar is bekend dat de broers Roderick en Herman van Voorst kasteel Rechteren opdroegen aan de bisschop van Utrecht, tevens landsheer van het gebied dat nu Overijssel wordt genoemd. Ze kregen het huis weer terug om het te beheren en te bewonen, maar de bisschop kreeg het recht om in het kasteel zijn troepen te legeren. Mogelijk is bij de verbouwing in die tijd het onderstel van de toren gebouwd tot een hoogte van dertien meter, waar nu nog een deel van de bakstenen kraag is te zien. De zoon van Herman, Sweder van Voorst, noemde zich ‘van Rechteren’, vanwege het belang van het bezit. Na zijn dood erfde dochter Lutgard het kasteel. Zij trouwde met Frederik van Heeckeren, waardoor het kasteel in handen kwam van dat geslacht. Tot op de dag van vandaag hielden hun nakomelingen het kasteel in handen. Ook deze familie ging zich ‘van Rechteren’ noemen, de naam van de streek waar het kasteel staat. In de tweede helft van de veertiende eeuw waren vader Frederik en zoon Frederik van Heeckeren verwikkeld in de beruchte strijd tussen de geslachten van Heeckeren en Bronckhorst in Gelre. Wie kreeg de meeste macht onder het gezag van de hertog van Gelre? Huwelijken werden gesloten om de macht te vergroten. De broer van Frederik huwde Beatrix, de erfdochter van Arnold IV van Almelo. Zo ontstond tot op de dag van vandaag een band tussen huize Almelo en kasteel Rechteren. De familiaire lijn waardoor Christiaan kasteel Rechteren in 2016 erft loopt via A.F.L.(Adolph) van Rechteren (1793-1851). Adolf erfde zowel kasteel Rechteren als de havezate Almelo. In 1822 kreeg hij de titel van graaf nadat koning Willem I hem had benoemd in de ridderschap van Overijssel. Na zijn overlijden verkreeg zijn oudste zoon (Adolf Frederik) Almelo en de jongste zoon (Jacob Hendrik) Rechteren. Hij is samen met zijn vrouw kasteel Rechteren gaan bewonen na een grondige verbouwing. Dat was nodig omdat het grote huis lange tijd onbewoond was gebleven. Uit deze tak is Elizabeth M.C. geboren; zij verbleef in het kasteel tot haar dood in oktober 2016. Op achttienjarige leeftijd kreeg neef Christiaan van haar medegedeeld, dat hij haar erfgenaam zou worden. Het geslacht Rechteren hoort tot de oude adel, waarin erfgenamen vanaf hun geboorte de titel van graaf of baron mee krijgen.

de blauwe kamer (Foto: Arie Tinbergen)

 

 

Adel, titel en veranderende samenleving.

“Een adellijke titel is vergelijkbaar met de titel van professor”, vindt Christiaan; “je hebt het, maar je denkt er niet elke dag aan. Het verschil is, dat een adellijke titel via erfenis is verkregen en een titel als professor d.m.v. hard werken. Een adellijke titel zegt meer iets over de trots op de familiaire geschiedenis, dat vind ik waardevoller. Ik zal de titel van graaf niet veel gebruiken. Tegenwoordig kan zo’n titel ongedefinieerde nieuwsgierigheid opwekken, maar de adel is niet veel anders dan de niet adel. Ieder mens zal de uitdaging van het leven moeten aangaan en daarin is opvoeding veel belangrijker dan een titel”, aldus Christiaan. De veranderde verhouding tussen maatschappij en adel bracht hij als volgt onder woorden. “In de jaren zestig en zeventig bestond afkeer van rijke mensen, ook van de adel en van adellijke titels, maar dat is nu minder, omdat de samenleving is veranderd. In het interbellum was nog een groot verschil tussen arm en rijk. Na de Tweede Wereldoorlog kwam een tijd van wederopbouw voor iedereen. Vanaf de jaren zestig begon de welvaart in de breedte van de samenleving te groeien en de democratie zorgde voor meer inspraak van de burgers. Landgoedeigenaren met titels en levend op stand werden in de maatschappij minder gewaardeerd. Zij trokken zich terug in hun privė wereld, lieten zich minder voorstaan op hun titel en ontnamen het zicht op hun landgoederen. Door de groeiende welvaart na de jaren zestig en de toename van het aantal mensen met een hogere opleiding zijn de menselijke verhoudingen in de samenleving veranderd. De meeste mensen leven in een goede woning, hebben een goed inkomen en kunnen ėėn keer in het jaar of vaker met vakantie. Tegenwoordig waarderen mensen de historische landgoederen, doordat ze zorgen voor schoonheid en continuïteit in het landschap”, aldus de visie van Christiaan op de maatschappelijke ontwikkeling.Veel landgoederen zijn door de NSW (Natuurschoonwet) van 1928 opengesteld voor het publiek in ruil voor vrijstelling van bepaalde belasting, om deze landgoederen in stand te houden. Er is begrip, waardering en wederzijds belang ontstaan tussen publiek en eigenaren van historische landhuizen. Christiaan staat open voor interviews om goodwill te kweken en om tot meer wederzijds begrip te komen. “Het kasteel met het omliggende park is en blijft privė” vindt hij, “zoals dat ook geldt voor iedere huiseigenaar”. In speciale gevallen wordt het opengesteld, zoals bij de jaarlijkse open monumentendag. Ook is er jaarlijks een speciale lesprogramma voor de basisscholieren op het kasteel georganiseerd door Willemijn, waarbij vrijwilligers het klassieke leven uitbeelden.

Christiaan van Rechteren Limpurg en Willemijn van Rechteren Limpurg-de Muinck Keizer  

 

Vandaag en morgen.

“Onze vier kinderen volgen het onderwijs op de basisschool in Dalfsen en op de middelbare school in Zwolle. Het onderwijs in Nederland is goed”, vindt Christiaan. “Internationale privė- en kostscholen, zoals ik die heb gekend, hebben voor- en nadelen. Ik vind dat onze kinderen hun eigen keuzes moeten maken.” Willemijn is opgegroeid in een stedelijk gebied. Voor haar was het landelijke leven bij Dalfsen een grote omschakeling, maar ze heeft zich snel aangepast door actief deel te nemen aan de gemeenschap. Ze hielp mee met de oprichting van theater ‘De Stoomfabriek’, waarvan ze de voorzitter is. “In Dalfsen is mijn vrouw bekender dan ik”, beweert Christiaan. Voor de dag van morgen bestaan enkele belangrijke vraagstukken over het beleid van de zeven agrarische bedrijven op het landgoed. “Welke eenduidige stip aan de horizon wordt er neergezet door de overheid?”, vraagt Christiaan zich af. Daaraan hebben de boeren veel behoefte, zodat ze op langere termijn doelgericht kunnen kiezen en investeren. Ook voor de koersbepaling over het beleid van het landgoed is dit van belang. Een actueel vraagstuk is het beleid van Pro-Rail. Worden de onbewaakte spoorovergangen gesloten, dan zal van twee boeren bedrijven het land zodanig worden afgesneden, dat er onzekerheid ontstaat over hun bestaansrecht. Zijn er alternatieven of wordt er gecompenseerd? Een landgoed met een kasteel oogt romantisch, maar kent haar eigen realiteit. 


Rien de Vries.


Geraadpleegde literatuur:
Landgoed Rechteren
Uitgave van Vereniging OPG

Auteur:Rien de Vries
Trefwoorden:Landgoedeigenaren aan het woord, Landgoedeigenaren, Landgoedbewoners
Personen:Christiaan A. graaf van Rechteren Limpurg

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.