image/svg+xml

Een rondreis in 1869 door 't Land van de Opregte Steenwijker Courant (2/4)

Verhaal

Een rondreis in 1869 door 't Land van de Opregte Steenwijker Courant (2/4)

  • Geplaatst door
Plaatje bij verhaal: img329_1.jpg

Een rondreis in 1869 door 't Land van de Opregte Steenwijker Courant (2/4)

De welvaart in ’t Land van de Steenwijker Courant werd in 1869 in sterke mate bepaald door de oogsten vanwege de natuurgerichte economische structuur. Door de relatief verbeterende communicatie en voortgaande techniek stond men op een keerpunt. Van een stimulans in deze ontwikkelingen door het onderwijs was geen sprake. De educatiemogelijkheden waren nog zeer beperkt en ook nog eens van matige kwaliteit binnen het Opregte territorium.

De weersgesteldheid was de landbouw in het geboorte jaar dusdanig gezind, dat sprake was van een goede oogst. ‘Daarbij een voldoende opbrengst ook de prijzen van bijna alle voortbrengselen hoog waren, was de toestand van den landbouwer niet onvoordelig’ en ‘bij de plaats gehad hebbende verhuringen van de bouwlanden was gedurig nog verhooging van prijs te bespeuren, waarschijnlijk ten gevolge van den gunstigen oogst’. Daarentegen verging het de veenderij minder goed. Veel turf was laat droog door de vele regenval in de zomer, terwijl het toen het turf bruikbaar was het door de schippers vanwege stormachtig weer niet vroegtijdig afgevoerd kon worden. Tot overmaat van ramp kwam daar de hoge waterstand in het najaar overheen. De nog aanwezige turf dreef daardoor weg en werd onverkoopbaar.

Markten

In de prijsvorming van de agrarische producten speelden de verschillende markten een rol, in bijzonder die te Steenwijk. De rogge bracht hier gemiddeld fl. 7,80 per hl. Op. Een vat boter van 40 kilo had hier een doorsneeprijs van fl. 53,25. In Kuinre fl. 46,50. Varkens op de markt in Oldemarkt  deden gemiddeld fl. 45,--, biggen fl. 12,--.

Inkomens

Hoe lagen de verdiensten dan in 1869? Een werkweek telde zes werkdagen en die duurde in de regel tien tot twaalf uur. De contrasten in de verdiensten waren schrijnend en er was ook een verschil in beloning tussen de twee seksen. Ambachtslieden als een timmerman ging na een week hard werken naar huis naar huis met zo’n fl. 8,--  In het slagersvak lag de waardering rond de fl. 6,--. Leerlooiers moesten het met nog minder doen: fl. 5,--. In de veenderij werd het zware werk vertaald in een beloning van fl. 2,20 per dag. Maar: ‘In de bezembinderij te Zuidveen werkten 14 mannen boven de 16  jaren voor fl. 4,-- per week, terwijl in de matterij te Zuidveen werkzaam waren 80 mannen en 28 vrouwen boven de 16 jaren die fl. 0,90 per week verdienden’ In de koffiezakkenweverij te Willemsoord verdienden mannen fl. 2,50 en vrouwen  fl. 2,--. De arme arbeidersklasse hield zich in de winter bezig met het vlechten van zogenaamde russen of gladde matten als aanvulling op de karige lonen. Dit thuiswerk werd in het gehele Opregte land op grote schaal verricht. Alleen al in Zuidveen beliep dit aantal 125 personen die tezamen 64 spanmatten in de tijd van 16 weken vervaardigden. Zuivere winst per persoon per week bedroeg fl. 2,18.  Dat onderwijzers een bijbaan hadden was gebruikelijk. In Steenwijk deed de functie van hoofdonderwijzer fl. 700,--en fl. 100,-- voor het les geven aan de avondschool op jaarbasis. Het traktement van een Steenwijker hulponderwijzer exclusief bijverdienste bedroeg ongeveer fl. 400,--. Hoofdonderwijzers in Eesveen, Onna en Zuidveen verdienden net zoveel. Onderwijs geven in Kallenkote, Nederland en Muggenbeet was met gemiddeld fl. 300,-- het minst profijtelijk. Was je onderdirecteur van de Maatschappij van Weldadigheid dan betaalde dat fl. 1.200,--. Een veldwachter daarentegen werd gewaardeerd met fl. 200,-- per jaar. Wel kreeg hij gratis de beschikking over een woning.

Levensonderhoud

Wat kon men met het vaak weinige geld zoal doen in ‘t Opregte geboortejaar? De Opregte lezen dus. Voor een abonnement  van 52 kranten per jaar moest één gulden betaald worden. Javakoffie 50 cent de vijf ons, tandzeep fl. 1,50 en tandlood voor het zelf plomberen van holle tanden fl. 2,60. ‘Baggelaar fl. 2,75 de duizend aan huis bezorgd. Zij kan eerst geprobeerd worden, bij H. Kuiper, in de Molenstraat.’ Korsetten vanaf fl. 1,50 tot fl. 3,90 waren verkrijgbaar waren verkrijgbaar bij G. ten Brink & Rodenburg te Steenwijk. De prijs van een driewielige vélocipède was fl. 30,-- en van eau de cologne fl. 0,75 per halve wijnfles. Oud bruin bier kostte 12 cent per fles en Hollandsche Ale 15. Een woonhuis met tuin in de Gasthuisstraat veranderde voor 1.900 gulden van eigenaar en de helft van tweekamers aan de Neerwoldstraat bracht bij verkoop fl. 267,-- op. In de Hoofstraat te Oldemarkt werd een woonhuis verkocht voor fl. 700,--. De rente bedroeg op leningen 5%.

Educatie

Een grote gemeentelijke kostenpost was de educatie. In Oldemarkt genoten alle kinderen kosteloos onderwijs dankzij een bijdrage van fl. 2.000 door ‘suikeroom het Kerspel IJsselham. In vrijwel elk gehucht , dorp of stad in ‘t Opregte land stond een school voor lager onderwijs. Alleen openbaar onderwijs werd gesubsidieerd; christelijke scholen waren er daarom niet. De toestand van de schoolbehuizingen verschilde enorm. In de buurtschap Steenwijkerwold werd in 1869 een geheel nieuw onderkomen geopend. Maar schooltjes te Onna en Kallenkote verkeerden in een bouwvallige toestand en ‘voor het onderwijs ten eenemale af te keuren’. Vooral op het platteland bestonden de scholen uit één vertrek. Het lager onderwijs was in het algemeen eenvoudig: lezen, schrijven en rekenen waren de hoofdvakken. Daarnaast kregen vormleer, aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur en zingen wat aandacht. De schoolcommissie in ’t Wold kwalificeerde het onderricht in lezen, rekenen en zingen als redelijk, de overige vakken als matig tot zeer matig en concludeerde: ‘Het lager onderwijs in deze gemeente kan niet genoemd worden van vooruitgaanden aard te zijn, hoewel het onderwijs in de scholen te Muggenbeet en Zuidveen een gunstigen uitzondering maakt door de nauwgezetten ijver van de onderwijzers’.

Standenonderwijs

In Steenwijk was het onderwijs meer een afspiegeling van de standensamenleving. Het departement  Steenwijk der Maatschappij tot Nut van  ’t Algemeen faciliteerde een bewaarschool voor ‘betalende kinderen’. Veel werd de kleuters niet bijgebracht door gebrek aan kundigheid. ‘Zij die als helpster op de bewaarschool te Steenwijk wenschen geplaatst te worden, en ouders, die begeren mochten, dat hunne dochter tot helpster worde opgeleid, gelieve zich vóór 15 juli a.s. aan te melden bij een lid van de Commissie der genoemde school.’

Verder waren hier een eerste en een tweede openbare school. Het verschil tussen beide was, dat aan de tweede het onderwijs en schoolbehoeften gratis waren en dus veel kinderen uit armlastige  gezinnen aan trok. Wie haar/zijn kinderen naar de eerste liet gaan, betaalde een gulden per kwartaal. De twee scholen tezamen werden bezocht door gemiddeld 295 jongens en 278 meisjes. Daarvan werden gemiddeld 158 jongens en 142 meisjes kosteloos onderwezen.

Voor meer uitgebreid onderwijs waren twee scholen: één voor jongens en één voor meisjes Deze zogenaamde Franse scholen werden bezocht door kinderen van de meer gegoede stand. Gemiddeld 17 jongens werden daar ook onderwezen in Frans, Duits en Engels. De meisjes kregen in plaats van Engels vrouwelijk handwerken. Beide scholen waren in hetzelfde gebouw ondergebracht en werden door de gemeente ondersteund. De jongensschool floreerde niet door de gedurende wisseling van onderwijzers, ‘dat minder plaats zoude hebben, wanneer er meer leerlingen waren en het inkomen daardoor groter was’. Het schoolgeld bedroeg voor deze school fl. 7,50 per kwartaal en voor de meisjesschool fl. 25,-- per jaar voor dagonderwijs en fl. 13,-- voor middagonderwijs. Het leerlingental van deze school was zeer gering. De Steenwijker schoolcommissie kon voor dit laatste geen bepaalde oorzaak vinden. Geen wonder, twee jaren later pas liet Aletta Jacobs zich als eerste vrouwelijke studente inschrijven…

Schoolbezoek

Aan een regelmatig schoolbezoek wilde het nogal eens schorten. Vooral in de arme gezinnen kwam het voor dat kinderen thuis bleven om mede behulpzaam te zijn het karige gezinsinkomen te verhogen. In Steenwijk vond het meeste verzuim plaats op de 2de openbare school. De schoolcommissie was desondanks redelijk tevreden over de geboekte resultaten. Ook de Opregte zag een lichtpunt. Zij vond, dat ‘niet alleen door gestrengheid in de handhaving van de wet de publieke schandalen, het straatrumoer en de nachtelijke diefstallen ’ verminderd waren, maar dat ook de (in haar ogen) verbeterde educatie in dezen een gunstige rol had gespeeld.

Bronnen worden bij deel 4 van deze serie vermeld

Copyright foto's: Henk Bruinenberg archief Steenwijk

 

Auteur:Teun Smit

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.