image/svg+xml

N: Via Gelderland terug naar Het Loo - 19-21 maart 1809

Verhaal

N: Via Gelderland terug naar Het Loo - 19-21 maart 1809

  • Geplaatst door
Plaatje bij verhaal: De brug over de IJssel bij Doesburg, Willem Roelofs (I), 1889. (Rijksmuseum Amsterdam)

Op 18 maart 1809 verliet Lodewijk Napoleon Overijssel en kwam hij aan in Zutphen. Vanuit die plek reisde hij door Gelderland om 21 maart terug te keren op Het Loo.

19 maart is een goed gevulde dag ! Na een uitgebreid bezoek aan Zutphen staan ook nog Warnsveld en Lochem op het programma  om ‘s avonds in Groenlo aan te komen.

In Zutphen bezoekt de koning het Stadhuis, de spinnerij en de winkel voor de armen, evenals de fabrieken van Tol, de leerlooierij, de lijmfabriek van de heer Bisschop en de katoenspinnerij van de heer Versteeg. Ook de Kathedraal van de voormalige bibliotheek en de Kanonsdijk. Tenslotte inspecteert hij het 2e regiment Huzaren, waar hij opperwachtmeester De Jong promoveert tot luitenant en de sergeant van de sappeurs van de gewapende Burgerwacht van Zutphen tot kapitein. De Nieuwstads of St. Janskerk wordt aan de katholieken gegeven en er moet een plan en een bestek komen om deze in goede staat te brengen. Ook moet er een plan en een bestek komen om de Berkel bevaarbaar te maken tot de grenzen van het Koninkrijk, om tevens te onderzoeken of de Berkel te lijden heeft van het werk aan de Schipbeek. De IJssel moet verbonden worden met de stadsgracht met behulp van een sluis. In het Stadhuis bekijkt Lodewijk Napoleon de plannen rond de Berkel en de Holsbeek. Het water van de Holsbeek (Hulsbeek?) moet gebruikt worden om de Berkel te verbeteren en de sluis tussen de stadsgrachten en de IJssel moet op kosten van de stad gemaakt worden. De wezen van de stad zien er goed en gezond uit. Ze krijgen vlees bij de maaltijd. De koning belooft 5000 gulden voor de hervormde kerk van Zutphen, maar verandert dit in 4000 gulden voor de hervormden en 1000 gulden voor de katholieken. Ook benoemt hij een stadsuurwerkmaker.

Dan op weg naar Groenlo.
De eerste plaats die hij bezoekt is Warnsveld. De kerk is in slechte staat, er zijn geen inkomsten en de stad is zeer arm. De brug van Warnsveld moet gerepareerd worden evenals de batterijen, die de vrije doorgang van het water hinderen. M.b.t. het laatste maakt de koning het volgende besluit: de batterijen moeten geladen worden als de loop van het water dit vereist.

In Lochem constateert de koning dat de Berkel veel bijdraagt aan de welvaart van de stad. In de zomer heeft deze echter maar twee voet diepte. Heeft dit met de landbouw te maken? Er zijn enkele fabrieken, onder andere leerlooierijen. De beste lijm van het Koninkrijk wordt hier gemaakt! Er zijn twee hervormde dominees, een goede arts en een vroedvrouw. De stad heeft 2000 gulden inkomsten, heeft de financiën goed op orde, hoewel er toch een tekort is. Op de hogere gedeelten vindt men stenen, die wanneer zij geslepen worden, diamant imiteren. De landdrost moet onderzoek instellen.

Verwolde, dicht bij Lochem. De kerk van Verwolde is in goede staat, maar de diaconie is arm. Er is een nieuwe school gebouwd door de Heer van Verwolde die deze winter door 106 kinderen bezocht werd. De stad heeft een goede arts, chirurgijn en een vroedvrouw.

Groenlo: De kerk bezocht, die in vrij goede staat is.

Op 20 maart vertrekt de koning richting Winterswijk, waar hij twee bombazijn fabrieken bezoekt en een andere voor katoenen stoffen. Het baljuwschap bestaat uit (4?) dorpen Er is een goede arts en een goede vroedvrouw. De stad telt 6000 inwoners en heeft twee hervormde dominees. De kerk is in een slechte staat en heeft slecht 50 gulden als reserve. Er zijn 5000 hervormden, de orgels zijn te klein en de kerk kan de kudde slechts met moeite herbergen. De katholieken hebben een kleine kerk met 750 gelovigen. Ze zijn met de bouw van een nieuwe kerk begonnen, maar deze is nog niet helemaal af. Ze zeggen dat de de hervormden ze nog 1500 gulden schuldig zijn. De koning heeft beloofd deze zaak te onderzoeken. Verder zijn er nog 30 doopsgezinden en 75 joden.

Bredevoort telt 700 inwoners, 500 hervormden en 200 katholieken. De katholieke kerk heeft geen reserves. Er is geen arts en er is ook geen chirurgijn, maar wel een goede vroedvrouw. De school is in een verwaarloosde toestand en de katholieke kerk in een slechte staat. De vaccinatie is over het algemeen goed. Bombardier J. Driessen, vraagt na een dienstverband van 33 jaar om met pensioen te gaan. De oude militair J. Berend Hedders, die verlamd geraakt is ten gevolge van de oorlog met Oostenrijk, moet gratis verzorgd worden door de chirurgijn die zich in Breevoort moet vestigen. De Baljuw moet hier zorg voor dragen en de Minister van Binnenlandse Zaken moet een chirurgijn sturen.

Aalten heeft 3500 inwoners en. De hervormde kerk is in goede staat en heeft 400 gulden inkomsten. De Jeneverfabrikanten klagen over artikel 26 van de Ordonnance die hun uitdrukkelijk gelast een zekere hoeveelheid jenever van een zeker hoeveelheid graan te maken. Zij hebben een rekwest opgesteld en vragen om een gunstige beslissing. De Minister van Financiën moet eraan herinnerd worden om snel hierop te reageren. De vaccinatie gaat goed en de school is in een goede staat. De 436 katholieken hebben een nieuwe kerk, maar deze heeft een schuld van 2640 gulden. Kapitein Schummeltekel van het 3e Regiment Jagers heeft een half pensioen en vraagt om weer geheel in dienst te mogen treden, dan wel een verhoging van zijn pensioen. Aan de minister van Oorlog vragen. De hervormden vragen hulp om de orgels te repareren. Een oud-militair klaagt over een proces dat tegen hem loopt. Een vrouw vraagt gratie voor haar man die gestolen heeft en veroordeeld is tot verbanning. De baljuw moet hier een rapport over schrijven en de minister van Justitie moet hier nog eens naar kijken.

In Doetinchem heeft de koning op de IJssel gevaren en beloofd de brug over de oude IJssel te laten herstellen. Er is een verzoek via de heer Van Reemen(?) een katholieke kerk te mogen bouwen en de Baljuw moet hierover een rapport schrijven. De koning brengt de nacht door in Doetinchem.

21 maart

De koning is vertrokken uit Doetinchem om via Zeddam, ‘s-Heerenberg, Keppel, Drempt , Doesburg, Dieren en Loenen weer op het Loo terug te keren. Het baljuwschap van ‘s-Heerenberg bestaat uit vier dorpen, Zeddam, Netterden, Wijnbergen en Beek.

Zeddam heeft veel geleden onder de hagel van het vorige jaar. De katholieken en hervormden zijn er even arm. De kerk van Zeddam wordt aan de katholieken gegeven en de katholieke kerk aan de hervormden. De goederen zullen verdeeld worden naar rato van de bevolking. De dominee en de diakenen van Zeddam beheren de goederen van de armen volgens oude gebruiken volgens een wet van 1772. Dit moet  overeenkomstig de huidige wetgeving worden. Er is een geschil tussen de katholieken en de hervormden m.b.t. de schoolmeester.  Meester Smits is voorlopig benoemd en heeft slechts één hand. Beusekom is de huidige schoolmeester. De koning besluit het volgende: de oude schoolmeester wordt opnieuw benoemd en er zullen twee meesters zijn met hetzelfde salaris, maar de ene zal de vervanger van de andere zijn. De oudste, Smits, wordt de eerste. De benoeming geschiedde vroeger door de hervormden en in de laatste plaats door het bestuur van ‘s-Heerenberg op goedkeuring van de Regering.

‘s-Heerenberg behoort aan de Prins van Hohenzollern. Er is een seminarium dat beheerd wordt door een president en vier leraren. Iedere seminarist betaalt 200 gulden voor voeding, de rest wordt betaald door de amplissimi (meest bedeelden?)
Het aantal studenten moet op 60 gebracht worden en bijgevolg moet het aantal leraren ook verhoogd worden. De bisschop van Melroi (?) moet nieuwe voorstellen doen voor de vergroting en verfraaiing van de kapel. Het kasteel met de bijgebouwen moet gekocht worden en er moet een seminarie van gemaakt worden met een goede en complete bibliotheek. Ook moeten er prijzen uitgereikt gaan worden. Er is een moestuin van 4 morgen te huur. De stad heeft 140 hervormden en 500 katholieken. De inwoners zijn arm. De kerk blijft van de hervormden, de goederen zullen door beide verdeeld worden, ieder de helft.

In Netterden, Wijnbergen en Beek zijn de kerken aan de katholieken gegeven. In Netterden beheert de baljuw de bezittingen van de armen hetgeen 72 gulden opbrengt. Wijnbergen en Beek hebben geen bezittingen. De Landschrijver van het baljuwschap heeft tot dusver geweigerd de katholieken de papieren die aan de kerk toebehoren te overhandigen. De koning noteert dat de Landschrijver vervangen moet worden en de minister van Binnenlandse Zaken moet met een voorstel komen. De rechter van ‘s-Heerenberg wordt een jaarinkomen beloofd.

In Keppel heeft de koning de sluis in de Oude IJssel en de ijzerfabriek van de heer Hernest bezocht.

In Drempt zijn 300 hervormden en 150 katholieken. De katholieke kerk staat in Olburgen en vormt slecht een parochie.

Doesburg moet oorlogsstad blijven. De koning bezoekt de schade veroorzaakt door de overstromingen die ontstaan is door het ijs van de IJssel en de Oude IJssel. Verder de fortificaties en het bruggenhoofd. Deze moeten blijven, maar er moet op gelet worden dat de bruggen teruggetrokken worden om te beletten dat er schade ontstaat als de fortificaties daar de oorzaak van zijn. Er mag niet eerder met het werk begonnen worden voordat het algemene plan van het ministerie van Waterstaat is opgesteld. De hervormde kerk is in zeer slechte staat en de koning beloof 6000 gulden voor de nodige reparaties. De katholieke kerk is klein en slecht. De pastoor moet een plan overleggen ter verbetering. Ontvangen de plannen/tekeningen van de heer Pabst over de dijk die zich bevindt op zijn grond in Bingerden. Dit is teruggestuurd naar de Minister van BiZa.

In Dieren vragen de hervormden een orgel in hun kerk. De baljuw moet een rapport opstellen aan de Intendant général om te zijn wat er gedaan kan worden om Dieren wat voordelen te geven.

Via Loenen keert de koning weer terug op Het Loo.

Thema's:Lodewijk Napoleon bezoekt Overijssel

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.