M: Heino, Raalte en Bathmen - 18 maart 1809

Op 18 maart vertrekt de koning naar Zutphen langs Heino en via Raalte en Bathmen.
Over Heino noteert de koning het volgende:
Heino heeft 800 inwoners, voor de helft katholiek en de voor de helft hervormd. De katholieke kerk is klein en heeft schulden. Er is geen chirurgijn, maar wel een vroedvrouw. De baljuw Van Langen woont in het dorp en zijn rechtsgebied strekt zich uit tot één uur gaans van Raalte.

Raalte heeft 4500 inwoners, de helft katholiek en de helft hervormd en zij leven in een goede verstandhouding met elkaar.  De katholieke kerk staat op 10 minuten afstand van het dorp. De kerk is in goede staat maar heeft evenals de Hervormde kerk, geen orgel. Er is een goede arts, een apotheker en een vroedvrouw, die slechts een oog heeft. Er zijn veel zieken, maar er is geen spraken van een epidemie. Zowel in Raalte als in Heino zijn veel armen. D. Bolk, luitenant van het 9^e regiment Westerloo is in 1795 met pensioen gegaan, maar vraagt om weer in dienst te kunnen treden.
Er zijn wensen om de kerk buiten het dorp te verkopen en een andere in het dorp te bouwen. Er moeten een plan en een begroting voor komen, maar de pastoor denkt dat het beter is om de kerk te laten waar deze is. De kerk heeft niets.
De Wetering zal doorgetrokken worden tot dicht bij Raalte.

Over Bathmen noteert de koning:
De kerk is in een slechte staat en heeft geen inkomsten. Er zijn 1400 inwoners, grotendeels dagloners en agrariërs. Zestig armen moeten door collectes onderhouden worden, die 600 gulden opbrengen De functie van chirurgijn wordt uitgeoefend door de zoon van de chirurgijn, die echter niet toegelaten is. Er is ook geen vroedvrouw. De Hervormde kerk heeft slechts 59 gulden als inkomsten, hetgeen verkregen wordt uit de verhuur van de banken. Voor de 100 katholieken is geen kerk. De kapel bij de molen moet gebouwd worden, maar daar is onenigheid over.
‘s Avonds komt de koning in Zutphen aan, waar hij de autoriteiten ontvangt.