image/svg+xml

Jan van Dijk: 'Boem, boem in de rand van de kampong. Dan waren ze al snel weg'

Verhaal

Jan van Dijk: 'Boem, boem in de rand van de kampong. Dan waren ze al snel weg'

Plaatje bij verhaal: mortier.jpg

Jan van Dijk: 'Ik heb als mortierist op heel wat posten gezeten. ’s Nachts had je van die aanvallen. We hadden de mortier altijd in stelling staan. De wachtposten zaten overal. Een aanval kwam meestal tegen de morgen. Ze kwamen dan uit de richting van de opkomende zon. Wij keken dan tegen de zon in. Dan begonnen de mitrailleurs te schieten. Wij konden heel snel inschatten waar we de granaten moesten schieten. Je moet vuuroverwicht hebben. Zo noemen ze dat. Het ging er af en toe hevig aan toe. Ik ben ook wel mee geweest op patrouille, maar ze stelden ons er ook wel vrij van, want er moest altijd iemand bij de mortier blijven. Infanteristen mochten er niet mee schieten. Soms moest er juist een mortier mee op patrouille. Als een patrouille in de knijp zat, moest je er ook heen. Dan kregen je doelen op. Ik stelde hem wel altijd zuiver in. “Waar zitten jullie? Zijn de afstanden wel goed?” Als het via de radio maar goed doorkwam, dat je de granaten niet verkeerd gooide.

We lagen eens op een buitenpost bij een infanteriepeloton. De kapitein had op een gegeven moment een idee. Hij zei: “We sturen de patrouille uit en dan gaat de mortier erachteraan.” Hij deed iets wat hij helemaal niet had mogen doen. De mortier zat in een houder, met daarbij een affuit, loop, grondplaat en munitie. Hij had mensen uit de kampong gehaald als dragers. Er was ook een vrouw bij. Maar inlanders mochten helemaal geen munitie dragen. Het infanteriepeloton ging dus als eerste weg en wij erachteraan, maar we hadden helemaal geen radio. Als de infanteristen beschoten werden, waar moesten we dan op schieten? We waren met vijf jongens en dan die inlanders erbij. We waren een kilometer op weg toen we werden beschoten. Het kwam van alle kanten. Wat deden die inlanders? Ze wilden er met de wapens tussenuit. Niks ervan. Pats! We moesten ze wel neerschieten. Wat moet je anders? Er zijn er een paar ontkomen, maar niet met de wapens. Toen moesten we onder hevig vuur de mortier bij elkaar scharrelen: de grondplaat, de loop, de affuit, de munitie. Dat is allemaal nog gelukt ook. We hadden er een goede korporaal bij hoor! De mortier in stelling. De eerste granaten hun kant op en daar waren ze niet op verdacht. Toen waren ze zo weg. We hebben alle granaten verschoten en de mortier weer meegenomen. We kwamen bij een post waar een luitenant zat. Hij zei: “Ik snap er niets van dat ze jullie zo hebben kunnen wegsturen.” Dat was een goede officier. Het voorval is nooit vermeld in welk rapport dan ook. Als onze pelotonscommandant Henneman er nog was geweest, had hij er wel rapport van opgemaakt. Maar goed, we zijn er levend afgekomen.

Later toen de konvooien steeds vaker aangevallen werden, moest er ook een mortier mee. Onze sergeant zei: “De eerste sectie moet mee om konvooien vanaf het hoofdkwartier naar de buitenposten te beveiligen.” Daar zijn wij voor aangewezen. We moesten wel eens midden in de nacht naar een buitenpost om gewonden te halen. Als we in konvooi reden, gingen de mijnenvegers vaak voorop. Wij reden in een carrier. Als er geschoten werd, hoefden ze niets meer te zeggen. We kregen helemaal geen bevelen. Wij sprongen het eerste uit de carrier, brachten de mortier in stelling, granaten uit de carrier. Intussen vlogen je de kogels om de oren. De mitrailleurs en de jongens van de infanterie gaven ons dekking. Het duurt even voordat je zo’n mortier in elkaar hebt. Het vizier hadden we niet nodig, want het schieten kwam altijd uit de buurt. Dat kon ik op het oog wel inschatten. Als de eerste granaten maar in de lucht waren. Boem, boem in de rand van de kampong. Dan waren ze al snel weg. De bevolking was meestal al weg. De sergeant zei eens tegen ons: “Ik heb jullie in Holland nog nooit zo rap de mortier in stelling zien brengen. En goed ook nog!” Daar vertrouwden ze ook op. Je moest onherroepelijk op elkaar kunnen vertrouwen. Je kunt elkaar niet in de steek laten.'  

Auteur:Ewout van der Horst
Trefwoorden:Indiëgangers, Frontlinie, Oorlogsgeweld
Personen:Jan van Dijk
Periode:1948-1950
Locatie:NL
Thema's:Aan het front, Oorlogsgeweld

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.