Oude Vismarkt - Van alle markten thuis

Van alle markten thuis
Boter in vaatjes, vlees in kuipen, eieren in manden, groente op karren, koeien aan touw, zo werd van alles aangeboden op één van de Zwolse week- of dagmarkten. De meeste handelswaar kwam van het land buiten de stad. Aanvankelijk speelde alle straathandel zich af bij de waag op de Melkmarkt. Vanaf de 16de eeuw verspreidden de kramen zich over de stad en ontstonden deelmarkten, zoals de botermarkt op de Nieuwe Markt. Vis en schaaldieren werden van over het water bij de vroegere Vispoort aan wal gebracht en op een vismarkt aan de man gebracht. De route naar de vismarkt liep door de Krabbenstraat en de Roggenstraat. Rond 1800 verplaatste de vismarkt zich naar het Rodetorenplein. De verlaten vismarkt kreeg toen de naam Oude Vismarkt.

Anders van karakter waren de jaarmarkten. Die duurden meestal een hele week. Zwolle had er in de Middeleeuwen meerdere. Dan kwam er veel vreemd volk de stad binnen, was er meestal een kermis bij en  dus volop vertier. Zwolse jaarmarkten bestaan niet meer. Ze zijn opgevolgd door festivals, gelegenheidsmarkten en de Blauwvingerdagen in juli. Elke vrijdagochtend en zaterdag wordt nog wel algemene warenmarkt gehouden. Jammer genoeg is de vertrouwde aanblik van streekdracht uit het marktbeeld verdwenen: het stemmig zwart van boerinnen met hun hagelwitte knipmuts of de ingenieus geplooide ‘Zwolse muts’.

A market for every whim
Butter in barrels, meat in tubs, eggs in baskets, vegetables on carts, cows on the rope – that's what you'd have seen at one of the weekly or daily markets in Zwolle. Most wares originated from the land outside the city. Initially, all street trading was done near the weigh house at the Melkmarkt. From the 16th century, the stalls started spreading across the city, creating specialist markets, such as the butter market at the Nieuwe Markt. Fish and shellfish from across the water were landed at the former Vispoort and sold to shoppers at the fish market. In about 1800, the fish market moved to the Rodetorenplein. The abandoned fish market was given the name the Oude Vismarkt (old fish market). The annual markets were of an entirely different character. They usually lasted for a week. Zwolle had several of these in the medieval period. People from further afield entered the city, there was usually a funfair, and of course there was no shortage of entertainment. The annual markets in Zwolle are a thing of the past. They have been succeeded by festivals, occasional markets and the Blue Finger Days in July. But markets for general wares are still held every Friday morning and Saturday. Sadly the familiar sight of traditional local garb has gone from the markets: the temperate black of the peasant farmer’s wife, with a starchy white goffered bonnet or the ingeniously pleated ‘Zwolse bonnet’.

Handeln und feilschen
Butter in Fässern, Fleisch in Bottichen, Eier in Körben, Gemüse auf Karren, Kühe am Seil - so gut wie alles konnte man auf einem der Zwoller Wochen- und Tagesmärkte käuflich erwerben. Die meiste Ware kam aus dem Umland. Anfänglich konzentrierte sich der Straßenhandel rund um die Wage auf dem Melkmarkt. Ab dem 16. Jahrhundert verteilten sich Marktstände über die ganze Stadt, und es entstanden Teilmärkte, so zum Beispiel der Buttermarkt auf dem Nieuwe Markt. Fisch und Schalentiere wurden jenseits des Wassers am ehemaligen Vispoort an Land gebracht und auf dem Fischmarkt feilgeboten. Um 1800 wurde der Fischmarkt auf den Rodetorenplein verlegt. Der verlassene Fischmarkt erhielt den Namen Oude Vismarkt (Alter Fischmarkt). Von anderem Kaliber waren die Jahrmärkte. Diese dauerten meistens eine ganze Woche. Zwolle hatte im Mittelalter mehrere davon. Sie lockten viel fremdes Volk in die Stadt, und meistens gehörte auch eine Kirmes dazu. Für Unterhaltung war also gesorgt. Jahrmärkte gibt es in Zwolle inzwischen nicht mehr. An ihre Stelle traten Festivals, Gelegenheitsmärkte und die "Blaufingertage" im Juli. Freitags und samstags findet jedoch nach wie vor der allgemeine Warenmarkt statt. Leider ist der vertraute Anblick der traditionellen regionalen Kleidertracht aus dem Marktbild verschwunden: die in dezentem Schwarz gekleideten Bäuerinnen mit ihrer blütenweißen Haube oder der originell gehäkelten "Zwoller Mütze".