image/svg+xml

Een station moet een station zijn

Verhaal

Een station moet een station zijn

Plaatje bij verhaal: s2-2.jpg

De geschiedenis van het Hengelose station begint bij C.T. Stork (1822-1895). Deze legendarische, onvermoeibare industrieel zorgde ervoor dat Hengelo, en eigenlijk heel Twente, door spoorwegverbindingen werd ontsloten.

Voor de aanvoer van Duitse steenkool was een spoorlijn voor Twente in de tweede helft van de negentiende eeuw erg belangrijk. Stork had goede contacten met Haagse politici, waaronder Thorbecke, en wist na lang onderhandelen te bewerkstelligen dat Twente via ‘het spoor’ met de rest van de wereld werd  verbonden. In 1865 werd de lijn van Almelo naar Salzbergen, nabij Rheine, geopend. Een jaar later had Hengelo een stationsgebouw.

Weer drie jaar later vestigde de Machinefabriek Stork zich, komend vanuit Borne, ook in Hengelo en dat was natuurlijk geen toeval. Het eerste station van Hengelo, type Staatsspoor 3e klasse, zou echter niet erg lang dienst doen. Het voormalige dorp groeide zó hard dat het al in 1899 toe was aan een stationsgebouw dat paste bij de status van een behoorlijke industriestad.

Van Heukelom

De toegenomen status vertaalde zich in de keuze voor de architect die het nieuwe station moest ontwerpen. Het werd ir. G.W. van Heukelom, destijds een ‘coming man’ in de wereld van spoorwegarchitectuur. Hij ontwierp voor Hengelo een majestueus stationsgebouw, dat als een soort kasteel voor het spoor kwam te staan. De gietijzeren overkapping die in 1900 werd gebouwd, maakte het geheel tot een stationscomplex van allure.

De spoorlijnen en het emplacement waren al snel aan verbetering en uitbreiding toe en moesten worden opgehoogd met zand. De afgraving van het zand dat daarvoor nodig was, heeft geleid tot het Lonnekermeer, tegenwoordig een waardevol  natuurgebied.

Van Heukeloms ontwerp werd alom als een fraaie aanwinst voor Hengelo beschouwd. Het imposante gebouw zou er ongetwijfeld nu nog gestaan hebben als het niet in de Tweede Wereldoorlog was verwoest.

Wederopbouw

Hengelo werd op 6 en 7 oktober 1944 vanaf grote hoogte gebombardeerd door meer dan zeventig bommenwerpers van de USA Air Force. De geallieerden wilden het spoorwegemplacement en de fabrieken van Stork en Holland Spoor vernietigen. De precisie liet echter sterk te wensen over. Ook grote delen van de omgeving van het station werden met de grond gelijk gemaakt. Aan Nederlandse zijde vielen 112 dodelijke slechtoffers. Ook een onbekend aantal Duitsers kwam om. Het stationsgebouw, dat door zijn omvang ook haast niet te missen was, lag er na afloop van de luchtaanvallen zwaar gehavend bij. Met name de bovenverdieping was voor het grootste gedeelte verwoest. De Nederlandse Spoorwegen besloten na de oorlog om het monumentale gebouw geheel te slopen. Achteraf een betreurenswaardige beslissing, want het station had wel degelijk gerestaureerd kunnen worden. De NS was echter bang dat dan de kosten te hoog zouden oplopen en dus kwam er, met de beperkte financiële middelen van die tijd, een nieuw station.

Het ontwerp van ir. H.G.J. Schelling was geheel in de geest van de periode van wederopbouw: een combinatie van moderne en traditionele elementen, strakke en abstracte vormen, prefab betonnen elementen en stalen ramen. De zuilen voor het station moesten het gebouw nog een enigszins klassieke uitstraling geven, maar werden door critici al snel als ‘pseudomonumentaliteit’ gekenschetst. Naast het gebouw plaatste Schelling een uurwerktoren en ook hierop kwam kritiek: ‘Een in aanbouw zijnde schoorsteen.’ Schelling zal het schouderophalend hebben aangehoord: ‘Een station moet een station zijn’, was zijn motto.

Centraal Station Twente

Tegenwoordig lijken de ontwerpen van Schelling – ook de stationsgebouwen van Enschede, Zutphen, Leiden en Arnhem dragen zijn signatuur – weer aan waardering te winnen. Een ontwikkeling die overigens geldt voor meer wederopbouwpanden, niet alleen in Hengelo. Het Centraal Station Twente, zoals Hengelo haar station graag afficheert, werd grondig verbouwd naar een ontwerp van architect Harry Abels. Twee jaar is er gewerkt aan een ‘nieuw’ station, waarmee 14 miljoen euro was gemoeid. Er is een nieuwe verbrede perrontunnel gekomen die ‘Hart van Zuid’ met het centrum moet verbinden en de perrons en overkapping zijn gerenoveerd. Op 25 juni 2011 werd het station feestelijk geopend. Een zeer geslaagde verbouwing, oordeelde ‘architectuurpaus’ Herman Haverkate in TC Tubantia.

Dit artikel is eerder verschenen in MijnStadMijnDorp Tijdschrift nr. 4 – 2011.

Auteur:Niels Bakker
Trefwoorden:IJzeren Eeuw Overijssel, Station, Spoorwegen, Almelo naar Salzbergen, Machinefabriek Stork, Staatsspoor, Spoorlijn, Lonnekermeer, WOII
Personen:C.T. Stork, G.W. Van Heukelom
Periode:1865-2011
Locatie:Hengelo
Thema's:De industriële revolutie in Overijssel

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.