image/svg+xml

Uit vroeger tijden. De Ongehoorzame Boer.

Verhaal

Uit vroeger tijden. De Ongehoorzame Boer.

Plaatje bij verhaal: Wk 28.24 Paard en wagen.jpg

 

Uit vroeger tijden. De Ongehoorzame Boer.

 Deel 2.

Koppelmaat keerde terug naar zijn boerderij, zijn adem dampend in de koude lucht, en sloot de poort met een klap die door de velden galmde. Voor een kort moment voelde hij zich vrij, bevrijd van de ketenen van de landdrost. Maar zijn rebellie zou niet onopgemerkt blijven.

Baron van Ittersum, de landdrost van Twente, was een man die geen tegenspraak duldde. Toen hij vernam van Koppelmaats ongehoorzaamheid, ontketende hij een wraakzuchtige campagne tegen de boer. Hij liet Koppelmaat opnieuw oproepen om de resterende stenen te vervoeren en legde hem een boete op van vijf gouden guldens. Maar Koppelmaat weigerde te buigen voor de tirannie van de landdrost. Hij weigerde de boete te betalen en weigerde opnieuw te verschijnen.

In een ijskoude rechtbank te Rijssen, op 14 februari 1770, stond Koppelmaat tegenover zijn rechter. Het Weledele Landgericht, na advies van een rechtsgepromoveerde en met God en Heilige Justitie in het oog nemende, verklaarde hem schuldig aan ongehoorzaamheid. Hij werd veroordeeld tot de boete en de volle gerechtskosten. De adel lachte in stilte; de ongehoorzame boer had zijn verdiende loon gekregen. Maar voor Koppelmaat was het een vonnis dat zijn leven verwoestte.

Hij beriep zich op zijn rechten, probeerde uit te leggen dat hij al meer dan zijn deel had gedaan, dat hij al drie diensten in één jaar had volbracht. Maar de rechters lachten zijn bezwaren weg. Ze oordeelden dat het dienstjaar liep van mei tot april, niet zoals hij had voorgesteld, van januari tot december. Zijn verweer werd als haarkloverij weggehoond.

De landdrost, die de rechtszaal vulde met zijn autoriteit, verwierp Koppelmaats tweede verweer net zo gemakkelijk. De boer had beweerd dat de taak te zwaar en de tijd te kort was om tweeduizend stenen te vervoeren. Maar getuigen spraken tegen hem, en het gerecht oordeelde dat hij niet hard genoeg had gewerkt.

Zijn laatste verweer, dat de werktijd alleen bij daglicht moest zijn, werd eveneens weggewuifd. De rechter oordeelde dat een dag arbeid een volledige dag betekende, ongeacht de afstand van de boerderij naar de werkplaats. Hendrikus Koppelmaat, de boer die het had gewaagd zich te verzetten tegen de machtigen, stond met lege handen en een gebroken geest. Zelfs zijn buurtgenoot, de rijkere Heerenboer Gerrit Woolderink van het gelijknamige erve Woolderink liet Koppelmaat vallen als een baksteen.

Het was een vreedzame strijd, maar een die de boer met eerloze nederlaag eindigde. In de jaren die volgden, groeide de onvrede onder de boeren, en de tijden veranderden. Jonkheer Johan Derk van der Capellen tot den Pol, een lid van de Ridderschap, zette zich in tegen de drostendiensten en andere vormen van onderdrukking. Zijn vertoog leidde uiteindelijk tot de afschaffing van de drostendiensten in 1783.

Maar voor Koppelmaat kwam deze verandering te laat. Hij had gevoeld hoe het was om te strijden tegen de onverbiddelijke macht van de adel, en hij had verloren. De tijden veranderden, maar de herinnering aan de strijd van de boeren tegen hun meesters bleef. Het was een verhaal van rebellie en onderdrukking, een herinnering aan de prijs die betaald werd voor vrijheid en rechtvaardigheid. De echte verandering begon in Frankrijk met de revolutie en het vallen van de ‘adellijke’ hoofden onder de guillotine. De horigheid en lijfeigenschap in Nederland werd pas met de Staatsregeling in 1798 afgeschaft. In 1860 volgde de afschaffing van de Slavernij in Nederlands-Indië, en in 1863 in Suriname en de Antillen.

Herbert Stegeman.

Foto-onderschrift : Een boer met paard en wagen, waarmee verplichte diensten moesten worden uitgevoerd.

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.