Het grijs verleden van de Keulse pot
Keulse potten waren vroeger in gebruik voor het veilig bewaren van bederfelijke voedingswaren. Zonder potten geen wintervoorraad. In het Wijhes Museum staan enkele Keulse potten opgesteld.
De Keulse pot is een grote stenen pot die eeuwenlang gebruikt werd voor het inleggen van groente, vlees, fruit en eieren. De pot is grijs/blauw met kobaltblauwe versieringen. Vaak ook bruin van kleur. Het conserveren van groente, zoals dat 100 jaar geleden gebeurde, kennen wij niet meer. We vinden het nu vanzelfsprekend dat in de supermarkt alles het hele jaar door verkrijgbaar is. Verse groenten worden van heinde en verre geïmporteerd. En wat we niet vers vinden, ligt in de diepvries, is ingeblikt of zit in een glazen pot.
STEENGOED AARDEWERK
Steengoed of gres wordt gemaakt van vette klei die kan worden afgebakken bij hogere temperaturen (1200-1300°C). Hierbij versintert de klei nadat keukenzout of soda aan het bakproces is toegevoegd. Steengoed kan worden voorzien van zoutglazuur dat tegen zuren en zouten bestand is.
De Keulse pot is gemaakt van rivierklei met een laag zoutglazuur. Dit kleurloze laagje glazuur zorgt ervoor dat de pot waterdicht is. Bovendien blijven door het glazuur geen geurtjes of smaken in de pot achter.
Al in de 13e eeuw werd in het gebied rondom Keulen steengoed gemaakt. Vanaf de 14e eeuw werd dit Keuls aardewerk bekend door de Keulse pot. Keuls aardewerk kwam niet alleen uit Keulen, ook in België werd dit aardewerk gemaakt. Zelfs in Roermond heeft een Keulse pottenfabriek gestaan. Keulse potten zijn in allerlei formaten gemaakt, van klein tot groot met een inhoud van 30 tot 50 liter.
WINTERVOORRAAD AANLEGGEN
’s Winters groeide er weinig of niets op het land. Verse groente uit het buitenland of uit de kassen waren er vroeger niet. De huishoudens beschikten rond 1900 niet over een diepvries, evenmin over weckflessen. Toch was het bewaren van groente en fruit van belang. Op het platteland waren toen nog de meeste gezinnen wat groenten, vlees en eieren betreft zelfvoorzienend. Snijbonen en zuurkool waren typische wintergroenten uit de Keulse pot.
In de zomer werden groenten geoogst, zoals peulvruchten en koolsoorten. Voor het inmaken gebruikte men zout, een grof linnen doek en een houten plankje dat paste in de opening van de pot. En een zware kei. Bij het inmaken was de voornaamste zorg dat men voldoende zout aan de groenten toevoegde om met het hieraan onttrokken vocht een pekel te vormen waarin zich geen kiemen konden ontwikkelen. Voor het inmaken in zout gebruikte men 1/3 gedeelte van het gewicht van de groenten aan zout.
In de Keulse pot legde je fijn gesneden laagjes schoongemaakte, rauwe groente afgewisseld met laagjes zout, tot bovenaan toe. Daarop werd dan een schone doek gelegd, vervolgens het plankje en de steen. De steen diende om door stevige druk het vocht uit de groenten te persen en de bovenste laag onder de pekel te houden. De pot werd op een koele plaats gezet.
De potten werden in het begin om de 14 dagen nagekeken, later om de 3 à 4 weken. Het vocht moest worden verwijderd. Ook werd er weer een schone doek op gelegd. Steen en plankje moesten goed worden afgespoeld. Zo nodig voegde men nieuwe pekel toe. In de winter werd een portie groente uit de pot gehaald en goed afgespoeld, alvorens die te koken.
In november meestal werd het varken geslacht. De ham en het spek droogde men in de schouw. De andere stukken vlees werden in Keulse potten gedaan op dezelfde manier als de groente.
Omdat in de winter de kippen bijna niet leggen, werden de eieren in de zomer gekookt, gepeld en in een Keulse pot gelegd, overgoten met azijn en weer afgedekt.
DECORATIEF
De vervanging van de Keulse pot vond plaats begin 20ste eeuw door het introduceren van het wecken. De massaproductie van weckflessen is omstreeks 1900 gestart door de Duitse firma Johann Weck. Omdat de aanschaf van weckpotten, een weckketel en andere benodigdheden duur was, gingen pas na 1920 de mensen heel geleidelijk over op wecken.
De belangstelling voor de grijze hardgebakken inmaakpotten, kannen en kruiken met kobaltblauwe bies of bloem is de afgelopen jaren toegenomen. Keulse potten worden nog wel gebruikt om boter, reuzel, zout, mosterd en soda in te bewaren. Ook hebben ze een decoratieve functie. Zelfs de zoutpot uit grootmoeders tijd is tegenwoordig weer in menige keuken te vinden. Voor de grotere potten kan de lezer in het museum in Wijhe terecht.
Auteur: | Rondom de Toren, nr. 84, 2009 |
Trefwoorden: | Huiselijk leven, Keulse pot, Bewaren van groenten, Keuken, Wijhes Museum |
Thema's: | Huiselijk leven in Overijssel, Huiselijk leven: terug naar toen |