image/svg+xml

Van Zwolle naar Dalfsen omstreeks 1900

Verhaal

Van Zwolle naar Dalfsen omstreeks 1900

Plaatje bij verhaal: 637051322094466009.jpg

“Alle wegen leiden naar Rome” en van Zwolle naar Dalfsen drie, althans omstreeks 1900.

“Houde men slechts de goede baan” en die staat beschreven  in “Zwolle’s omgeving omstreeks 1900” van mr. C.W.  van der Pot.

Er waren twee harde wegen van Zwolle naar Dalfsen, een ten noorden en een ten zuiden van de Vecht. De derde verbinding was een onverharde weg “binnendoor”. De meest gebruikelijke weg, was die ten noorden van de Vecht, een grindweg  met hoog opgaande iepen, die bij het nog steeds bestaande  buiten Dijkzicht  de weg van Zwolle naar Meppel verlaten had. Het eerste  boerenhuis na Dijkzicht en ook aan de linkerkant was de Moespot, een destijds vermaarde herberg. Even verder wordt de weg voor Dalfsen interessant: men nadert namelijk de spoorbrug over de Vecht, vlak bij de voormalige halte Dalfsen. Toen Dalfsen een eigen spoorverbinding met Zwolle kreeg (1903) is die halte verdoopt in Berkum “een oord waar in de wijde omtrek nauwelijks een paar huizen te bekennen waren”.

Een kwartier gaans verder passeerde men de grens van de gemeente Dalfsen en begon een reeks van langs de grindweg  gelegen buitenplaatsen. Het eerste verrees aan de rechterzijde De Broekhuizen, in 1839 afgebroken. Er moet daar een “juffer van de Broekhuysen” hebben gewoond, katholiek te midden van niet-katholieken, die haar huis openstelde voor de tijdens de hervorming vervolgde geloofsgenoten. De juffer behoorde vermoedelijk niet tot het adellijke geslacht van Broekhuizen dat in de 17e eeuw onder andere de havezate Den Doorn bezat, maar tot de familie van Joost Walraven van Ruytenburgh van den Wildenburgh die toestond dat pastoor A. Waeyer op de Broekhuysen een R.K. statie stichtte.

Iets verder aan de andere kant van de weg, waar nu nog een deel van het KI-station gevestigd is, lag het landgoed De Bese, dat met zijn bomen en lanen tot de aantrekkelijkheid van de weg bijdroeg. Helaas is het huis in 1895 afgebroken, thans is er niets meer  van terug te vinden. Alleen de naam De Bese als wegaanduiding rest nog.

Niet al te lang gaans verder kwam men aan een tweesprong, de verharde weg boog naar rechts, een brede zandweg liep rechtdoor. De iepen begeleidden de zandweg, in de bermen van de naar rechtsgaande verharde weg stonden eiken. De brede zandweg met zijn diepe karresporen had een bijzondere  charme. In 1900 was hij door het grote verkeer verlaten, maar in en voor de 18e eeuw was het een, voor die tijd, veel gebruikte postweg naar Hamburg en Hannover, de Hessenweg. Zware Hessenwagens, met vele paarden bespannen, onderhielden het verkeer van deze streken naar Duitsland. Over deze Hessenweg valt veel te vertellen, maar hij leidde langs Dalfsen, niet er naar toe.

Dat deed wel de naar rechts gaande weg met de eiken. Een groot kwartier na de Bese lag, in een scherpe draai van de weg, de Ruitenborqh, een heel oud landgoed. Het werd al in de 14e eeuw genoemd, het behoorde toen toe aan de graaf van Bentheim, die het overdroeg aan een lid van een geslacht dat zijn naam aan het kasteel ontleende of omgekeerd zijn geslachtsnaam aan het kasteel gaf: van den Ruitenberg. En een kasteel was het, gezien de verschillende afbeeldingen in het Stedelijk Museum te Zwolle. In 1821 werd de eeuwenoude Ruitenberg gesloopt om in 1828 plaats te maken voor het huidige huis.

Een groot kwartier verder gaande kwam men aan de Leemcule, ook al weer een eeuwenoude bedoening. In 1434 werd het genoemd  als leengoed van Daem van Amstel. Na veel wisselingen van eigenaren en/of bewoners werd het goed in 1640 door de toenmalige eigenaar Van Schierick verkocht aan Boldewijn Jacob Mulert, wiens familie, in opvolgende generaties, Iang op de Leemcule heeft gewoond. In 1811/1812 liet F.C. Mulert, toen burgemeester van Dalfsen, het huis afbreken; het gezin Mulert ging in het bouwhuis wonen dat in 1823 tot zijn huidige  vorm werd verbouwd.

En zo waren de wandelaars die rondom 1900 van Zwolle naar Dalfsen liepen ons dorp genaderd. Misschien hebben ze in een van de vele herbergen, die er toen in Dalfsen waren, wat gegeten en gedronken en zijn langs de Zuidzijde van de Vecht teruggekeerd  naar huis, naar Zwolle.

H. Snel.  Met dank aan  de heer Vulkers, Ankummer Es.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Rondom Dalfsen, nr. 13.

Trefwoorden:Ruitenborgh, De Bese, De Broekhuizen, Vervoer, Wegen
Personen:Boldewijn Jacob Mulert, Joost Walraven van Ruytenburgh van den Wildenburgh, A. Waeyer, F.C. Mulert
Periode:1700-1900
Locatie:Dalfsen

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.