image/svg+xml

Een toneeljubileum (een verhaal van 100 jaar geleden uit de Zwolsche Courant)

Verhaal

Een toneeljubileum (een verhaal van 100 jaar geleden uit de Zwolsche Courant)

Plaatje bij verhaal: theo_mann_bouwmeester_portret.jpg

Een toneeljubileum (een verhaal van 100 jaar geleden uit de Zwolsche Courant)

In de krant van 23 augustus 1915 staat een uitgebreid verslag over het jubileum, dat onze destijds beroemdste toneelspeelster, Theo Mann-Bouwmeester, dat weekend in Amsterdam gevierd had, dertig jaar aan het “Nederlandsch Toneel”, de vaste bespeler van de Stadsschouwburg.

Een toneeljubileum

 

Honderd jaar geleden in de Zwolsche Courant

 

 

In de krant van 23 augustus 1915 staat een uitgebreid verslag over het jubileum, dat onze destijds beroemdste toneelspeelster, Theo Mann-Bouwmeester, dat weekend in Amsterdam gevierd had, dertig jaar aan het “Nederlandsch Toneel”, de vaste bespeler van de Stadsschouwburg. Een beetje verwarrend was het wel, dat jubileum. Vier jaar eerder, in 1911, had onze eerste artiste al haar veertigjarige toneeljubileum gevierd. En dat was dan eigenlijk weer vijf jaar te laat, naar mevrouw zelf toegaf uit pure ijdelheid, vóór 1911 was ze niet toe aan zulke zware getallen. Om de verwarring compleet te maken, vierde ze in 1917 haar vijftigjarige jubileum. Daarbij valt bovendien te bedenken, dat het steeds om de viering van officiële contracten ging.  Het eerste kreeg ze in 1866, terwijl ze al sinds 1857, net zeven jaar oud, kinderrolletjes onder regie van haar vader gespeeld had. Belangrijke mijlpaal was 1880, toe ze Sarah Bernhardt in Amsterdam mocht zien optreden. Die werd direct haar idool en grote acteer-voorbeeld. Het hele Nederlandse toneel was toen nog zeer Frans georiënteerd, qua stukkeuze en qua romantisch-expressieve speelstijl. Van “underacting” had toen nog niemand gehoord, de film begon nog maar net, en dus speelde iedereen nog voor de grote zaal, met het grote gebaar. Helaas bestaat er van Theo Mann-Bouwmeester geen bewegend beeld, was dat er wel, dan zouden we nu zeker zeggen dat het wel wat minder mocht. Wat de kostuums betrof, zou ze dat vast geweigerd hebben: elke actrice was voor haar eigen ontwerpen verantwoordelijk, en mevrouw Mann-Bouwmeester keek niet op een metertje stof.

 

Bij dat groots gevierde zogenaamde veertigjarige jubileum kreeg ze onder andere een fraaie ring. In de bijgaande oorkonde werd bepaald dat ze deze “Theo Mann-Bouwmeesterring” mocht doorgeven aan een actrice van haar keuze. In 1934, op 84-jarige leeftijd, kwam ze daar eindelijk toe: Else Mauhs was de volgende draagster, gevolgd door Caro van Eyck, Annet Nieuwenhuizen, Anne Wil Blankers en Ariane Schluter. En nog op een andere manier blijft de herinnering aan Theo Mann-Bouwmeester levend: Sinds 1955 krijgt de beste vrouwelijke hoofdrol van elk seizoen de Theo d’Or. Dat zij zeer bepalend was en is voor het Nederlandse toneelleven, staat dus wel vast.

 

 

Dat besefte men al goed in 1915, want het was een uitbundig feest, met een mooie opvoering van “Het kind van de Liefde” van Henri Bataille, destijds zeer populair, lovende toespraken en fraaie cadeaus. De krant citeert verder uitvoerig uit een interview van mevrouw Mann-Bouwmeester met het Handelsblad. Daarin valt vooral op, waarmee de actrice zich tijdens het gesprek omgaf: Die kring werd gevormd door de lievelingen van Mevr. M.-B., een paar affenpinchers, een skippertje, een kleine witte kat en een witten poedel. Gelukkig was ze op haar vijfenzestigste toch nog een beetje excentriek gebleven.

 

Een belangrijke opmerking, naast het opsommen van vele successen, gaat over haar beroepsopvatting: En dan – dat durf ik gerust te zeggen – ik heb gelukkig nooit het gevoel gehad dat ik er al was. Iemand met zo’n gezonde zelfinschatting is natuurlijk prima geschikt, les te geven op de Toneelschool, en dat was precies, wat de bekende directeur daarvan, Balthasar Verhagen, wilde. Op haar vijfenzestigste ging Theo Mann-Bouwmeester niet met pensioen, ze speelde door en ging ook nog eens les geven: Laat den leerlingen flink breed spel doen. Laat hen daarnaast het moderne werk verrichten, dan zullen ze in de toekomst kunnen spelen het sobere werk met den trillenden ondergrond, met het expressieve van gelaat, met warme kleur in hun stem; dan zal hun spel bruisen onder een waasje van ingetogenheid. Dat is al een eerste teken dat op het toneel het grote gebaar, de expressionistische overdrijving, zijn langste tijd gehad heeft. Met die “ingetogenheid” kondigt zich een nieuwe tijd en een nieuw geluid aan.

 

Sjaak Onderdelinden.

Trefwoorden:Toneel, Jubileum
Personen:Theo Mann-Bouwmeester
Thema's:Honderd jaar geleden in de Zwolsche Courant

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.