image/svg+xml

Bataven en Fransen (1795-1813)

Bataven en Fransen (1795-1813)

De komst van de enthousiast onthaalde Franse soldaten in het begin van 1795 brengt een grote wijziging van het politieke en maatschappelijke bestel van de voormalige Republiek der Zeven Verenigde Provinciën met zich mee. Dat gaat ook aan Overijssel niet onopgemerkt voorbij. Er breken onzekere en spannende tijden aan.

De nieuwe Bataafse Republiek roept na enkele jaren debatteren tussen voor- en tegenstanders een halt toe aan de gewestelijke zelfstandigheid. Overijssel verliest zijn soevereiniteit. Ons land is voortaan een eenheidsstaat, die vanuit Den Haag centraal wordt geregeerd. In het kader van de leus ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ voert de overheid eveneens een scheiding tussen kerk en staat door. De overheersende rol van de Hervormde Kerk is voorgoed verleden tijd. Aan de achterstelling van dissenters komt een einde. Formeel gelden voor iedereen dezelfde wettelijk vastgelegde burgerrechten. Rooms-katholieken, lutheranen, doopsgezinden en Joden mogen voortaan ook aan het bestuur deelnemen. Op provinciaal niveau zijn na het verdwijnen van de Ridderschap nu ook de kleine steden en het platteland vertegenwoordigd.

Koninkrijk

Lang blijft de revolutionaire vlam niet branden. Na een aantal wisselende regeringsvormen wordt Nederland in 1811 samengevoegd met het keizerrijk Frankrijk. Als gevolg van deze inlijving komt een ingrijpende en blijvende vernieuwing van het lokale bestuur tot stand. Wanneer de Fransen twee jaar later zijn verdreven, wordt Overijssel een provincie van het Koninkrijk der Nederlanden. Veel van de verworvenheden die tijdens de Bataafs-Franse tijd zijn ingevoerd blijven echter behouden, waaronder een uniform belastingstelsel, een nieuw rechtssysteem, een homogeen stelsel van geld, maten en gewichten, het notariaat, verbetering van het onderwijs en de burgerlijke stand.

Continentaal Stelsel

Op economisch gebied is de afschaffing van de gilden in 1798 een ingrijpende verandering. De beschermde positie van de eeuwenoude beroepsgenootschappen wordt beschouwd als een obstakel voor de modernisering van het bedrijfsleven. Verder lopen handel en nijverheid zware averij op, zeker nadat keizer Napoleon in 1806 het rampzalige Continentaal Stelsel heeft afgekondigd. Deze stringente maatregel moet de Europese westkust voor goederen uit het vijandige Engeland afsluiten. Voor Overijssel is het blokkeren van de zee minder rampzalig dan voor de kustgewesten, omdat de oude handelsroutes over land naar Duitsland herleven. Toch wordt ook hier het vertrek van de Fransen met een diepe zucht van opluchting begroet.

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.