image/svg+xml

Verhaal 20 Een gemeentebestuur van boeren-----De marken (ca. 1250-1850)

Verhaal

Verhaal 20 Een gemeentebestuur van boeren-----De marken (ca. 1250-1850)

Plaatje bij verhaal: 19-1 - plaatje_89_Foto 08.1-1 - Heideveld.jpg

Verhaal 20 Een gemeentebestuur van boeren-----De marken (ca. 1250-1850)

Hierboven plaatje 89. Zo zagen veel ‘woeste gronden’ er uit. Dit is een foto van de Engbertsdijksvenen bij Vriezenveen.

Weinig woeste grond

De uitgestrekte woeste gronden zijn onvruchtbaar, maar toch onmisbaar voor de boeren. Voor het steken van heideplaggen, maar ook vanwege de turf voor de verwarming. Op de woeste gronden grazen schapen en koeien. Hier en daar kunnen bomen worden gekapt voor het hout. Zolang er maar weinig boeren zijn, mag elke boer zijn gang gaan. Maar er komen steeds meer boeren. In de 13de eeuw zijn er zo veel, dat er te weinig woeste grond is voor al die nieuwkomers. Dat gaat zo niet langer. Er moet iets aan gedaan worden.

De marken

De oudste boerenfamilies richten een soort gemeentebestuur op. Ze maken duidelijke afspraken over het gebruik van de woeste grond. Het moet zo eerlijk mogelijk, maar de oudste families krijgen wel meer rechten dan de nieuwelingen. Het gebied dat zij besturen heet een boermarke of kortweg marke. Langzaam aan ontstaan overal marken in de gebieden met veel woeste gronden, vooral in het oosten van het land. Eens waren er 60 marken in Twente. In Borne was er één marke. Al heel lang geleden is die marke in tweeën gedeeld: de marke ‘Zenderen en Bornerbroek’ en de marke ‘Hertme’.

Grensstenen

Het komt natuurlijk wel eens voor dat schapen gaan grazen op de heide van een andere marke. Of dat iemand een boom kapt buiten zijn eigen marke. Daar kan dan een behoorlijke ruzie van komen met de boeren van de andere marke. Ook al is het niet met opzet gedaan. Er moet dan een flinke boete worden betaald. Maar vaak is niet duidelijk waar de markengrenzen precies lopen op die grote kale heide. Daarom wordt er hier en daar een opvallende steen gezet op de hoekpunten van de grenzen. Zo’n steen wordt ‘laaksteen’ genoemd. Het verplaatsen van laakstenen is een ernstige misdaad. Daar staat een hele zware straf op.

Een pak slaag en snoep

De plaats van elke laaksteen moet goed worden onthouden. Soms gebeurt het dat er een steen verplaatst moet worden of dat er nieuwe bij komt. Dan gaan leden van de markenbesturen met enkele kinderen naar die steen. Als de steen op de goede plek ligt, krijgen de kinderen opeens een harde draai om de oren. Daarna worden ze getrakteerd op noten en snoepgoed. Je begrijpt wel dat ze deze onverdiende straf nooit zullen vergeten. Maar evenmin de plaats van de steen. En dat is juist de bedoeling. Als ze later zelf oud zijn, kunnen ze de juiste plek van de laaksteen nog precies aanwijzen. Die plek staat nergens beschreven en er is meestal geen kaart van, want in die tijd kan bijna niemand lezen en schrijven.

De bevolking groeit

Langzaam aan wonen er steeds meer mensen in Nederland. In dorpen en steden moeten steeds meer huizen en fabrieken worden gebouwd en wegen aangelegd. Er moet meer voedsel worden verbouwd voor al die mensen. Daarvoor is meer landbouwgrond nodig. Rond het jaar 1800 is het oosten van het land nog steeds bedekt met grote stukken woeste grond. Die grond is nodig voor de landbouw en de veeteelt. Maar dan moet de grond eerst vruchtbaar worden gemaakt.

Verdeling van de markegronden

In een marke is de grond van alle mensen samen. De regering wil die grond verdelen onder alle mensen van de marke. Dan kan iedereen zijn eigen woeste grond omploegen en vruchtbaar maken. Heideplaggen zijn niet langer nodig voor de bemesting, want er is nu kunstmest. Ook in Borne wordt de markegrond verdeeld.

Een enorme legpuzzel

In 1848 is de marke Zenderen en Bornerbroek verdeeld. Een jaar later zijn ze ook klaar met de marke Hertme. Samen hebben de beide marken dan meer dan 1600 hectare grond. De grond van de marke Zenderen en Bornerbroek is verdeeld in meer dan 1.100 stukken. Elke boer heeft natuurlijk graag dat zijn akkers en weilanden naast elkaar liggen, dicht bij zijn boerderij. Het verdelen van de marke is een leuk klusje voor iemand die van puzzelen houdt.

Gaat het wel eerlijk?

Het markenbestuur maakt de spelregels voor de verdeling van de grond. Maar niet iedereen krijgt evenveel. Een grote boer krijgt meer dan een kleine boer. Wie meer grond of meer koeien heeft, krijgt ook meer grond erbij. Het bestuur rekent dat heel precies uit. Twee grootgrondbezitters krijgen veel meer dan alle anderen. De een is de Bornse advocaat Dikkers, de ander de gravin van kasteel Twickel in Delden.

Nieuwe bedrijvigheid

In de loop van de 19de eeuw zijn de markengronden overal in het land verdeeld. De ontginning van de woeste gronden komt goed op gang. Maar er is zo veel werk, dat het doorgaat tot ver in de 20ste eeuw. Zo komt er veel goede landbouwgrond bij. Ook worden er bossen geplant op de heidevelden. Overal worden nieuwe wegen en sloten aangelegd. Er komen veel nieuwe boerderijen en huizen bij.

Er verandert veel

De ontginning na 1850 verandert het eeuwenoude Twentse landschap onvoorstelbaar. Op oude landkaarten zie je veel grote paarse vlekken. Dat zijn de grote stille heidevelden en moerassen die nu bijna allemaal verdwenen zijn. Ook bij Borne. Maar gelukkig zijn ze niet allemaal veranderd in akkers en weiland. Misschien kun je op een mooie zomerdag een fietstocht maken naar het Buurserzand. Luister daar eens naar de stilte en de wind die in je oren suist. Hé, wat is dat! Hoor ik daar een koekoek?

 

19-2a - plaatje_90_HG29-2 Kaartjes ontginningen - vergelijking - kleur.jpg
Afb. 90. Hier zie je twee kaartjes van het gebied tussen Hertme, Albergen, Reutum, Weerselo, en Gammelke.
De paarse vlekken zijn de heidevelden. Het kaartje links laat de toestand in 1843 zien, met heel veel paars.
Rechts zie je hoe het honderd jaar later was, in 1943. Er is dan nog maar heel weinig paars te zien: bijna alle
heide is verdwenen. Rond 1850 zijn de marken verdeeld. Daarna hebben de boeren bijna alle heidevelden
en andere woeste grond ontgonnen. Hier en daar zijn bossen aangelegd. Dat zijn de groene vlekken. De
stippellijnen zijn de oude doorgaande zandwegen. De zwarte lijnen rechts zijn de belangrijkste asfaltwegen.
Op het kaartje van 1943 zie je op de bovenste helft een bijna rechte blauwe lijn. Wat is dit?

 

groot 08-Burgers en stoommachines-Industrialisatie en 19e eeuw - 1800-1900.jpg

Industrialisatie / 1800-1900

 

 

Auteur:Hans Gloerich
Trefwoorden:Industrialisatie / 1800-1900, Borne bij de tijd, Schoolcanon
Thema's:Borne bij de tijd-----Schoolcanon

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.